Formatief evalueren 2

Formatief evalueren
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Formatief evalueren

Slide 1 - Tekstslide

Wat hoop je in deze workshop te halen?

Slide 2 - Open vraag

Lesdoel
- Praktische tips en werkvormen om direct in te zetten in de les.
- Elkaar inspireren en geïnspireerd worden door voorbeelden van anderen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Feed up
Docent: Leerdoelen en succescriteria delen en verhelderen

Leerling: Begrijpen en delen van leerdoelen en criteria voor succes

Slide 5 - Tekstslide

In één woord samengevat
Tijd: 5 minuten
Wanneer: start van de les
Wie: Docent
Docent laat leerlingen bij het delen van de leerdoelen één of enkele woorden opschrijven of via ICT-middel) wat ze verwachten te gaan leren. 

Waarom moeten jullie dit leren?
Tijd: 10 minuten
Wanneer: Start van de les
Wie: De leerlingen
Docent introduceert de lesstof en vraag leerlingen zelf mogelijke toepassingen van de leerstof te bedenken.
'Wat zal je beter begrijpen nadat je meer hebt geleerd over dit onderwerp?'
'Wat heb je hieraan in je latere leven?'
Het leerdoelenspel
Tijd: 40 minuten
Wanneer: Kern van de les
Wie: Docent
De docent laat leerlingen vragen bedenken bij de leerstof. Elk groepje maakt een onthoudvraag, begripsvraag en toepassingsvraag. Docent bespreekt steeds of de vraag juist is geformuleerd en beantwoord. Ook geeft hij aan op welk leerdoel de vraag betrekking heeft.

Slide 6 - Tekstslide

Padlet

Slide 7 - Tekstslide

Geef een concreet voorbeeld van een actieve werkvorm die jij gebruikt om met leerlingen leerdoelen en succescriteria te benoemen of te bespreken.

Slide 8 - Open vraag

Noteer een voorbeeld van een actieve werkvorm die jij uit wilt proberen.

Slide 9 - Open vraag

Conclusie feed up
- Concreet geformuleerde leerdoelen maken inzichtelijk wat leerlingen aan het einde van de les of periode moeten beheersen en hoe zij dit kunnen aantonen.
- Succescriteria helpen de docent en de leerlingen bij het vaststellen in welke mate een leerdoel beheerst wordt.
- Met feed up wordt informatie over het doel gegeven. Een rubric kan leerlingen helpen door in begrijpelijke taal te omschrijven waar zij naartoe werken.

Slide 10 - Tekstslide

Feedback
Docent: realiseren van effectieve discussies, taken en activiteiten die bewijs leveren voor leren

Leerling: activeren van leerlingen (als belangrijke informatiebronnen voor elkaar)  in het stimuleren van eigenaarschap over het eigen leren

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het doel van de docente geweest, denk je?

Slide 13 - Open vraag

Welke adviezen zou je de docente in de video willen geven?

Slide 14 - Open vraag

3-starter
Tijd: 5 minuten 
Wanneer: Start van de les
Wie: Klasgenoten
De docent start de les met 3 vragen, makkelijke, gemiddelde en moeilijke. Na max. 5 minuten worden de antwoorden nagekeken door een klasgenoot, eventueel met behulp van aantekeningen, boek of uitwerking op het bord. Door een aantal vingers op te steken maakt een iedere leerling zichtbaar hoeveel vragen zij goed beantwoord hebben. 

Retrieval Practice Challenge Grid
Tijd: 10 minuten
Wanneer: Start of afsluiting van de les
Wie: Leerling, klasgenoot of docent
Eerder aangeboden lesstof wordt weer opgehaald. Keuzebord met opdrachten die door middel van kleuren gecategoriseerd zijn op basis van de les waarop ze betrekking hebben. Zo kan er een verdeling zijn in opdrachten uit de vorige les, twee lessen geleden en een maand geleden. 

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeelden om het testeffect gespreid in de lessen voor elkaar te krijgen
- Start iedere les met twee vragen: één over de vorige les en één over een les van twee weken eerder.
- Voeg aan een digitale quiz ook een ‘oude’ vraag toe over de leerstof die aan het begin van de periode behandeld is.
- Stel tijdens uw uitleg over nieuwe leerstof ook een vraag over een onderwerp dat eerder behandeld is en vraag wat beide onderwerpen met elkaar te maken hebben.
- Laat leerlingen tijdens het werken aan een paragraaf niet alle opdrachten maken, maar bewaar er steeds twee die zijn een week later moeten maken.
- Organiseer halverwege uw les vijf minuten testeffect: leerlingen stoppen waar zij mee bezig zijn en beantwoorden binnen vijf minuten zes vragen: twee over de huidige les, twee over de vorige les en twee over een les van een maand geleden.

