Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Beta
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H4-V4 thema 4 vraagwoorden
1 / 40
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
40 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
We starten in 2 minuten met de les.
Jullie zitten vandaag volgens plattegrond!
Slide 2 - Tekstslide
Welke 'interrogativos/vraagwoorden' ken je al in het Spaans?
Slide 3 - Open vraag
Vragende voornaamwoorden
¿Qué?
Wat?
¿Quién (es)?
Wie?
¿Cómo?
Hoe?
¿Dónde?
Waar?
¿Cuándo?
Wanneer?
¿Cuál (es)?
Welk(e)?
*¿A dónde?
Waarheen?
*¿De dónde?
Vanwaar?
¿Por qué?
Waarom?
¿Cuánto/a/os/as?
Hoeveel?
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Sleep het Spaanse woord naar de juiste vertaling!
wanneer?
waarom?
waar vandaan?
hoeveel
welke?
waar?
waarheen?
hoe?
wat?
wie?
¿Cuánto?
¿Cómo?
¿Qué?
¿Quién?
¿Cuándo?
¿Cuál?
¿Adónde?
¿Dónde?
¿De dónde?
¿Por qué?
Slide 6 - Sleepvraag
Sleep de vraagwoorden naar de juiste zin.
¿... te llamas?
¿... años tienes?
¿... están mis llaves?
¿... es tu número de teléfono?
Cómo
Cuántos
Dónde
Cuál
Slide 7 - Sleepvraag
Welk vraagwoord past in deze zin?
¿ _____________ hermanos tienes?
A
Cómo
B
Qué
C
Cuántos
D
Dónde
Slide 8 - Quizvraag
Welk vraagwoord past in deze zin?
¿ _____________ se llama tu mejor amigo?
A
Cómo
B
Qué
C
Cuánto
D
Dónde
Slide 9 - Quizvraag
Welk vraagwoord past in deze zin?
¿ _____________ te llamas?
A
Cómo
B
Qué
C
Cuánto
D
Dónde
Slide 10 - Quizvraag
Welk vraagwoord past in deze zin?
¿ _____________ está tu escuela? - En Ámsterdam.
A
Cómo
B
Qué
C
Cuánto
D
Dónde
Slide 11 - Quizvraag
Categorie I: eenvoudig
¿Dónde? Waar?
¿Cuándo? Wanneer?
¿Cómo? Hoe?
¿Por qué? Waarom?
Let op de accenttekens!
Slide 12 - Tekstslide
(Waar) está el estadio de fútbol Azteca?
A
¿Cómo
B
¿Dónde
C
¿Por qué
D
¿Qué
Slide 13 - Quizvraag
(Waarom) estudias español?
A
¿Qué
B
¿Cómo
C
¿Dónde
D
¿Por qué
Slide 14 - Quizvraag
Categorie II: iets lastiger
Deze vraagwoorden nemen het
geslacht
of
getal
van het zelfstandig naamwoord over:
¿Quién? ¿Quiénes? Wie?
¿Cuánto-a? ¿Cuántos-as? Hoeveel?
Slide 15 - Tekstslide
¿Quién, quiénes?
¿
Quién
es esa chica?
¿
Quiénes
son esos chicos?
Slide 16 - Tekstslide
¿Cuánto-a, Cuántos-as?
¿
Cuántas
piñas
hay en la foto?
¿
Cuántos
peces
hay en la foto?
Slide 17 - Tekstslide
¿(Wie) es tu profesor de inglés?
A
¿Cuánto
B
Cuánta
C
¿Quién
D
¿Quiénes
Slide 18 - Quizvraag
¿(Hoeveel) platos mexicanos conoces?
A
¿Cuántos
B
¿Cuánta
C
¿Quiénes
D
¿Cuánto
Slide 19 - Quizvraag
Categorie III: een uitdaging
QUÉ
en
CUÁL
betekenen allebei WAT en WELK/E in het Nederlands.
