Communicatie 1 communicatiestijlen

En dan nu

Communicatiestijlen / communicatieproblemen
Communicatiepatronen

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

En dan nu

Communicatiestijlen / communicatieproblemen
Communicatiepatronen

Slide 1 - Tekstslide



Communicatiestijlen

Slide 2 - Tekstslide

Communicatiestijl
De eigen manier van communiceren 
waarin tot uiting komt wie iemand is, 
hoe iemand is en wat 
iemand belangrijk vindt en niet.

Slide 3 - Tekstslide

Wat kun je met communicatiestijlen?

Slide 4 - Woordweb

In iemands communicatiestijl...
a. Komen allerlei gedragsaspecten naar voren, denk aan: afwachtend of vol initiatief, vastbesloten of onzeker, risicomijdend of risico zoekend, gevoelig of bot, vaag of concreet.

b. Tot iemands communicatiestijl behoren ook de woorden die iemand gebruikt.  Veel mensen hebben stopwoordjes.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Communicatiepatronen
  • Wanneer mensen langere tijd met elkaar omgaan, gaan ze vaak op een vaste manier op elkaar reageren. Misschien herken je ook wel een bepaald communicatiepatroon bij jezelf of bij mensen om je heen, bijvoorbeeld je ouders. 
  • Partners kunnen bijvoorbeeld dag in, dag uit dezelfde conflicten op eenzelfde manier uitvechten. Zussen kunnen eindeloos op elkaar zitten katten. 
  • De communicatie is voorspelbaar.

Slide 10 - Tekstslide

Communicatieproblemen 
-
Bij een communicatieprobleem lukt het de zender niet de boodschap goed over te dragen en/of de ontvanger lukt het niet de boodschap te begrijpen zoals de zender hem bedoeld heeft.

Slide 11 - Tekstslide

Problemen die effectieve communicatie in de weg staan, kunnen voortkomen uit:

  • Verschil in achtergrond en gewoonten
  • Het verkeerd vertalen van de boodschap
  • Het verkeerd begrijpen van de boodschap
  • Communicatie stoornissen

Slide 12 - Tekstslide

Effectieve communicatie
We spreken van effectieve communicatie als de zender en ontvanger actief betrokken zijn en de boodschap overkomt zoals de zender bedoelt.

Belangrijk in je werk als pedagogisch medewerker
 

Slide 13 - Tekstslide

Problemen door verschil in achtergrond en gewoonten
- Je beoordeelt de ander o.a. op grond van zijn taal- en woordgebruik
-Niet onterecht -> in communicatiegedrag komt de achtergrond van iemand naar voren.
- Je referentiekader wordt bepaald door de mensen met wie je omgaat, maar ook opleiding, mediagebruik en je werkkring.
- Ieder mens heeft zijn eigen referentiekader.
-Verschillen in referentiekader zijn nogal eens de oorzaak van communicatieproblemen.

Slide 14 - Tekstslide

Het verkeerd vertalen van een boodschap
- Bij mondelinge communicatie moet je als zender je boodschap coderen -> je zet je boodschap om in woorden, gebaren enz.

- Bij het coderen kan je fouten maken, namelijk:
  • Woorden gebruiken die de ander niet snapt.
  • Heel persoonlijke woorden gebruiken
  • De intonatie van je stem niet goed inzetten

Slide 15 - Tekstslide

Het verkeerd begrijpen van een boodschap
- Net als bij de zender, moet de ontvanger ook de boodschap omzetten.

- Decoderen -> Wanneer je de signalen van de zender opvangt en deze omzet in een betekenis.

- Fouten die je als ontvanger kan maken:
  • Een andere (emotionele) betekenis geven aan de woorden van de zender.
  • Eigen invulling geven aan de woorden van de zender.

Slide 16 - Tekstslide

 Communicatiestoornissen
- Wanneer bij iemand sprake is van onvermogen om adequaat informatie te geven en/of te begrijpen als gevolg van een orgaan of lichaamsfunctie die ontbreekt, afwijkingen vertoont of beschadigd is -> communicatie stoornis 

Slide 17 - Tekstslide

0

Slide 18 - Video

Wat zijn volgens het filmpje manieren om communicatieproblemen op te lossen?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Opvoeddoelen Gordonmethode
  • Een positief zelfbeeld.
  • Grenzen op een goede manier aan kunnen geven.
  • Bewustzijn van de behoefte van anderen en mogelijkheden om gedrag daarop aan te passen.
  • Verantwoordelijkheid nemen en eigen oplossingen vinden.

