GAN 20/04

De dagen van de week

1 / 33

Slide 1: Tekstslide

ANT2+BasisschoolGroep 4,6

In deze les zitten 33 slides, met tekstslides.

Lesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De dagen van de week

Slide 1 - Tekstslide

De dagen van de week

* Dagen en onthoudtrucjes

* Welke dag komt net voor/na?

* Gesprek 'Corona, het virusje...'

Slide 2 - Tekstslide

De kalender

* Soorten kalenders?

* Begrippen: week, schoolweek en weekend

* Aantal dagen per maand/jaar, aantal seizoenen, aantal uren per dag, maand met minst aantal dagen, ...

Slide 3 - Tekstslide

De weerkalender

Slide 4 - Tekstslide

Het weer

* Welk weer is het vandaag?

* Is het koud/warm? Is er regen, zijn er wolken, ...?

* Welke kledij draag je?

* Welk seizoen is het? Wanneer begint/eindigt elk seizoen?

* Seizoenselementen + zinnen

Slide 5 - Tekstslide

Hassah

Slide 6 - Tekstslide

STAM op d

STAM= ik - vorm van het werkwoord

Bv. werken= (ik) werk

STAM + t bij hij/zij/...: werkt

STAM OP D

Bv. antwoorden= ik antwoord

Jij antwoordt (stam + t)

Antwoord jij? GEEN t!

Slide 7 - Tekstslide

Woorden met d of t

STAP 1: maak het woord langer

STAP 2: ik schrijf wat ik hoor

Bv. kran. - kranten - krant

lan. - landen - land

Slide 8 - Tekstslide

STAM op d

STAM= ik - vorm van het werkwoord

Bv. werken= (ik) werk

STAM + t bij hij/zij/...: werkt

STAM OP D

Bv. antwoorden= ik antwoord

Jij antwoordt (stam + t)

Antwoord jij? GEEN t!

Slide 9 - Tekstslide

Verkleinwoorden

1) + je= huisje

2) + pje= meestal 'm' op het einde van een woord. Niet: bloemetje!

3) Kattenwoord: + etje: verdubbel medeklinker

4) Woorden op oe, ie, ee + tje

5) Klinker einde: o --> ootje, a - aatje, ... Uitzonderingen: schip - scheepje, blad - blaadje

Slide 10 - Tekstslide

Meervoud

+ en

Let op: f--> v

Open/gesloten lettergreep

bv. verhaal - verhalen

+e (bijvoeglijk naamwoord), bv. dikke boeken

Slide 11 - Tekstslide

Woorden als banaan

Meervoud

Banaan – bananen

Eerste lettergreep: schrijf over

Lange klank, een medeklinker: mondje open – klinkertje weggelopen

Kanon – kanonnen

Eerste lettergreep: schrijf over

Korte klank, eenzelfde medeklinker: schrijf dubbel

Opgelet: papier – papieren (tweeklank) + en

Verkleinwoord= + je, pje, etje (ng) + verdubbeling medeklinker

Opgelet: papier – papieren (tweeklank) + en

Slide 12 - Tekstslide

Woorden als banaan

Verkleinwoord= + je, pje, etje (ng) + verdubbeling medeklinker

Slide 13 - Tekstslide

Daniel

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Hassah

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide