Week 1

WAW 
Een veilig pedagogisch klimaat

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

WAW 
Een veilig pedagogisch klimaat

Slide 1 - Tekstslide

Periode 2
Week 1
Pedagogische vaardigheden voor kindgericht werken
Week 2
Pedagogische vaardigheden voor kindgericht werken
Week 3
Opvoeden: vaardigheden en stijlen
Week 4
Opvoeden: vaardigheden en stijlen
Week 5
Interactievaardigheden
Week 6
Interactievaardigheden
Week 7
Interactievaardigheden
Week 8
Presentaties Interactievaardigheden

Slide 2 - Tekstslide

Week 1 - Les 1
  • De student weet wat de module inhoudt.
  • De student weet waar de eindopdracht aan moet voldoen.
  • De student weet wat ‘inleven’ betekent en hoe dit ‘respectvol’ toe te passen is in de praktijk.
  • De student verdiept zich in de belevingswereld de doelgroep en sluit zijn/haar handelingen hierop aan.

Slide 3 - Tekstslide

Eindopdracht


  • Poster maken van de interactie vaardigheden
  • Presentatie van de poster

Slide 4 - Tekstslide

Pedagogische
vaardigheden?

Slide 5 - Woordweb




Pedagogische vaardigheden

  • Inleven
  • Aansluiten
  • Respect hebben
  • Open en eerlijk zijn
  • Aandacht hebben
  • Vriendelijkheid
  • Betrokkenheid
  • Enthousiast en inspirerend zijn
  • Band kunnen opbouwen
  • Ruimte geven voor oefenen en zelfstandigheid

Slide 6 - Tekstslide

Inleven
Wat is dat nou eigenlijk?

Slide 7 - Tekstslide

  • Inleven is je bewust zijn van de gevoelens en de behoeftes van een ander en hiermee rekening houden.
  • Inleven betekent je verplaatsen in de positie van een ander.
  • Inleven is zien wat bij de ander speelt (is hij verdrietig, opgefokt, moe?).
  • Inleven is je gedrag afstemmen op de stemming van de ander.
  • Inleven is laten merken dat je ziet wat bij de ander speelt.
  • Inleven is begrip tonen.



Maar hoe houd je professionele afstand?




Slide 8 - Tekstslide





Maak opdracht 7.04 en 7.05 voor jezelf

Slide 9 - Tekstslide

Belevingswereld - Leefwereld
Wat is het verschil?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video





Maak opdracht 7.06

Slide 12 - Tekstslide

Respect
Kinderen zijn met andere dingen bezig dan jij. Ze vinden andere dingen belangrijk dan jij.

Respecteer waar het kind mee bezig is. 
Zie waar het kind mee bezig is.
Vind het belangrijk waar het kind mee bezig is.

Slide 13 - Tekstslide





Maak opdracht 7.08 en 7.09

Slide 14 - Tekstslide

Slot
- Wat was nieuw voor je?
- Wat is het meeste blijven hangen?
- Wat neem je mee naar je stage?

Slide 15 - Tekstslide

WAW 
Een veilig pedagogisch klimaat

Slide 16 - Tekstslide

Periode 2
Week 1
Pedagogische vaardigheden voor kindgericht werken
Week 2
Pedagogische vaardigheden voor kindgericht werken
Week 3
Opvoeden: vaardigheden en stijlen
Week 4
Opvoeden: vaardigheden en stijlen
Week 5
Interactievaardigheden
Week 6
Interactievaardigheden
Week 7
Interactievaardigheden
Week 8
Presentaties Interactievaardigheden

Slide 17 - Tekstslide

Week 1 - Les 2
  • De student weet waar de grenzen liggen in open en eerlijk zijn in het begeleiden van kinderen.
  • De student leert de kinderen kennen en begrijpen door het geven van werkelijke aandacht, inzet van vriendelijk- en betrokkenheid.

Slide 18 - Tekstslide

Open en eerlijk
Hoe doen we dat?

Slide 19 - Tekstslide





Maak opdracht 7.10 en 7.11

Slide 20 - Tekstslide

Open en eerlijk
  • Je liegt niet tegen kinderen.
  • Maar er is een grens aan openheid en eerlijkheid.
  • Het is onveilig als je al te openhartig bent.
  • Je kunt kinderen niet alles vertellen wat in jouw leven speelt.
  • Je kunt niet alles vertellen wat er in de wereld speelt.
  • Dat begrijpen ze niet of je belast ze met dingen waar ze nog niet aan toe zijn.






Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Aandacht geven
  • Waarom is aandacht geven belangrijk?
  • Wat betekent echte aandacht?
  • Wat gebeurt er als je onvoldoende aandacht geeft?

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video





Maak opdracht 7.13

Slide 25 - Tekstslide

Aandacht
  • Ieder kind heeft aandacht nodig.
  • Ieder kind heeft recht op aandacht.
  • Aandacht geven = volledig aanwezig zijn.
  • Niet ondertussen met andere dingen bezig zijn.
  • Werkelijke aandacht is kijken en luisteren en werkelijk zien en horen.

Slide 26 - Tekstslide

Vriendelijk
Geïnteresseerd
Geduldig
Aardig

Het ene kind ligt je beter dan het andere.  Dat is niet te vermijden en dat mag ook.
Wat niet mag is dat de kinderen dat merken.

Aan het werk = altijd vriendelijk.
Ook als je een keer chagrijnig bent of niet goed geslapen hebt. As het de hele middag regent, of als je gewoon geen zin hebt. Je blijft vriendelijk en geduldig. Dat hoort bij je werk.



Slide 27 - Tekstslide

Betrokkenheid

Slide 28 - Woordweb

Betrokkenheid
Betrokkenheid = verbonden voelen.

Betrokkenheid = de kinderen belangrijk vinden.
Betrokkenheid = moeite doen om ze te leren kennen en begrijpen.


Betrokkenheid zorgt ervoor dat je je goed kunt afstemmen op het kind.
Betrokkenheid zorgt ervoor dat je het antwoord weet op de vraag: ‘wat heeft dit kind nodig?’
Betrokkenheid heeft een goede invloed op het welbevinden van een kind.
Betrokkenheid zorgt ervoor dat een kind zich gezien en gehoord voelt.
Betrokkenheid zorgt ervoor dat een kind zich veilig voelt.
Betrokkenheid versterkt de band tussen jou en het kind.
Betrokkenheid werkt positief op de sfeer in de groep.



Slide 29 - Tekstslide





Maak opdracht 7.16

Slide 30 - Tekstslide

Slot
- Wat was nieuw voor je?
- Wat is het meeste blijven hangen?
- Wat neem je mee naar je stage?

Slide 31 - Tekstslide