Les 18 - 1HM3

Bienvenue au cours de français 
Lundi 13 novembre 2023

- telefoon in de telefoontas
- spullen op tafel (boek, etui, studieplanner)



1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Bienvenue au cours de français 
Lundi 13 novembre 2023

- telefoon in de telefoontas
- spullen op tafel (boek, etui, studieplanner)



Slide 1 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?




- Nakijken opdrachten 
- Herhalen être en avoir
- Uitleg regelmatige werkwoorden op -er
- Maken t/m 10
- Woordjes apprendre 1 unité 3

Slide 2 - Tekstslide

Après ce cours (na deze les):
- Kun je een regelmatig werkwoord op -er vervoegen in de présent (de tegenwoordige tijd)
- Kun je de getallen van 1-20 herkennen in een luisterfragment


Slide 3 - Tekstslide

Nakijken exercices
Exercice 4 t/m 6

Slide 4 - Tekstslide

Herhalen être - zijn

ik ben - je suis
jij bent - tu es
hij/zij/men is - il/elle/on est
wij zijn - nous sommes
jullie zijn/u bent - vous êtes
zij zijn - ils/elles sont
Herhalen avoir - hebben

ik heb - j'ai
jij hebt - tu as
hij/zij/men heeft - il/elle/on a
wij hebben - nous avons
jullie hebben/u heeft - vous avez
zij hebben - ils/elles ont

Slide 5 - Tekstslide

En nu even oefenen...
- Neem per tweetal een wisbordje en een stift
- Schrijf de juiste vertaling op van être óf avoir
- Probeer dit uit je hoofd te doen, want op de grammaticatoets moet je dit ook uit je hoofd doen!
- Je mag met z'n tweetjes overleggen

Slide 6 - Tekstslide

De regelmatige werkwoorden op -er



In het Nederlands kun je een regelmatig werkwoord vervoegen in de tegenwoordige tijd.

Het hele werkwoord/infinitief: werken, dansen, sporten
Als je een werkwoord wilt vervoegen, neem je eerst de...?

Slide 7 - Tekstslide

... de stam!
De stam (ik-vorm) van een werkwoord krijg je door de -en van het werkwoord af te halen.

de stam van werken is dan dus werk

Slide 8 - Tekstslide

Achter de stam komt dan een uitgang. Ieder persoonlijk voornaamwoord heeft een eigen uitgang.

Ik werk  -    Stam+niets
Jij werkt   -    Stam+t
Hij/Zij/Men werkt   -    Stam+t
Wij werken   -    Stam+en
Jullie werken   -    Stam+en
Zij werken   -    Stam+en

Slide 9 - Tekstslide

Et maintenant en français!
In het Frans gebeurt eigenlijk hetzelfde

De meeste regelmatige werkwoorden in het Frans eindigen op   -er.

Danser, Parler, Travailler

Slide 10 - Tekstslide

De stam van deze werkwoorden krijg je:

Door de -er van het werkwoord af te halen

De stam van parler wordt dan dus parl

Slide 11 - Tekstslide

Achter de stam komt dan een uitgang. Ieder persoonlijk voornaamwoord heeft een eigen uitgang.

Je parle  -    Stam+ e
Tu parles  -    Stam+ es
Il/Elle/On parle  -    Stam+ e
Nous parlons   -    Stam+ ons
Vous parlez   -    Stam+ ez
Ils/Elles parlent   -    Stam+ ent

Slide 12 - Tekstslide

Hoe doe je dat??

  • ik werk
  • werken = travailler
  • stam = travaill
  • ik = je
  • 'je' krijgt stam+e
  • je travaille

Dit zijn de stappen: 

  • wij dansen
  • dansen = danser
  • stam = dans
  • wij = nous
  • 'nous' krijgt stam+ons
  • nous dansons

Slide 13 - Tekstslide

En nu jullie!
- Neem per tweetal een wisbordje en een stift
- Schrijf de juiste vertaling en vervoeging op van het werkwoord
- Volg alle stappen zoals net in het voorbeeld
- Je mag met z'n tweetjes overleggen

Slide 14 - Tekstslide

Les devoirs
 Huiswerk voor vrijdag 17 november 4e/5e uur
- Maak 8A t/m 8C + 8E, 9 en 10
- Leren woordjes apprendre 1

Luistertoets unité 2+3  -Vrijdag 1 december


Slide 15 - Tekstslide

Check doelen - nu:
- Kun je een regelmatig werkwoord op -er vervoegen in de présent (de tegenwoordige tijd)
- Kun je de getallen van 1-20 herkennen in een luisterfragment


Slide 16 - Tekstslide