14.3 Vervuiling

14.3 Vervuiling 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

14.3 Vervuiling 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie leerlingen
https://mijnles.nu/invullen
JYCEV0V
Nul 0

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boeren moeten zich aan regels houden om milieuvervuiling tegen te gaan.
Wat zijn de gevolgen van ammoniak uit dierlijke mest?
A
Vermesting door nitraat
B
Verzuring door salpeterzuur
C
Vermesting en Verzuring

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Doelen 14.3
Aan het eind van 14.3 kun je:
1. drie manieren van afvalverwerkingen noemen
2. drie gevolgen van luchtvervuiling noemen en toelichten wat het inhoudt.
3. uitleggen wat het broeikaseffect en het versterkte broeikaseffect inhoudt
4. de koolstofkringloop uitleggen
5. uitleggen hoeveel vervuiling organismen kunnen verdragen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afvalverwerking
Nuttige toepassing: recycling, compost, hergebruik
Verbranden: restafval
Storten: vuilnisbelt

Slide 5 - Tekstslide

recycling: glas, blik, papier, plastic, grondstoffen worden opnieuw gebruikt
compost: gft
hergebruik: spullen, kleding, meubels, auto's, elektrische apparaten, tweedehands, kringloopwinkel
vuilnisbelt is aan onderkant afgedekt zodat geen giftige stoffen kunnen weglekken
plaatje: steeds meer afval krijgt nuttige toepassing
Drie manieren van afvalverwerking 
Wat gebeurt er met je afval? 
1. nuttige toepassing (recyclen, compost, hergebruik)
2. verbranden van restafval in vuilverbrandingsinstallaties. 
3. Storten op de vuilnisbelt

Daarnaast beland er helaas ook afval in de natuur: zwerfafval. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de afbraaktijd van een bananenschil?
A
1 jaar
B
Minimaal 20 jaar
C
Minimaal 50 jaar
D
Deze breekt niet af

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de afbraaktijd van een petfles?
A
1 jaar
B
Minimaal 20 jaar
C
Minimaal 50 jaar
D
Deze breekt niet af

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de afbraaktijd van kauwgom?
A
1 jaar
B
Minimaal 20 jaar
C
Minimaal 50 jaar
D
Deze breekt niet af

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de afbraaktijd van een blikje?
A
1 jaar
B
Minimaal 20 jaar
C
Minimaal 50 jaar
D
Deze breekt niet af

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zwerfafval 
je ziet hoe lang het duurt voor afval dat je in de natuur gooit is afgebroken

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 12 - Video

filmpje waarin restafval wordt verbrand, 
afvalenergiecentrale, geeft warmte, nuttige toepassingen
Luchtvervuiling 
  • Door de verbranding van fossiele brandstoffen (aardolie, aardgas en steenkool) komen er afvalstoffen vrij. 
  • Luchtvervuiling ontstaat door de uitstoot van de afvalstoffen: zwaveldioxide en stikstofoxide. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drie gevolgen van luchtvervuiling
Fijn stof:
  • kleine deeltjes in de lucht (stof, roet)
Smog:
  • een vieze mist van vervuilende gassen en stofdeeltjes.
Verzuring:
  • zwaveldioxide, stikstofoxide en ammoniak zorgen voor zure neerslag. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verzuring

Slide 15 - Tekstslide

plaatje vorige les ook gezien
verzuring ontstaat door ammoniak uit mest maar ook door zwaveldioxide en stikstofoxiden
zure regen -> in bodem of grondwater, vooral in zandgronden verzuring want humus en kalk neutraliseren het
2 gevolgen: mineralen lossen op en spoelen naar het grondwater, 
onbereikbaar voor plantenwortels
giftige stoffen komen vrij zoals lood en aluminium waardoor wortelharen beschadigen en planten ziek worden
(versterkt) Broeikaseffect
broeikas effect: 
  • het tegenhouden van warmtestraling waardoor de aarde op een leefbare temperatuur blijft. 

versterkt broeikaseffect:
  • Door de stijgende hoeveelheid koolstofdioxide (CO2) wordt het broeikaseffect sterker, de aarde wordt dus steeds warmer. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Koolstofkringloop
Het Koolstofdeelte (C) verplaatst zich tussen de processen van verbranding/fotosynthese en de voedselkringloop. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel vervuiling verdragen organismen? 
Habitat:
  • plek met gunstige omstandigheden om te overleven voor een organisme. 
Abiotische factoren:
  • invloeden uit de levenloze natuur (temperatuur, hoeveelheid licht en vocht)
Biotische factoren:
  • Invloeden van andere organismen (voedselbron, voedselconcurrenten, schuilplaats)

De factoren kunnen veranderen door de vervuiling/opwarming van de aarde. Het hangt van de tolerantiegrenzen af of organismen het overleven. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

14.3
Maken opdr 1 t/m 28
Nakijken via It's Learning 

Mag je twee lessen over doen. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies