Paragraaf 5.4.2 (r)

Paragraaf 5.4.2
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Paragraaf 5.4.2

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk
Lees paragraaf 5.4.2
  1. Onderstreep of schrijf in je schift (Oosijs) wat een waterscheiding is
  2. Oosijs de vijf factoren die de waterafvoer bepalen
  3. Oosijs de betekenis van het begrip 'vertragingstijd'
  4. Oosijs de betekenis van de begrippen 'debiet' en 'regiem' 
  5. Oosijs de betekenis van het begrip 'piekafvoer'
  6. Oosijs de betekenis van het begrip 'verval'
  7. Oosijs de betekenis en de berekening van het begrip 'verhang'
  8. Oosijs het de kenmerkende woorden van de twee lengteprofielen van een rivier
  9. Oosijs 2 landschapskenmerken voor de bedijking en 2 landschapskenmerken na de bedijking.
  10. ..
  11. ..
  12. Oosijs de 6 stappen van de redenering waardoor er na de 12e eeuw steeds meer dijken werden aangelegd.
  13. Oosijs de betekenis van het begrip 'dwarsprofiel'.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Onderstreep of schrijf in je schrift (Oosijs) wat een waterscheiding is
  2. Oosijs de vijf factoren die de waterafvoer bepalen
  3. Oosijs de betekenis van het begrip 'vertragingstijd'
  4. Oosijs de betekenis van de begrippen 'debiet' en 'regiem'
  5. Oosijs de betekenis van het begrip 'piekafvoer'
  6. Oosijs de betekenis van het begrip 'verval'
  7. Oosijs de betekenis en de berekening van het begrip 'verhang'
  8. Oosijs het de kenmerkende woorden van de twee lengteprofielen van een rivier
  9. Oosijs 2 landschapskenmerken voor de bedijking en 2 landschapskenmerken na de bedijking.
  10. Je kunt verklaren hoe zandige oeverwallen en kommen ontstonden in het bovenrivierengebied vóór de bedijking.
  11. Je kunt verklaren waarom de oeverwallen in het benedenrivierengebied vóór de bedijking kleiig en lager waren, en hoe dit leidde tot moerassige gebieden en laagveen.
  12. Oosijs de 6 stappen van de redenering waardoor er na de 12e eeuw steeds meer dijken werden aangelegd.
  13. Oosijs de betekenis van het begrip 'dwarsprofiel'.

Slide 3 - Tekstslide

Tekstanalyse
Lees 'de stroomgebieden vergeleken'
  • Onderstreep of schrijf in je schrift (Oosijs) wat een waterscheiding is 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Tekstanalyse
Lees 'waterafvoer'
  • Oosijs de vijf factoren die de waterafvoer bepalen
  • Oosijs de betekenis van het begrip 'vertragingstijd'
  • Oosijs de betekenis van de begrippen 'debiet' en 'regiem'
  • Oosijs de betekenis van het begrip 'piekafvoer'

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Tekstanalyse
Lees: 'Lengte- en dwarsprofielen'
  • Oosijs de betekenis van het begrip 'verval'
  • Oosijs de betekenis en de berekening van het begrip 'verhang'
  • Oosijs het de kenmerkende woorden van de twee lengteprofielen van een rivier

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Tekstanalyse
Lees: 'Voor de bedijking'
  • Oosijs 2 landschapskenmerken voor de bedijking en 2 landschapskenmerken na de bedijking.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Tekstanalyse
Lees: 'Na de bedijking'
  • Oosijs de 6 stappen van de redenering waardoor er na de 12e eeuw steeds meer dijken werden aangelegd.
  • Oosijs de betekenis van het begrip 'dwarsprofiel'.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Zoek in de atlas op welke zijrivieren er in de Rijn instromen bij:
  • Zurich (SU) 
  • Straatsburg
  • Mannheim
  • Mainz
  • Bingen
  • Bad Emst
  • Koblenz (DE)
  • Bonn
  • Duisburg
  • Wesel (gebruik ook 101c)

Slide 16 - Tekstslide

Zoek in de atlas op welke zijrivieren er in de Rijn instromen bij:
  • Koblenz (SW)  : Aare
  • Straatsburg: Ill
  • Mannheim: Neckar
  • Mainz: Main
  • Bingen: Nahe
  • Lahnstein: Lahn
  • Koblenz (DE): Moezel
  • Bonn: Sieg
  • Duisburg: Ruhr
  • Wesel: Lippe

Slide 17 - Tekstslide