Herhaling Dementie

 Dementie
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Anatomie&pathologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

 Dementie

Slide 1 - Tekstslide

Omschrijf dementie in je eigen woorden

Slide 2 - Open vraag

Dementie is geneesbaar is dit juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Welke vormen van dementie zijn er?
A
Ziekte ven Alzheimer, Lewy body dementie
B
Ziekte van Parkinson en alleen vasculaire dementie.
C
Ziekte van Alzheimer , vasculaire dementie, frontotermonale dementie, Lewy body dementie en nog veel meer.
D
Ik heb echt geen enkel idee

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de bekendste vorm van dementie?
A
Ziekte van Parkinson
B
Lewy body dementie
C
Ziekte van Alzheimer
D
Vasculaire dementie

Slide 5 - Quizvraag

Welke vorm van dementie begint meestal al op jonge leeftijd.
A
Alzheimer
B
Frontaalkwabdementie
C
Beide
D
Geen van de twee antwoorden is goed

Slide 6 - Quizvraag

De cliënt gebruikt de tandenborstel als pen, dit is
A
afasie
B
apraxie
C
agnosie

Slide 7 - Quizvraag

De client heeft zijn onderbroek boven zijn broek aangetrokken, dit is
A
afasie
B
apraxie
C
agnosie

Slide 8 - Quizvraag

Wat zijn de symptomen van Alzheimer?
A
Iemand met alzheimer krijgt problemen met het gewicht en de spraak. Naarmate de ziekte erger wordt, krijgt iemand steeds meer moeite met lichamelijke vaardigheden.
B
Iemand met alzheimer krijgt problemen met het geheugen en gaat bibberen. Naarmate de ziekte erger wordt, krijgt iemand steeds meer moeite met administratieve vaardigheden.
C
Iemand met alzheimer krijgt problemen met het reuk en smaak vermogen. Naarmate de ziekte erger wordt, krijgt iemand steeds meer moeite met dagelijkse vaardigheden.
D
Iemand met alzheimer krijgt problemen met het geheugen. Naarmate de ziekte erger wordt, krijgt iemand steeds meer moeite met dagelijkse vaardigheden.

Slide 9 - Quizvraag

Wat veroorzaakt vasculaire dementie?
A
Problemen in de achterwandkwab van de hersenen veroorzaken deze ziekte.
B
Problemen in de doorbloeding van de pijnappelklier veroorzaken deze ziekte.
C
Problemen in de doorbloeding van de hypofyse veroorzaken deze ziekte.
D
Problemen in de doorbloeding van de hersenen veroorzaken deze ziekte.

Slide 10 - Quizvraag

Wat zijn de symptomen van FTD?
A
Heftige veranderingen in gedrag, taalvaardigheid en motoriek kunnen wijzen op FTD.
B
Heftige veranderingen in reuk en smaak, taalvaardigheid en motoriek kunnen wijzen op FTD.
C
Heftige veranderingen in eetpatronen, schrijfvaardigheid en motoriek kunnen wijzen op FTD.
D
Heftige veranderingen in gedrag, taalvaardigheid en sociaal functioneren kunnen wijzen op FTD.

Slide 11 - Quizvraag

Hoe herken je Lewy body dementie?
A
Lewy body dementie is te herkennen aan dat diegene niet meer kan lopen.
B
Lewy body dementie is te herkennen aan schommelingen in iemands lichamelijke achteruitgang.
C
Lewy body dementie is te herkennen aan schommelingen in iemands spraakgebied.
D
Lewy body dementie is te herkennen aan schommelingen in iemands geestelijke achteruitgang.

Slide 12 - Quizvraag


A
Hier zie je afgifte van insuline
B
Hier zie je een gewricht
C
Hier zie je prikkelgeleiding
D
Hier zie je een dwarslaesie

Slide 13 - Quizvraag

Wat is apraxie?
A
Het onvermogen complexere handelingen uit te voeren (volgorde).
B
Niet meer herkennen of op waarde schatten van zintuiglijke informatie
C
Het blijven herhalen van handelingen, gebaren of woorden.
D
Een stoornis in taalbegrip en/of taalproductie

Slide 14 - Quizvraag