Cognitieve ontwikkeling in de adolescentie

Piaget: hoe zat het nu al weer?
Even herhalen: we zitten bij cognitieve ontwikkeling (= het verstand, de informatieverwerking van de hersenen)

  1. de baby: sensomotorische fase 
  2. kleuter: preoperationele fase 
  3. het schoolkind: concrete operationeel denken 
                   
                      volgende 3 slides zijn herhaling (goed als opfrissing)

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GedragswetenschappenSecundair onderwijs

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Piaget: hoe zat het nu al weer?
Even herhalen: we zitten bij cognitieve ontwikkeling (= het verstand, de informatieverwerking van de hersenen)

  1. de baby: sensomotorische fase 
  2. kleuter: preoperationele fase 
  3. het schoolkind: concrete operationeel denken 
                   
                      volgende 3 slides zijn herhaling (goed als opfrissing)

Slide 1 - Tekstslide

de baby: sensomotorische fase (pg 23)

  • de baby ontdekt de wereld door waar te nemen  (zintuigen) en al doende.
  • de baby ontdekt in deze fase de wereld en krijgt wanneer hij ouder wordt langzaamaan het besef dat dingen ook blijven bestaan wanneer hij deze niet direct waarneemt; ze blijven permanent. Dit noemen we objectpermanentie (zie video - @Warre en Viktor: zeker bekijken!).Dit is belangrijk, omdat het een voorwaarde is voor het voorstellingsvermogen.

Slide 2 - Tekstslide

de kleuter: preoperationele fase (pg 25)
  • Het kind gaat de wereld ontdekken door middel van symbolen. 
  • Hij leert objecten namen te geven en gaat beseffen dat bepaalde woorden voor meerdere dingen staan. Het kind kan echter nog geen concrete denkhandelingen verrichten

  • de fantasie begint te ontwikkelen (sprookjes vinden ze fantastisch, ze houden van doe-alsofspel)

Slide 3 - Tekstslide

het schoolkind: concreet operationeel denken (pg 25-26)
  • leert denkoperaties uitvoeren en logisch nadenken
  • het kind leert schrijven, lezen en rekenen
  • kinderen 
  • conservatiebegrip: zie video (@Warre en Viktor; zeker bekijken! Lagere schoolkinderen kunnen deze oefeningen wél oplossen, kleuters nog niet)

Slide 4 - Tekstslide

Welke ontwikkelingstheorie heeft Piaget ontwikkeld?
A
sociale
B
biologische
C
cognitieve
D
democratische

Slide 5 - Quizvraag

Volgens Piaget zijn er vier ontwikkelingsfasen. Welke ontwikkelingsfase hoort hier NIET bij?
A
Sensomotorische ontwikkeling
B
Formeel operationele ontwikkeling
C
Preoperationele ontwikkeling
D
Cognitief operationele ontwikkeling

Slide 6 - Quizvraag

Herhaling Piaget: sleep de juiste begrippen naar de juiste ontwikkelingsfase. Je vindt alles terug in de cursus van pg 23-26
BABY
PEUTER
KLEUTER
SCHOOLKIND
conservatiebegrip
sensomotorische fase
objectpermanentie
preoperationele fase
taalontwikkeling
concreet operationele fase

Slide 7 - Sleepvraag

5.5 de adolescent: cognitieve ontwikkeling (pg 65)
  • naast de duidelijke lichamelijke veranderingen: ook in de hersenen (= cognitief) verandert er véél.
  • verschillende delen van ons brein en de verbindingen ertussen komen tot           ontwikkeling
  • niet alle hersengebieden rijpen even snel!

Slide 8 - Tekstslide

5.5.1 Veranderingen in de hersenen (pg 65-67)



  • formeel operationeel denken (pg 65)
  • moeite met plannen en langetermijndenken (pg 66)
  • egocentrisme en een onrealistisch zelfbeeld (pg 66)
  • kritische ingesteldheid (pg 67)
  • creativiteit (pg 67)
onderstaande titels: duid deze zaken aan in je boek!
In de volgende slides vind je deel per deel uitgelegd.

Slide 9 - Tekstslide

formeel operationeel denken (pg 65)
  • formeel-operationeel denken: abstract denken en hypothetisch denken = als.... dan..... : zie video (de kleine jongen kan nog niet hypothetisch denken, het tienermeisje wel)

Slide 10 - Tekstslide

moeite met plannen en langetermijndenken (pg 66)
  • tieners hebben het moeilijk zichzelf tegen te houden om te doen waar ze zin in hebben
  • keuzes zijn gebaseerd op korte termijn & wat het meeste voordeel geeft
  • schoolwerk zelfstandig plannen en combineren met leuke(re) activiteiten brengt uitstelgedrag mee

Slide 11 - Tekstslide

Zoek zelf voorbeelden waaruit blijkt dat tieners moeite hebben met plannen en vooruit kijken. Je schrijft ze daarna over in je boek op pg. 66

Slide 12 - Open vraag

egocentrisme en een onrealistisch zelfbeeld (pg 66)
  • tieners zijn erg gefocust op hun eigen functioneren
  • egocentrisme -> zichzelf centraal stellen
  • hebben het gevoel uniek te zijn
  • hebben het gevoel dat hen niets kan overkomen
  • moeite om gevaar in te schatten
  • imaginaire publiek -> denken dat iedereen met hen bezig is 

Slide 13 - Tekstslide

Zoek voorbeelden waaruit blijkt dat tieners vaak egocentrisch denken. Schrijf ze daarna over in je boek pg 67

Slide 14 - Open vraag

kritische ingesteldheid (pg 67)
  • n.a.v. hypothetisch denken: nemen niet zomaar alles voor waar aan
  • alles wordt in vraag gesteld
  • kritische ingesteldheid en veel vragen stellen 

Slide 15 - Tekstslide

Zoek voorbeelden van normen (geen waarden) van volwassenen waar tieners kritisch tegenover kunnen staan.
Schrijf ze daarna over in je boek pg. 67

Slide 16 - Open vraag

creativiteit (pg 67)
  • adolescenten hebben een flexibel brein en leren sneller dan volwassenen
  • elke generatie brengt een aantal jongeren voort die tonen dat je op heel jonge leeftijd al geniale ideeën kunt hebben.
  • bv. Mark Zuckerberg, Netsky, Coely, bekende jonge Tiktokkers,...

Slide 17 - Tekstslide