Modals: must / have to / should / can / could

Modals = hulpwerkwoorden
Must, have to & should:
  • zijn alledrie hulpwerkwoorden
  • betekenen alle drie 'moeten'
  • Na deze hulpwerkwoorden volgt het hele werkwoord,                 bijvoorbeeld:        'I must eat something.'                                                                                                             'You have to go to   school.'

  • Op de volgende dia leer je wanneer je welk hulpw.w. gebruikt!
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Modals = hulpwerkwoorden
Must, have to & should:
  • zijn alledrie hulpwerkwoorden
  • betekenen alle drie 'moeten'
  • Na deze hulpwerkwoorden volgt het hele werkwoord,                 bijvoorbeeld:        'I must eat something.'                                                                                                             'You have to go to   school.'

  • Op de volgende dia leer je wanneer je welk hulpw.w. gebruikt!

Slide 1 - Tekstslide

Must / have to / should
  • must:
  • als je zelf vindt dat iets zou moeten of 
  • als je iemand sterk aanraadt iets te doen (niet verplicht!)
  • have to:
  • als iemand anders vindt dat iets moet (het is verplicht!)
  • should:
  • om aan te geven dat iemand eigenlijk iets zou moeten doen,
  • bijvoorbeeld: advies geven (should) of juist iemand iets afraden (shouldn't)

Slide 2 - Tekstslide

The students .... wear a face mask
inside the classroom.

A
don't have to
B
shouldn't

Slide 3 - Quizvraag

If you don’t like
fast food,
you .... go to McDonald’s.
A
don’t have to
B
shouldn’t

Slide 4 - Quizvraag

You .... eat so much junk food.
It’s very unhealthy.

A
mustn't
B
don’t have to

Slide 5 - Quizvraag

It’s our parents’ 10th wedding anniversary.
We .... surprise them. with something special,
maybe a surprise party.

A
have to
B
should

Slide 6 - Quizvraag

You ... be 17 to take
a driving test.
A
have to
B
should

Slide 7 - Quizvraag

The traffic sign says we .... stop here.
A
have to
B
should

Slide 8 - Quizvraag

When you’re in London, you .... visit the Tower Bridge.
A
have to
B
should

Slide 9 - Quizvraag

If you go shopping
in London,
you ... go to the M&M’s World Store.
A
must
B
have to

Slide 10 - Quizvraag

.... you help me carry my shopping bags?
A
Can
B
Should

Slide 11 - Quizvraag

.... you pay the check, please?
A
Must
B
Could

Slide 12 - Quizvraag