Toetsvoorbereiding 1hv4

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Goedemorgen

1hv4!

Neem plaats en pak je spullen:

- Laptop: www.lessonup.com EN voor de code in

- Boek

- Schrift

- Etui/pen

Lesplan

Huiswerk bespreken

Theorie

Ruimte voor vragen

Toets

Huiswerk bespreken

Welke twee manieren van woordvorming kennen we ook alweer?

Noem een afleiding van het woord 'opvegen'

Woordvorming

1. Afleiding: geel, geler, geelachtig, gelig 

2. Samenstellingen: stoelpoot, laptoptas, Ticktock-account, monitorarm, wasrekwieltje

Wat is het lijdend voorwerp?
Hoe vind je het lijdend voorwerp in een zin?

Lijdend voorwerp

Het lijdend voorwerp vind je door te vragen: 

WIE (OF WAT) + WERKWOORDELIJK GEZEGDE + ONDERWERP

Let op: 

• niet elke zin heeft een lijdend voorwerp: geen goed antwoord op de vraag? Geen lijdend voorwerp!
  
• Lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel!

Het lijdend voorwerp

Het lijdend voorwerp is de persoon die iets overkomt in de zin.

Het lijdend voorwerp

wie/wat + wwg + onderwerp = lijdend voorwerp. 

Wie of wat

+

wwg

+

lijdend voorwerp

onderwerp

=

Wat is het lijdend voorwerp?

Ik eet elke dag een taartje.

Uitleg lijdend voorwerp

1. Ik
2. eet
3. elke dag een taartje
4. een taartje

Wat geeft het lijdend voorwerp aan?

1. Wat er gedaan wordt in een zin
2. Wie/wat iets doet in een zin
3. Alle werkwoorden in een zin
4. Wie/wat iets overkomt in een zin

Wat is het lijdend voorwerp

De mandarijn heeft mij opgegeten.

1. De mandarijn
2. mij

Wat is het lijdend voorwerp?
Ik heb haar een boek geleend.

1. ik
2. een boek
3. heb geleend
4. haar

Zinsdeelstrepen

Wat zijn ook alweer de stappen van zinsontleding? 

1. Zoek de pv (persoonsvorm)
2. Zet zinsdeelstrepen -> alles wat achter de pv kan
3. Bepaal het onderwerp (wie/wat + pv)
4. Noteer het wwg (werkwoordelijk gezegde: alle werkwoorden)
5. Kijk of er een lv (lijdend voorwerp) in de zin zit: wie/wat + ow + wwg

Woordsoorten

• Lidwoord (lw)
• Werkwoord (ww)
• Bijvoeglijk naamwoord (bnw)
• Zelfstandig naamwoord (znw)

wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?

1. de, het , een
2. slimme, mooie, rode
3. fiets, boek, volleybal
4. lopen, fietsen, denken

Wat is een
bijvoeglijk naamwoord?

1. Dat zijn namen van mensen, dieren of dingen.
2. Dat zegt iets over zelfstandige naamwoorden.
3. Dat is een werkwoord.

Wat is een zelfstandig naamwoord?

1. Naam van een ding.
2. Namen van dingen die er bestaan.
3. Naam van een mens, dier, ding of plant, of eigen namen.
4. Namen van dieren die overal leven.

Wat zijn voorzetsels

1. blij, groot, duur
2. kijk, loop, ben
3. muur, boeken, trui
4. op, naast, onder, in

Voorzetsels
Wat is geen voorzetsel?

1. Tijdens
2. voor
3. omdat
4. tussen

Zijn er nog vragen?