Laatste les voor het examen herhaling

Lezen en luisteren
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lezen en luisteren

Slide 1 - Tekstslide

Programma
- Herhaling
- Tips voor het examen
- Achterstanden bijwerken en evaluatieformulier invullen

Slide 2 - Tekstslide

Datum examen
Dinsdag 19 april van 12:00 uur tot 14:00 uur.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Onderwerp

- Waar gaat de tekst over?
- Titel, inleiding
- één tot drie woorden




Examen:
- Wat is het onderwerp van deze tekst?
- Wat is het deelonderwerp van alinea 5?
Hoofdgedachte

- Belangrijkste wat een schrijver over het onderwerp duidelijk wil maken. 
- Titel, inleiding, slot
- Hele zin



Examen:
- Wat is de hoofdgedachte van tekst 3?

Slide 5 - Tekstslide

Teksten hebben een .....
Inleiding, kern & slot

Deze moet jij kunnen herkennen.

Slide 6 - Tekstslide

Uit een wereldwijd onderzoek naar slaappatronen blijkt dat de gemiddelde Nederlander bijna een uur meer slaapt dan iemand uit Singapore of Japan. 

Slide 7 - Tekstslide

Welke functie heeft deze inleiding?
A
Vraag stellen
B
Aandacht trekken
C
Een verwachting scheppen
D
Het onderwerp introduceren

Slide 8 - Quizvraag

Een vlogger verdient geld als hij of zij een product aanprijst. Om hun kijkers niet ‘voor de gek te houden’ gebruiken ze vaak de hashtag #ad. Zo is het duidelijk dat het om een gesponsord product gaat. Zolang de kijkers niet blind volgen wat Jelly, Monica en Nikkie doen, kan reclame in een vlog dus geen kwaad.

Slide 9 - Tekstslide

Welke functie heeft het slot?
A
Een samenvatting geven
B
Een toekomstverwachting schetsen
C
Een conclusie trekken
D
Een aanbeveling doen

Slide 10 - Quizvraag

Tekstverbanden en signaalwoorden
Zie het overzicht in de theorie. Zorg ervoor dat je zoveel mogelijk signaalwoorden kunt herkennen. 

Slide 11 - Tekstslide


  Om welk tekstverband gaat het in zin 2?
A
volgorde in tijd
B
opsomming
C
reden
D
conclusie

Slide 12 - Quizvraag

Hoofd- en bijzaken
Hoofdzaken --> belangrijke informatie
Bijzaken --> minder belangrijke informatie, zoals voorbeelden en extra uitleg. 

Slide 13 - Tekstslide

Wat is de hoofdzaak?
De burgemeester bezocht afgelopen zaterdag mevrouw de Jong voor haar honderdste verjaardag.
Mevrouw de Jong woont in een verzorgingshuis.
___________________
A
De burgemeester bezocht afgelopen zaterdag mevrouw de Jong voor haar honderdste verjaardag.
B
Mevrouw de Jong woont in een verzorgingshuis.

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de bijzaak in de de tekst?
A
Tom en Ruden hebben vrijdagmiddag in Utrecht na vijf dagen het wereldrecord tv-series kijken verbroken
B
De Rijk en Nisse keken bijvoorbeeld naar de series Penoza, Sherlock en The Blacklist

Slide 16 - Quizvraag

Drogredenen
Zijn onjuiste argumenten

Slide 17 - Tekstslide

Mijn opa dronk elke dag een paar glazen jenever en is 98 jaar geworden, alcohol drinken is dus helemaal niet ongezond.
A
De persoonlijke aanval
B
Cirkelredenering
C
Overhaaste generalisatie

Slide 18 - Quizvraag

Dat hoef ik niet te bewijzen, dat is gewoon zo!
A
Persoonlijke aanval
B
Cirkelredenering
C
Ontduiken van de bewijslast

Slide 19 - Quizvraag

Beeldspraak
Figuurlijk taalgebruik

Vergelijking:
Hij is een beer van een vent.
Zij is zo rood als een tomaat

Slide 20 - Tekstslide

Tips voor het examen
Zie PowerPoint in Teams

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag
- Achterstanden bijwerken/examentraining versie 2 maken. 
- Evaluatieformulier invullen

Slide 22 - Tekstslide