Hoofdstuk 4.1 deel 2

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 4.1

deel 2

4.1 deel 2

Les doelen:

Je kunt bij berekeningen met decimale getallen de komma verschuiven.

Je kunt getallen afronden.

Je kunt grote getallen afronden. 

4.1 Decimale getallen

Decimale getallen zijn getallen met cijfers achter de komma.

1 decimaal

2 decimalen

3 decimalen

Zet op volgorde van klein naar groot (herhaling)

6,98

7,091

6,905

7,91

6,019

7,109

6,59

Komma verschuiven

Komma verschuiven

7492,63 : 1000 = 

273,9⋅100=

4.1 Komma verschuiven

Bij vermenigvuldigen verschuift de komma naar rechts.

Bij delen verschuift de komma naar links.

Bereken:

1000⋅1,0037

Bereken: 0,053 : 100

Hoe moet ik afronden?

Afronden 

Wil je op 1 decimaal afronden? Dan kijk je naar het 2e decimaal. 

1,26638

Afronden 

Wil je op 3 decimaal afronden? Dan kijk je naar het 4e decimaal. 

1,26638

Even oefenen..

• 1,0783548
  - Afronden op 1 decimaal
  - Afronden op 2 decimalen
  - Afronden op 3 decimalen 

4.1 Decimaal getal afronden op helen

Decimaal getal afronden op helen:

• Afronden op helen betekent geen decimalen.
• Kijk naar de 1e decimaal en rond dan de eenheden af naar boven of onder.

Voorbeeld:

Rond 10,627 af op een heel getal.

1. Kijk naar de 1e decimaal -> 6.

2. 6 is groter dan 5, dus afronden naar boven -> 11

Rond 2405,9845 op één decimaal

Rond 2405,9845 op een heel getal

Afronden 

Soms wil je afronden op tientallen, honderdtallen, duizendtallen etc.

Afronden op honderdtallen:

879324

97327501

Afronden op duizendtallen:

6489260

825347599

4.1 Afronden grote getallen

Afronden grote getallen:

• Afronden op bv. duizendtallen.
• Kijk naar het cijfer van de honderdtallen en rond af naar boven of onder.
• Dit geldt natuurlijk ook voor afronden op honderdtallen, tienduizendtallen etc. .

Voorbeeld:

Rond 3 785 263 af op duizendtallen.

1. Kijk naar de honderdtallen -> 2.

2. 2 is kleiner dan 5, dus afronden naar beneden -> 3 785 000

Grote getallen afronden

Rond 2405,9845 op honderdtallen

Nu zelf aan de slag!

• Aan de slag.
• Je maakt 14 t/m 21 + 23 t/m 26 voor morgen.