7.2 Populaties

7.2 Populaties 
groep organismen van dezelfde soort, die in 1 gebied leven en 
zich onderling kunnen voortplanten
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

7.2 Populaties 
groep organismen van dezelfde soort, die in 1 gebied leven en 
zich onderling kunnen voortplanten

Slide 1 - Tekstslide

herhalen  7.1 Organismen
  • individu, populatie, levensgemeenschap, ecosysteem, biosfeer
  • biotische en abiotische factoren
  • optimum, verspreidingsgebied/areaal, tolerantie, beperkende factor

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van een biotische factor?
A
Het weer
B
Samenstelling van de bodem/grond
C
Hoeveelheid voedsel
D
Hoeveelheid licht

Slide 3 - Quizvraag

Wat is geen biotische factor die invloed heeft op de reiger?
A
De temperatuur van het water dat koud aanvoelt
B
De vissen die als voedsel dienen
C
De grassen het water schoonmaken
D
De bodemdiertjes die als voedsel voor de vissen dienen

Slide 4 - Quizvraag

Welke soort heeft de grootste tolerantie voor watertemperatuur
A
Lemna minor
B
Lemna turionifera
C
Spirodela ployrhiza

Slide 5 - Quizvraag

Op de x-as van deze grafiek wordt de vochtigheid van de grond weergeven.
Op de y-as zie je de overlevingskansen van de verschillende plantensoorten a, b, c en d.

Welke van de uitspraken is *niet* waar?

A
Binnen de tolerantiegrenzen van c komen soort d en b ook voor.
B
Soort b heeft een grotere tolerantiegrens en is daarom beter bestand tegen schommelingen.
C
Soort a en c komen niet naast elkaar voor in een gebied.
D
Bij de optimumwaarde van a kunnen soorten b, c en d niet overleven.

Slide 6 - Quizvraag

Een abiotische factor die de tolerantiegrens overschrijdt en er dus voor zorgt dat een soort daar niet kan leven heet......
A
Een stressfactor
B
Optimumkromme
C
De beperkende factor
D
Milieufactor

Slide 7 - Quizvraag

De weegbree
De weegbree is een tredplant. Hij komt vooral voor op plaatsen waar wordt gelopen. Daardoor verandert de bodem. De bodem is een abiotische factor, die op zijn beurt bestaat uit andere abiotische factoren.

3a. Noteer drie van deze factoren.

Slide 8 - Open vraag

De grote weegbree (Plantago major) kwam oorspronkelijk voor in Europa en Noord- en Centraal-Azië, maar tegenwoordig komt hij over de hele wereld voor. De oorspronkelijke bewoners van Amerika noemen hem ‘het voetspoor van de blanke’. Welke biotische factor heeft een rol gespeeld bij de verspreiding van de grote weegbree over de aarde?

Slide 9 - Open vraag

+
+
+
-
0
+
Symbiose is een ______________   relatie tussen 2 verschillende soorten
1.
2.
3.
4.
Kortdurige
Langdurige
Parasitisme
Communisme
Commensalisme
Mutualisme
Satanisme
Cultisme

Slide 10 - Sleepvraag

Wat zijn tolerantiegrenzen?
A
Een zone waar een organisme kan overleven.
B
De grens waarbij een organisme het best overleefd.
C
Aanpassingen die een soort ondergaat om te kunnnen overleven.
D
Minimum- en maximumgrens van een abiotische factor.

Slide 11 - Quizvraag

Er is een verband tussen de tolerantie en het verspreidingsgebied van een soort.

Bekijk de afbeelding. Welke soort heeft het grootste tolerantiegebied?
A
soort A
B
soort B
C
soort C
D
soort D

Slide 12 - Quizvraag


Tolerantie voor zout
In de grafiek in de afbeelding is de dichtheid van drie verschillende algen weergegeven:
in een rivier, in een riviermonding en in zee 

Welke alg heeft de breedste tolerantie voor zout?
 

A
soort I
B
soort II
C
soort III

Slide 13 - Quizvraag

Tolerantie en de verspreiding van een soort hangen nauw samen.

6a) Welk verband is er tussen de grootte van de tolerantie en de grootte van het verspreidingsgebied van een soort?