CUÁL
wordt gebruikt bij het werkwoord SER en is veranderlijk.
CUÁL
neemt het geslacht en getal van het bijbehorende zelfstandig naamwoord over.
Slide 20 - Tekstslide
¿Cuál? ¿Qué?
Wat is
je favoriete liedje? ¿Qué quieres beber?
Slide 21 - Tekstslide
¿(Wat) es tu clase favorita?
A
¿Cuál
B
¿Cuáles
C
¿Qué
D
¿Qués
Slide 22 - Quizvraag
¿(wat) vamos a comer el fin de semana?
A
¿Cuál
B
¿Cuáles
C
¿Qués
D
¿Qué
Slide 23 - Quizvraag
Kies het juiste vraagwoord.
-¿....viven tus abuelos?
- En Almere.
A
Cúando
B
Cómo
C
Dónde
D
Quién
Slide 24 - Quizvraag
Kies het juiste vraagwoord.
- ¿....tenemos biología?
- En la tercer hora (het derde uur).
A
Por qué
B
Dónde
C
Cómo
D
Cuándo
Slide 25 - Quizvraag
Kies het juiste vraagwoord.
- ¿....no comes carne?
- Porque soy vegetariano.
A
Cuándo
B
Por qué
C
Quién
D
Dónde
Slide 26 - Quizvraag
Kies het juiste vraagwoord.
- ¿....es tu hermana?
- Es alta, guapa y muy simpática.
A
Dónde
B
Por qué
C
Cómo
D
Cuánto
Slide 27 - Quizvraag
QUÉ of CUÁL- CUÁLES
Betekenis = welk/ welke
Qué +
znw
Cuál + ww ser
Slide 28 - Tekstslide
Kies uit "qué- cuál -cuáles"
- ¿... es tu casa?
A
Cuáles
B
Cuál
C
Qué
Slide 29 - Quizvraag
-¿....días practicas natación?
A
Qué
B
Cuál
C
Cuáles
Slide 30 - Quizvraag
¿.... son tus libros?
A
Cuál
B
Cuáles
C
Qué
Slide 31 - Quizvraag
¿.... es capital de México?
A
Cuál
B
Qué
C
Cuáles
Slide 32 - Quizvraag
¿.... asignaturas tenemos hoy?
A
Cuáles
B
Qué
C
Cuál
Slide 33 - Quizvraag
Quién / Quiénes
Cuánto/s - cuántas
Slide 34 - Tekstslide
¿..... es tu madre?
A
Quién
B
Quiénes
Slide 35 - Quizvraag
¿.... son tus compañeros de clase?
A
Quién
B
Quiénes
Slide 36 - Quizvraag
¿..... ingredientes lleva la paella?
A
Cuántas
B
Cuánto
C
Cuántos
Slide 37 - Quizvraag
¿.... cuestan las enchiladas?
A
Cuánto
B
Cuántos
C
Cuánta
Slide 38 - Quizvraag
¿... salsa quieres preparar?
A
Cuánto
B
Cuánta
C
Cuántos
Slide 39 - Quizvraag
V4=Invullen oef. ww met klinkerwisseling
Slide 40 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
VRAAGWOORDEN
December 2023
- Les met
22 slides
Spaans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
HS 2 Bron D Vraagwoorden quiz
August 2024
- Les met
37 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
VRAAGWOORDEN
June 2022
- Les met
17 slides
Spaans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Vraagwoorden jaar 3
February 2024
- Les met
27 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Qué aproveche Bron A, Bron B & Bron C
November 2024
- Les met
39 slides
Spaans
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute V
Leerroute 5
3HV - Les 11 - vraagwoorden
June 2024
- Les met
21 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
3HV - Les 11 - vraagwoorden
October 2024
- Les met
23 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
3HV - Les 11 - vraagwoorden (18th Okt)
October 2023
- Les met
22 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3