Slide 16 - Tekstslide

Socrative

Slide 17 - Tekstslide

Conclusie Feedback
- Verbind de feedback met leerdoelen en succescriteria
- Geef feedback op de taak(uitvoering) en niet op de persoon
- Geef op het juiste moment feedback die aansluit bij het leerproces van de leerling
- Geef alleen feedback als leerlingen de tijd krijgen om te reageren
- Geef feedback zo snel mogelijk, moet direct leiden tot actie; uitgestelde feed back heeft een negatief effect.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Wat neem jij mee als het gaat om feedback?
Of is er iets wat je wilt delen hierover?

Slide 20 - Open vraag

Feed Forward
Docent: Inzicht geven gericht op verder leren

Leerling: Activeren van leerlingen als belangrijke informatiebronnen voor elkaar. En stimuleren van eigenaarschap over het eigen leren.

Slide 21 - Tekstslide

Toets bespreken
Tijd: 5 minuten
Wanneer: Tijdens toets bespreken
Wie: Docent en leerling
Deze punten worden met de leerling besproken en meegenomen naar het volgende hoofdstuk.

Slide 22 - Tekstslide

Het vragenbord
Tijd: 10 minuten
Wanneer: Start van de les
Wie: Klasgenoten
Docent laat leerlingen aan het begin van de les vragen noteren op het bord over de lesstof. Leerlingen worden in groepen verdeeld en gaan de vragen aan elkaar uitleggen. Naast uitleg vraagt docent om klasgenoten feed forward te geven in de vorm van tips: welke stappen moet je nog oefenen? Welke paragraaf kan je het beste bestuderen?
Brein-Boek-Buurman-Bureau
Tijd: Continu
Wanneer: Kern van de les
Wie: Leerling, klasgenoot of docent
Docent introduceert werkwijze BBBB. Als zij een vraag hebben of vastlopen, checken ze eerst bij zichzelf wat ze zouden kunnen doen (Brein), daarna raadplegen ze hun Boek of Bron, vervolgens vragen ze aan hun klasgenoot (Buurman) en pas in laatste instantie vragen ze hulp aan de docent (Bureau). Docent is scherp op werkwijze en vraagt leerlingen steeds om dit principe goed na te leven. Daarnaast helpt het bij deze werkwijze om geen feed forward te geven op taakniveau, maar vooral op het proces en zelfregulatieniveau.

Slide 23 - Tekstslide

Exit-ticket

Slide 24 - Tekstslide

Feed back en feed forward zones
Docent verdeelt klaslokaal in verschillende zones (bijvoorbeeld deurkant-midden-raamkant) en organiseert feedbacktijd in de les. De docent geeft tijdens de les aan minimaal één zone feed back en feed forward. Dat kan aan alle leerlingen van de zone of individueel. In de volgende les doet hij dat aan de andere zone. Of deze manier lukt het om alle leerlingen in een periode van meerdere lessen feed back en feed forward te geven.

Slide 25 - Tekstslide

ICT-hulpmiddelen
ClassDojo  
Classkick
Edpuzzle
Formative
Kahoot!
LessonUp

Peergrade
Plickers
Quizlet
Quizizz
Socrative

ClassDojo
Classkick
Edpuzzle
Formative
Kahoot!
LessonUp
Mentimeter
Microsoft Forms
Padlet
Peergrade
Plickers
Quizlet
Quizizz
Socrative


ICT-hulpmiddelen
De ICT-middelen bieden grofweg twee mogelijkheden bij formatief toetsen.
- Ze toetsen digitaal en kijken de antwoorden automatisch na. Meestal gaat het om meerkeuzevragen, in enkele gevallen zijn ook andere vraagtypen of open vragen mogelijk.
- Ze bieden de mogelijkheid om directe feedback te geven, variërend van goed/fout tot uitgebreide feedback op prestatie of gedrag.

Slide 26 - Tekstslide

Welke ICT-middelen wil je inzetten in je eigen les?
En wat is daarmee je doel?

Slide 27 - Open vraag

Aan de slag..
Gebruik een ICT middel, of een werkvorm die je gelijk deze week kunt inzetten in de les!

Slide 28 - Tekstslide