SPR college 3+4

Geef aan in welke verhouding de volgende beginselen tot elkaar staan: zwijgrecht, preasumptio innocenciae, cautieplicht, nemo tenetur-beginsel en pressieverbod. Noem bij elk begrip het bijhorend artikel.
1 / 11
volgende
Slide 1: Open vraag
ChineesWOStudiejaar 6

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Geef aan in welke verhouding de volgende beginselen tot elkaar staan: zwijgrecht, preasumptio innocenciae, cautieplicht, nemo tenetur-beginsel en pressieverbod. Noem bij elk begrip het bijhorend artikel.

Slide 1 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke rechten dient een verdachte te worden gewezen indien hij is aangehouden en naar het politiebureau is overgebracht? Noem de bijhorende artikelen.

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In hoeverre mag de rechter volgens het EHRM consequenties verbinden aan het zwijgen van de verdachte? Noem daarbij de juiste arresten.

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Moet de verdachte ter terechtzitting verschijnen? Leg uit wanneer dit wel of niet het geval is voor zowel Curacao als Nederland.

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Artikel 49 van het Wetboek van Strafvordering bepaalt dat de verdachte die wordt gehoord, bevoegd is zich door een raadsman te doen bijstaan. Betekent dit dat de raadsman op grond van dit artikel aanwezig mag zijn bij een inhoudelijk verhoor van de verdachte (over de feiten waarvan hij wordt verdacht)? Motiveer uw antwoord

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Beschrijf de ontwikkeling van de Salduz-arresten.

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt precies verstaan onder een processtuk en mag een processtuk buiten het dossier worden gehouden, zo ja, wanneer dan?

Slide 7 - Open vraag

alle stukken die voor de OTTZ door de rechter te nemen beslissingen redelijkerwijs van belang kunnen zijn.
In het Lokfiets-arrest wordt het verweer gevoerd door de verdachte dat het ingezette opsporingsmiddel ongeoorloofd is. Het Hof en de HR verwerpen dat verweer aan de hand van het zogenoemde ‘tallon-criterium’. Wat houdt dat criterium precies in?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bespreek vier gronden waarop het gerechtelijk vooronderzoek (GVO) wordt beëindigd.

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Na een schietpartij confronteert de politie een getuige met vijf mogelijke daders. Hij herkent geen van hen. Moet hiervan verslag worden gedaan en zo ja, hoe?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar gaat arrest Dev Sol over? Noem de rechtsregel.

Slide 11 - Open vraag

In het arrest Dev Sol wordt door de Hoge Raad het zogenaamde relevantiecriterium geformuleerd. In casu draait het om de vraag of fotoboeken als processtukken aan het dossier mogen worden toegevoegd. De vraag is dus vooral welke stukken nou precies als processtukken kunnen worden aangemerkt.