Slide 14 - Open vraag

Leerdoelen 7.2 Populaties 
  • Je kunt binnen een ecosysteem vormen van concurrentie en van coöperatie onderscheiden. 
  • Je kunt de dynamiek en het evenwicht in een ecosysteem beschrijven. 

Slide 15 - Tekstslide



WAT
* lezen en maken basisstof 7.1
** lezen basisstof 7.2
** maken + nakijken opdr. 9-13
*** testjezelf 7.1 en 7.2 maken
*** examenopgaven + samenhang T6
HOE
individueel
in stilte


HULP NODIG
  1. kijk in de tekst in je basisstof
  2. vinger omhoog
  3. schrijf je vraag op en stel je vraag tijdens een buitenband biologie R-les aan je docent
actie - IN STILTE

Slide 16 - Tekstslide

Relaties
  • Concurrentie
  • Coöperatie
  • Symbiose
    - Mutualisme +/+
    - Commensalisme +/0
    - Parasitisme +/-

Slide 17 - Tekstslide

 concurrentie binnen een soort

concurrentie tussen soorten

Slide 18 - Tekstslide

Concurrentie
de strijd om:
  • voedsel
  • woonruimte
  • partner voor voortplanting
  • hoeveelheid licht 


De concurrentie tussen populaties is vaak minder sterkt dan binnen populaties. Natuurlijke selectie

Slide 19 - Tekstslide

Coöperatie (binnen de soort)

Bescherming
Verdediging
Paarvorming
Voedsel

Slide 20 - Tekstslide

Symbiose
Symbiose = langdurig samenleven van individuen van verschillende soorten

Slide 21 - Tekstslide

Parasitisme
Parasitisme: symbiose waarbij een individu een voordeel heeft en het ander individu een nadeel heeft.

Parasiet: individu dat een voordeel heeft bij parasitisme. 

Gastheer: individu dat een nadeel heeft bij parasitisme

Slide 22 - Tekstslide

Mutualisme is een vorm van symbiose, waarbij allebei de soorten voordeel hebben van de relatie. Een win win situatie dus.
Voorbeelden van mutualisme

Slide 23 - Tekstslide

Mutualisme: Korstmos

Slide 24 - Tekstslide

Symbiose
  • Mutualisme: + / +
  • Commensalisme: + / 0
  • Parasitisme: - / +

    Geen symbiose:
  • Competitie - / -
  • Predatie - / +

Slide 25 - Tekstslide

<img src="https://i.pinimg.com/originals/c1/25/a0/c125a0828d8f794f84dc4affb9702797.jpg" alt="symbiosis types | Biología, Zoología, Actividades"/>

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Dynamische populatiedichtheid
Factoren die populatiedichtheid beïnvloeden

Slide 28 - Tekstslide

Exoot
organismen die als gevolg van menselijk handelen terechtkomen in een gebied waar ze van oorsprong niet thuishoren


Slide 29 - Tekstslide

Exoten voorbeelden

Slide 30 - Tekstslide

Voorbeelden van exoten in Nederland

Slide 31 - Tekstslide



WAT
* lezen basisstof 7.1
** lezen basisstof 7.2
** maken + nakijken opdr. 9-13
*** testjezelf 7.1 en 7.2 maken
*** examenopgaven T6

HOE
individueel
in stilte


HULP NODIG
  1. kijk in de tekst in je basisstof
  2. vinger omhoog
  3. schrijf je vraag op en stel je vraag tijdens een buitenband biologie R-les aan je docent
actie - IN STILTE

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Opdr. 9, 11 en 12 bespreken

Slide 34 - Tekstslide

Populatiegrootte
Vier factoren beïnvloeden de populatiegrootte:
  1. geboortecijfer: het aantal geboortes per 1000 individuen in een jaar
  2. sterftecijfer: het aantal overleden individuen per 1000 individuen in een jaar
  3. immigratie: toename door komst van organismen
  4. emigratie: afname door vertrek van organismen

Slide 35 - Tekstslide

Amerikaanse kreeft
Is deze kreeft:
  • inheems of uitheems?
  • exoot?
  • invasief?
  • populatiegrootte in Nederland?


timer
5:00

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Link




In welk gebied is de biodiversiteit het hoogst?

Slide 39 - Tekstslide