Paragraaf 1.4 - Alles wordt duurder

Par 1.4 - Alles wordt duurder
Deze les leer je:
  1. Wat koopkracht is en waardoor het veranderd.
  2. Wat inflatie en deflatie is en wat de gevolgen daarvan zijn.
  3. Hoe je een procentuele stijging of daling berekend.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Par 1.4 - Alles wordt duurder
Deze les leer je:
  1. Wat koopkracht is en waardoor het veranderd.
  2. Wat inflatie en deflatie is en wat de gevolgen daarvan zijn.
  3. Hoe je een procentuele stijging of daling berekend.

Slide 1 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Stap 1: Maak zelfstandig in stilte de opdracht op het stencil

Stap 2: Klaar? Begin alvast met de opdrachten van par. 1.4

Stap 3: Klaar? Schrijf alle begrippen van 1.4 op in 
            eigen woorden
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Koopkracht
Je koopkracht is de hoeveelheid goederen en diensten die je met je inkomen kunt kopen. 

Je koopkracht is dus afhankelijk van: 
  • De prijzen 
  • Je inkomen 

Als je inkomen in procenten meer stijgt dan de prijzen, neemt je koopkracht toe. 

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeeld
  1. De prijzen stijgen met 2,5%. 
       Het inkomen van Ahmet stijgt met 1,5%. 
      Stijgt of daalt de koopkracht van Ahmet? 

    2. Het inkomen van Loïs stijgt met 3,5%. 
         Stijgt of daalt de koopkracht van Loïs? 

timer
1:30

Slide 4 - Tekstslide

CBS
Als je een goed beeld wilt van de prijsstijgingen, dan moet je alle prijsveranderingen weten.  
 
Het CBS onderzoekt dit. De afkorting CBS staat voor Centraal Bureau voor de Statistiek. 

Elke maand kijkt het CBS hoeveel de prijzen stijgen en dalen. 

 
 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Inflatie
Inflatie is een algemene stijging van de prijzen. 
 
Het gevolg van inflatie is dat je voor hetzelfde bedrag minder kunt kopen. Het geld wordt dus minder waard. 

Als je inkomen gelijk blijft, daalt door inflatie je koopkracht. 

 
 

Slide 7 - Tekstslide

Deflatie
Deflatie is een algemene daling van de prijzen. 
 
Het gevolg van deflatie is dat je voor hetzelfde bedrag meer kunt kopen. Het geld wordt dus meer waard. 
 
Als je inkomen gelijk blijft, stijgt door deflatie je koopkracht. 
 
 

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld
Griekse … houdt aan 
Het leven in Griekenland was vorige maand opnieuw aanzienlijk goedkoper dan een jaar eerder.  Dat blijkt uit cijfers die het Griekse statistiekbureau vrijdag heeft gepubliceerd. 
 
Welk woord ontbreekt in de titel van dit 
krantenbericht: inflatie of deflatie? 


    timer
    0:30

    Slide 9 - Tekstslide

    Opgave 36 p.22
    Stappenplan stijging of daling in % berekenen

    Stap 1: 
    100% = oud
    Stap 2:
    verschil oud en nieuw berekenen
    Stap 3:
    kruistabel of verhoudingstabel maken
    timer
    2:00

    Slide 10 - Tekstslide

    Zelfstandig werken
    Stap 1: Maak opgave 36 t/m 40 van par. 1.4
    Stap 2: Maak de oefenopgave van par. 1.4 op blz. 31
    Stap 3: Maak een samenvatting van blz. 22 en 23
    timer
    3:00

    Slide 11 - Tekstslide