H6:6.2 rekenen met procenten

Telefoon in de telefoontas!

Hoofdstuk 6 Procenten
Voorkennis
6.1 Breuken en procenten
6.2 Rekenen met procenten
6.3 Percentage berekenen
6.4 Negatieve breuken (HAVO)
6.5 Breuken met de rekenmachine
Wat gaan we doen? 
  •  We gaan 6.2 herhalen
  • Aan het werk 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Telefoon in de telefoontas!

Hoofdstuk 6 Procenten
Voorkennis
6.1 Breuken en procenten
6.2 Rekenen met procenten
6.3 Percentage berekenen
6.4 Negatieve breuken (HAVO)
6.5 Breuken met de rekenmachine
Wat gaan we doen? 
  •  We gaan 6.2 herhalen
  • Aan het werk 

Slide 1 - Tekstslide

Herhalen 6.2 Rekenen met procenten
Voorbeeld opgave: 
Op het schoolplein staan 240 scooters.
74,6% van deze scooters zijn zwart.
Hoeveel scooters zijn dat?
 

Slide 2 - Tekstslide

Herhalen 6.2 Rekenen met procenten
Voorbeeld opgave: 
Op het schoolplein staan 240 scooters.
74,6% van deze scooters zijn zwart.
Hoeveel scooters zijn dat?
Stap 1.
Teken een verhoudingstabel.

Slide 3 - Tekstslide

Herhalen 6.2 Rekenen met procenten
Voorbeeld opgave: 
Op het schoolplein staan 240 scooters.
74,6% van deze scooters zijn zwart.
Hoeveel scooters zijn dat?
Stap 2.
Vul al je gegevens in.





Slide 4 - Tekstslide

Herhalen 6.2 Rekenen met procenten
Voorbeeld opgave: 
Op het schoolplein staan 240 scooters.
74,6% van deze scooters zijn zwart.
Hoeveel scooters zijn dat?
Stap 3.
Tussen de twee getal die je kent vul je een 1 in.





Slide 5 - Tekstslide

Herhalen 6.2 Rekenen met procenten
Voorbeeld opgave: 
Op het schoolplein staan 240 scooters.
74,6% van deze scooters zijn zwart.
Hoeveel scooters zijn dat?
Stap 4.
Zet een vraagteken in het vakje dat je wilt berekenen





Slide 6 - Tekstslide

Herhalen 6.2 Rekenen met procenten
Voorbeeld opgave: 
Op het schoolplein staan 240 scooters.
74,6% van deze scooters zijn zwart.
Hoeveel scooters zijn dat?
Stap 5.
Teken de bogen, schrijf de deling of vermenigvuldiging boven in.





Slide 7 - Tekstslide

Herhalen 6.2 Rekenen met procenten
Voorbeeld opgave: 
Op het schoolplein staan 240 scooters.
74,6% van deze scooters zijn zwart.
Hoeveel scooters zijn dat?
Stap 6.
Teken hier ook de bogen en schrijf de deling of vermenigvuldiging van stap 5 ook beneden in. Vul een X in het lege vakje, onder de 1. 





Slide 8 - Tekstslide

Herhalen 6.2 Rekenen met procenten
Voorbeeld opgave: 
Op het schoolplein staan 240 scooters.
74,6% van deze scooters zijn zwart.
Hoeveel scooters zijn dat?
 
Stap 7.
Vul nu de berekening in je rekenmachine. Vul dit 
allemaal in 1 keer in.






Slide 9 - Tekstslide

Herhalen 6.2 Rekenen met procenten
Voorbeeld opgave: 
Op het schoolplein staan 240 scooters.
74,6% van deze scooters zijn zwart.
Hoeveel scooters zijn dat?
 
Stap 7.
Vul nu de berekening in je rekenmachine. Vul dit allemaal in 1 keer in.

Dus: 240: 100x 74,6 = 179,04 





Slide 10 - Tekstslide

Herhalen 6.2 Rekenen met procenten
Voorbeeld opgave: 
Op het schoolplein staan 240 scooters.
74,6% van deze scooters zijn zwart.
Hoeveel scooters zijn dat?
 
Stap 8.
Rond je antwoord af.
dus er zijn 180 zwarte scooters op het schoolplein, want 179 zwarte scooters is net te weinig je hebt namelijk 179,04
 





Slide 11 - Tekstslide

Stappenplan!
Stap 1.
Teken een verhoudingstabel.
Stap 2.
Vul al je gegevens in.
Stap 3.
Tussen de twee getal die je kent vul je een 1 in.
Stap 4.
Zet een vraagteken in het vakje dat je wilt berekenen
Stap 5.
Teken de bogen, schrijf de deling of vermenigvuldiging boven in.
Stap 6.
Teken hier ook de bogen, schrijf de deling of vermenigvuldiging van stap 5 beneden in.
Vul een X in het lege vakje
Stap 7.
Vul nu de berekening in je rekenmachine. Vul dit allemaal in 1 keer in.
Stap 8.
Rond je antwoord af.



Slide 12 - Tekstslide

De nieuwe prijs berekenen
In de opruiming krijg je in de winkels korting
Deze korting zie je vaak in procenten zoals, 
Alleen vandaag 50% op alle broeken.
Je kunt de nieuwe prijs berekenen op twee manieren. 

1. Eerst korting berekenen
Je berekent eerst de korting in euro's.
Daarna trek je de korting af van de oude prijs. 

Slide 13 - Tekstslide

De nieuwe prijs berekenen
In de opruiming krijg je in de winkels korting
Deze korting zie je vaak in procenten zoals, 
Alleen vandaag 50% op alle broeken.
Je kunt de nieuwe prijs berekenen op twee manieren. 

2. Eerst percentage berekenen. 
Bereken eerst het percentage van de nieuwe prijs. 
Daarna bereken je de nieuwe prijs. 

Slide 14 - Tekstslide

De nieuwe prijs berekenen

Als de prijzen omhoog gaan, tel je dat percentages boven de 100% op. Het origineel bedrag is namelijk 100%. 

Als de prijzen dalen, dus wanneer er korting is, moet je dat  percentage van de 100% afhalen. 
Het origineel bedrag is namelijk 100%. 

- Dus 15% korting is gelijk aan?
- En de prijzen stijgen met 15%, is gelijk aan? 

Slide 15 - Tekstslide

De nieuwe prijs berekenen

Slide 16 - Tekstslide

De nieuwe prijs berekenen

Slide 17 - Tekstslide

De nieuwe prijs berekenen

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk

Maken:

6.2

Klaar? maak dan 6.3




timer
5:00

Slide 19 - Tekstslide