Slide 21 - Tekstslide

Gedragsraam
Om te weten welke communicatievaardigheid je moet inzetten, bepaal je eerst of je gedrag acceptabel of onacceptabel vindt.  Het gedrag van een kind stel je je voor als een rechthoek, het gedragsraam (hiernaast).

Slide 22 - Tekstslide

Gedragsraam
Sommige gedragingen kun je gemakkelijk accepteren, andere niet. Dit onderscheid maak je door het gedragsraam te splitsen (volgende slide).

De scheiding tussen de twee gebieden, de acceptatiegrens, is voor elke opvoeder anders. De ene opvoeder vindt veel acceptabel, de andere minder.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Gedragsraam- toepassing
  1. Ga na of je het gedrag acceptabel of onacceptabel vindt.
  2. Kijk òf er een probleem is en van wie dat probleem is.
  3. Bepaal met welke ‘ik-boodschap’ je hierover communiceert.

Slide 25 - Tekstslide

Gedragsraam
Stap 2: Kijk of er een probleem is en van wie dat probleem is.

Je begeleidt het kind door actief te luisteren.

Slide 26 - Tekstslide

Welk gedrag je accepteert, moet voor alle kinderen hetzelfde zijn.
0100

Slide 27 - Poll

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Voorbeeld
Rachid (3) gaat samen met de andere kinderen van het KDV naar de bieb. Buiten loopt hij niet door en blijft steeds wat achter op de groep. Rachid heeft hier geen problemen mee, hij verzamelt de blaadjes die op de grond zijn gevallen en kijkt aandachtig naar de eendjes in het water, hij vermaakt zich prima. Lisa, de pedagogisch werkster, gaat naar hem toe. Ze wil dat hij bij de groep blijft, anders raakt ze hem kwijt.

Slide 30 - Tekstslide

Actief luisteren

Slide 31 - Woordweb

Actief luisteren
 Luisteren met je volledige aandacht, zonder te oordelen.
Laat merken dat je de gevoelens van de ander begrijpt.
In eigen woorden herhalen wat de ander zegt.
‘Dus als ik het goed begrijp (...)’ 

Slide 32 - Tekstslide

Ik-boodschap
Beschrijf het gedrag dat je onacceptabel vindt.
Vertel welk gevoel dit gedrag bij jou losmaakt.
Maak duidelijk wat de gevolgen zijn van dit gedrag.
Gebruik geen beschuldigende toon.

Slide 33 - Tekstslide

Ik-boodschap
Als je de LEGO door de kamer gooit, wordt het hier een rommel, daar houd ik niet van.

Jij-boodschap:
Wat heb je er weer een puinhoop van gemaakt!

Slide 34 - Tekstslide

Geen-verlies-methode
Gordon gaat uit van de geen-verliesmethode:
Je zoekt samen met het kind een oplossing die voor allebei bevredigend is.

Slide 35 - Tekstslide

How2talk2kids: anders communiceren met je kind
How2talk2kids is een methode die je leert om op een andere manier te communiceren met je kind. 
Straffen en belonen is taboe: door met je kind te praten krijg je een betere relatie met je kind. 
Het is een Amerikaanse methode die ook veel succes heeft in Nederland.

Slide 36 - Tekstslide

Wat is How2talk2kids?
How2talk2kids leert je om op een andere manier te praten met, en te luisteren naar je kind.
 Je krijgt praktische handvatten voor betere communicatie, waardoor de relatie met je kind verdiept. Zowel jij als je kind krijgt hierdoor meer zelfvertrouwen. 

Slide 37 - Tekstslide

Bovendien verbetert de sfeer in huis. 
De basis van How2talk2kids is een praktisch stappenplan. Daarmee leer je om anders te communiceren, op een manier die respectvol is voor het kind én voor jezelf.

Slide 38 - Tekstslide

Grondleggers
How2talk2kids komt uit Amerika. De grondleggers van How2talk2kids zijn Haim Ginott, een klinisch psycholoog en Adele Faber en Elaine Mazlish, twee moeders die in Ginotts praatgroep voor ouders zaten. 
Ginotts theorie is dat je kinderen een beter zelfbeeld kunt geven door de manier waarop je met ze praat. 

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Video

Opdracht
Ga bovenstaande communicatie methode verder bestuderen en zoek uit wat uitgangspunten en effecten volgens de ontdekkers zijn!

Slide 41 - Tekstslide