Les 5 Herhaling vlakke figuren

H1: Vlakke figuren
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H1: Vlakke figuren

Slide 1 - Tekstslide

Doelen:
- Ik kan de wiskundige vlakke figuren herkennen en benoemen (ruit, vierkant, trapezium enz.)
- Ik kan eigenschappen van vlakke figuren beschrijven (evenwijdigheid, symmetrieassen enz.)
- Ik kan eigenschappen van vlakke figuren aangeven met tekentjes
- Ik kan hoeken meten en tekenen
- Ik kan hoeken berekenen in driehoeken
- Ik weet wat de hoekensom van een driehoek is (180 graden)
- Ik kan een driehoek tekenen waarvan 2 zijden en hoek gegeven zijn
- Ik kan een driehoek tekenen waarvan 1 zijde en hoeken gegeven zijn
- Ik kan een driehoek tekenen waarvan 3 zijden gegeven zijn
- Ik kan hoeken berekenen in vierhoeken
- Ik weet wat de hoekensom van een vierhoek is (360 graden)
- Ik kan de draaihoek berekenen
Enkele belangrijke begrippen:
- 2D: twee dimensionaal
-  3D: drie dimensionaal
- hoekensom
- draaisymmetrie
- draaihoek
- draaipunt
- gelijkbenig
- rechthoekig
- gelijkzijdig

Slide 2 - Tekstslide

Doelen:
- Ik kan de wiskundige vlakke figuren herkennen en benoemen (ruit, vierkant, trapezium enz.)
- Ik kan eigenschappen van vlakke figuren beschrijven (evenwijdigheid, symmetrieassen enz.)
- Ik kan eigenschappen van vlakke figuren aangeven met tekentjes
- Ik kan hoeken meten en tekenen
- Ik kan hoeken berekenen in driehoeken
- Ik weet wat de hoekensom van een driehoek is (180 graden)
- Ik kan een driehoek tekenen waarvan 2 zijden en hoek gegeven zijn
- Ik kan een driehoek tekenen waarvan 1 zijde en hoeken gegeven zijn
- Ik kan een driehoek tekenen waarvan 3 zijden gegeven zijn
- Ik kan hoeken berekenen in vierhoeken
- Ik weet wat de hoekensom van een vierhoek is (360 graden)
- Ik kan de draaihoek berekenen
Enkele belangrijke begrippen:
- 2D: twee dimensionaal
-  3D: drie dimensionaal
- hoekensom
- draaisymmetrie
- draaihoek
- draaipunt
- gelijkbenig
- rechthoekig
- gelijkzijdig

Slide 3 - Tekstslide

Rechte hoek
Scherpe hoek
Stompe hoek
Gestrekte hoek
Volle hoek

Slide 4 - Sleepvraag

De benen staan loodrecht op elkaar.
De hoek is kleiner dan een rechte hoek.
Tussen      &  
De hoek is groter dan een rechte hoek.
Tussen       & 
De hoek is "weg".
De benen vormen een recht lijn.
0°
90°
90°
180°

Slide 5 - Tekstslide

Draaisymmetrie
                                                      


                                             Dit figuur is draaisymmetrisch,  de molen past 
                                             op zichzelf zonder helemaal rond te draaien.
                                             Helemaal rond is 360 °
                                             De kleinste draaihoek = 360 : 3 = 120 °

Slide 6 - Tekstslide

Lijnsymmetrie
Een figuur is lijnsymmetrisch of spiegelsymmetrisch als deze uit twee helften bestaat, die elkaars spiegelbeeld zijn.

De vouwlijn noemen we de symmetrieas.

Slide 7 - Tekstslide

Lijnsymmetrie
A. Lijn en draai symmetrisch                                   
        - 4 symmetrieassen                                                          - De kleinste draaihoek = 360 : 4 = 90 °  
B. Lijn symmetrisch
        - 1 Symmetrieas 
C. Lijn en draai symmetrisch
        - 2 symmetrieassen
        - De kleinste draaihoek = 360 : 2 = 180 ° 
D. geen symmetrie
                              
A
B
C
D

Slide 8 - Tekstslide

Vlakke figuren
Ruimtefiguren

Slide 9 - Sleepvraag

Vlakke figuren (2D)
Ruit
Parallellogram
Vierkant
Rechthoek
Vlieger
Trapezium

Slide 10 - Sleepvraag

Ruimtefiguren
bol
cilinder
kegel
piramide
balk
kubus

Slide 11 - Sleepvraag

Theorie Hoeken

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

De hoekensom van
een driehoek is

Slide 15 - Open vraag

Bereken hoek E.
Laat ook je berekening zien.

Slide 16 - Open vraag

De hoekensom van
een vierhoek is

Slide 17 - Open vraag

Bereken hoek C.
Laat ook je berekening zien

Slide 18 - Open vraag

0

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Driehoeken tekenen
Teken ∆KLM met
∠K = 60°, ∠L = 60° en KL = 5 cm
Wat voor soort driehoek heb je getekend?

Teken ∆PQR met
PQ = 3 cm, PR = 4 cm en QR = 5 cm.
Wat voor soort driehoek heb je getekend?

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide