Laatste les voor de herkansing

Laatste les voor de herkansing
De marketing pub quiz
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Laatste les voor de herkansing
De marketing pub quiz

Slide 1 - Tekstslide

Een juwelier heeft als verkoopsysteem:
A
bediening
B
zelfbediening
C
semi-zelfbediening

Slide 2 - Quizvraag

Ansoff
Wat is diversificatie?
A
Bestaande markt, bestaand product
B
Nieuwe markt, bestaand product
C
Bestaand product, bestaande markt
D
Nieuw product, nieuwe markt

Slide 3 - Quizvraag

Ansoff
Wat is marktpenetratie?
A
Verkopen van bestaande producten in bestaande markt
B
Nieuwe producten in nieuwe markt
C
Bestaande producten in nieuwe markt
D
Nieuwe producten in bestaande markt

Slide 4 - Quizvraag

Ansoff
Voor het eerst grasmaaiers verkopen in Zuid-Afrika.
A
Marktpenetratie
B
Productontwikkeling
C
Marktontwikkeling
D
Diversificatie

Slide 5 - Quizvraag

PLC
Tijdens welke PLC fase behaal je de meeste winst?
A
introductie
B
groei
C
volwassenheid
D
verzadiging

Slide 6 - Quizvraag

Verdienmodel
Tot welk verdienmodel behoort
A
Servitization
B
Lokaasmodel
C
Transactiemodel

Slide 7 - Quizvraag

Verdienmodel
Wat voor verdienmodel heeft Spotify?
A
Verkoop tegen betaling
B
Uurtje factuurtje
C
Abonnement
D
Advertentiemodel

Slide 8 - Quizvraag

Verdienmodel
Wat voor verdienmodel heeft een Senseo?
A
uurtje factuurtje
B
servicemodel
C
lokaasmodel
D
abonnementsmodel

Slide 9 - Quizvraag

Retailmix
Onder welke p uit de retailmix valt het assortimentsbeleid?
A
Prijs 
B
Plaats 
C
Promotie 
D
Product 

Slide 10 - Quizvraag

Retailmix
Welk instrument van de retailmix speelt voor een onlinewinkel een kleinere rol dan bij een fysieke winkel?
A
Prijs
B
Assortiment
C
Plaats
D
Personeel

Slide 11 - Quizvraag

Retailmix
Een koffiezaak heeft onderzoek laten doen naar haar uitstraling. De conclusie is dat de inrichting van de zaak, qua kleur en vormgeving nog wat beter afgestemd kan worden op de doelgroep.

Bij welke P van de retailmix hoort deze activiteit?
A
product
B
plaats
C
promotie
D
presentatie

Slide 12 - Quizvraag

Een supermarkt voegt een bakkerij toe aan zijn aanbod. Welke beweging in de bedrijfskolom wordt hier toegepast?
A
Integratie
B
Differentiatie
C
Parallellisatie
D
Specialisatie

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde van de Customer Journey
A
Overweging - Oriëntatie - Loyaliteit - Gekocht - Bewustwording
B
Bewustzijn - Keuze maken - Kopen - Showen - Retour
C
Bewustwording - Overweging- Evaluatie - aankoop - Loyaliteit
D
Overtuigen - Kopen - Ervaren - Loyaliteit - Herahaal aankoop

Slide 14 - Quizvraag

Het verkoopsysteem van Perrysport is
A
zelfbediening
B
semi-zelfbediening
C
service

Slide 15 - Quizvraag

Deze rol in de DMU zet de handtekening onder een koopcontract
A
Gebruiker
B
Gatekeeper
C
Initiator
D
Beslisser

Slide 16 - Quizvraag

Hoe wordt binnen de DMU de beheerser van informatiestromen genoemd?

A
Beinvloeder of influencer
B
Beslisser of decider
C
Inkoper
D
Gatekeeper

Slide 17 - Quizvraag

Kapperszaak Rapunzel is gespecialiseerd
in het vlechten van haar van dames
met extreem lang haar.
Welke marktbenaderingsstrategie past
deze kapperszaak toe?
A
gedifferentieerde marketingstrategie
B
niche marketing strategie
C
ongedifferentieerde marketingstrategie

Slide 18 - Quizvraag

Jumbo richt zich met één promotiecampagne op alle verschillende soorten consumenten tegelijk.
Dit noem je een ..
A
gedifferentieerde marktbenadering
B
ongedifferentieerde marktbenadering
C
geconcentreerde marktbenadering
D
niche-strategie

Slide 19 - Quizvraag

Van welke beweging in de bedrijfskolom is sprake als fabrikanten direct gaan leveren aan consumenten?
A
Integratie
B
Differentiatie
C
Parallellisatie
D
Specialisatie

Slide 20 - Quizvraag

Niene werkt haar website bij zodat ze op een natuurlijke wijze hoog in de zoekresultaten komt te staan
A
SEO
B
SEA
C
Affiliatie marketing
D
Dropshipment

Slide 21 - Quizvraag

welk verkoopsysteem zie je hier?
A
zelfbediening
B
BUZ-systeem
C
zelfkeuze
D
semi-zelfbediening

Slide 22 - Quizvraag

Waarop is geografische segmentatie gebaseerd?
A
Opleidingsniveau
B
Inkomen
C
Leeftijd
D
Locatie of regio

Slide 23 - Quizvraag

Wat is een kenmerk van psychografische segmentatie?
A
Het indelen van de markt op basis van gezinssituatie.
B
Het indelen van de markt op basis van persoonlijkheidskenmerken en levensstijl.
C
Het indelen van de markt op basis van locatie.
D
Het indelen van de markt op basis van inkomen en sociale klasse.

Slide 24 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een unsought good
A
Keukentafel
B
Uitvaartverzekering
C
Wijn
D
Vliegticket

Slide 25 - Quizvraag

Wat is kenmerkend voor een shopping good?
A
Iets duurder en wat meer bedenktijd
B
Goedkoop en weinig bedenktijd
C
Je bent er niet naar opzoek
D
Lange bedenktijd en duur.

Slide 26 - Quizvraag

Een klant vraagt een makelaar om advies over de verkoop van zijn woning. In een gesprek worden de voor-en nadelen van het huis en de verkoopkosten besproken.

Met welk kenmerk van diensten heeft de makelaar hier te maken?

A
Heterogeniteit
B
Interactieve consumptie
C
Onaantastbaarheid
D
Vergankelijkheid

Slide 27 - Quizvraag

Niene adverteert op een andere web site dan die van haarzelf. Dit is een voorbeeld van:
A
SEO
B
SEA
C
Affiliatie marketing
D
Dropshipment

Slide 28 - Quizvraag

Wat wordt verstaan onder exclusieve distributie?
A
Minder verkooppunten, je wilt een bepaald imago meegeven of er is speciale vakkennis vereist
B
Je product op een zeer beperkt aantal plaatsen verkrijgbaar.
C
Je product via zoveel mogelijk winkels verkopen.
D

Slide 29 - Quizvraag

Wat is een kenmerk van selectieve distributie?
A
Elk verkooppunt mag het merk van de producent verkopen
B
De producent selecteert verkooppunten op basis van bepaalde criteria
C
De distributiekosten worden zo laag mogelijk gehouden
D
Selectieve distributie wordt alleen toegepast bij fast moving consumer goods

Slide 30 - Quizvraag

Wat is geen voorbeeld van direct marketing
A
een e-mail met een persoonlijke kortingscode
B
een geadresseerde brief van de postcodeloterij
C
telemarketing
D
een service merchandiser

Slide 31 - Quizvraag

Wat is een betalingskorting?
A
Een korting gekoppeld aan de afname van producten
B
Een korting om tijdelijk de verkoop van een product te stimuleren
C
Een korting voor snelle betalers

Slide 32 - Quizvraag

Wat is een kwantumkorting?
A
korting bij het plaatsen van grote orders
B
korting om tijdelijk een product te stimuleren
C
korting voor snelle betalers
D
korting voor een vaste klant

Slide 33 - Quizvraag

Wat is een advertorial?
A
Een promotie op sociale media.
B
Een persbericht dat betaald is.
C
Een interview met een bekend persoon.
D
Een advertentie in de vorm van een redactioneel artikel.

Slide 34 - Quizvraag

Wie is binnen een DMU belast met de nazorg en evaluatie?

A
Beïnvloeder
B
Gatekeeper
C
Gebruiker

Slide 35 - Quizvraag