Interview

INTERVIEW
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

INTERVIEW

Slide 1 - Tekstslide

Noem 5 Franse vragen die je zou kunnen stellen:

Slide 2 - Woordweb

Tu parles français?
Tu es français(e)?
Tu habites où?
Tu as quel âge?
Comment tu t'appelles?
Salut, ça va?
Ben je Frans?
Hoe oud ben je?
Hoi, hoe gaat het?
Waar woon je?
Hoe heet je?
Spreek je Frans?

Slide 3 - Sleepvraag

Salut, ça va?

Slide 4 - Woordweb

- Salut, ça va bien           
- Salut! Oui, ça va!
- Bonjour              

Slide 5 - Tekstslide

Comment tu t'appelles?

Slide 6 - Woordweb

- Je m'appelle 
- Je suis

Slide 7 - Tekstslide

Tu parles français?

Slide 8 - Woordweb

Oui, un petit peu. 
- Non, pas du tout.
-Oui, je parle français

Slide 9 - Tekstslide

Tu es français(e)?

Slide 10 - Woordweb

- Non, je suis hollandais(e).
- Non, je suis Marocain(e)

Slide 11 - Tekstslide

Tu habites où?

Slide 12 - Woordweb

- J'habite à Helmond
- J'habite à Mierlo
- J'habite à Geldrop

Slide 13 - Tekstslide

Tu as quel âge?

Slide 14 - Woordweb

               -  J'ai douze ans.
               - J'ai treize ans.
               - J'ai quatorze ans.
               - J'ai quinze ans.

Slide 15 - Tekstslide

Tu es en quelle classe?
Qui est ton prof de français?
Il est sympa?
Tu aimes les maths?
Tu es en vacances?
Quel est ton numéro de téléphone?
Wie is je leraar Frans?
Houd je van wiskunde?
Wat is je telefoonnummer?
Is hij aardig?
Ben je op vakantie?
In welke klas zit jij?

Slide 16 - Sleepvraag

Quel est ton
numéro de téléphone?

Slide 17 - Woordweb

- Mon numéro de télephone,
                   c'est le 06-

Slide 18 - Tekstslide

Tu es en vacances?

Slide 19 - Woordweb

- Oui, je suis en vacances
-Non, je ne suis pas en vacances

Slide 20 - Tekstslide

Tu es en quelle classe?

Slide 21 - Woordweb

- Je suis en troisième
- Je suis en quatrième

Slide 22 - Tekstslide

Qui est ton prof de français?

Slide 23 - Woordweb

- C'est monsieur Vincent
- Mon prof de français est  monsieur Vincent

Slide 24 - Tekstslide

Il est sympa?

Slide 25 - Woordweb

- Oui, il est sympa
- Non, il n'est pas sympa
- Non, il est sévère

Slide 26 - Tekstslide

Tu aimes les maths?

Slide 27 - Woordweb

- Oui, j'aime les maths
- Non, je n'aime pas les maths
- Non, je déteste les maths

Slide 28 - Tekstslide

À quelle heure tu commences aujourd'hui?
A
Hoe laat is het ?
B
Hoe laat is het vandaag?
C
Hoe laat begin je vandaag?
D
Hoe laat ben je klaar vandaag?

Slide 29 - Quizvraag

Tu as des devoirs?
A
Heb je huiswerk?
B
Heb je buikpijn?
C
Ben je thuis?
D
Ben je daar?

Slide 30 - Quizvraag

C'est pour quand?
A
Heb je huiswerk?
B
Hoe laat is het?
C
Voor wie is het?
D
Voor wanneer is het?

Slide 31 - Quizvraag

C'est pour quand?
A
Heb je huiswerk?
B
Hoe laat is het?
C
Voor wie is het?
D
Voor wanneer is het?

Slide 32 - Quizvraag

Tu aimes le dessin?
A
Hou je van tekenen?
B
Hou je van paarden?
C
Vind je tekenen leuk?
D
Vind je huisdieren leuk?

Slide 33 - Quizvraag

Tekst
Tu habites où?
Comment tu t'appelles?
Il pleure pourquoi?
C'est qui ton meilleur ami?
Qu'est-ce que c'est?

Ton anniversaire, c'est quand?
Tu as combien de frères?
Waar
Hoe
Waarom
Wie
Wat
Wanneer
Hoeveel

Slide 34 - Sleepvraag