adjectives and adverbs

wat weten jullie al?
1 / 11
volgende
Slide 1: Open vraag
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

wat weten jullie al?

Slide 1 - Open vraag

adjectives
 (bijvoeglijke naamwoorden)
  • zegt iets over het zelfstandig naamwoord
  • bijv) Press the blue button
  • This is a cool game console

Slide 2 - Tekstslide

Maak een zin met de adjectives

Slide 3 - Open vraag

adverbs (bijwoorden)
bijwoord zegt iets over het werkwoord of bijvoeglijk naamwoord
  • this is an incredibly old tablet
  • you have to move really quickly

Slide 4 - Tekstslide

Hoe maak je een bijwoord in het engels?
  • door -ly achter het bijvoeglijk naamwoord te zetten
  • Let op!! 
  • als het bijvoeglijk naamwoord op -le eindingt dan veranderd -le in -ly
  • medeklinker + y = y veranderd in -ily
    -ic dan komt er -ally achter

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeelden
  • terrible - terribly (le - ly)
  • angry - angrily (mk+y - y wordt ily)
  • fantastic - fantastically (ic - ally)

Slide 6 - Tekstslide

Meer uitzonderingen ....
  • na werkwoorden: to be, to seem, to feel, to look, to smell, to sound en to taste
  • dan gebruik je een bijvoeglijk naamwoord geen  bijwoord

Slide 7 - Tekstslide

Wat snap je (nog) niet?

Slide 8 - Open vraag

adjectives:
  • he's a good artist
  • she's a fast runner
  • the long road
adverbs:
  • he draws well
  • she runs fast
  • it took long to get there

Slide 9 - Tekstslide

Welke is goed vervoegd?
A
terribilly
B
fantastally
C
optimistically
D
easilly

Slide 10 - Quizvraag

adjectives
adverbs
brief
briefly
beautiful
beautifully

Slide 11 - Sleepvraag