10.1

• Ontwikkelingspsychologie
• MBO
• Studiejaar 2

Pedagogisch klimaat

Boek Pedagogisch Werk 1

Thema 10.1, 10.2, 10.3

Inhoud

Vorige keer

Keuze - theorie of opdracht

Nieuwe theorie: 10.1

Vorige keer

Tim (8 jaar) roept gedurende de hele ochtend door de klas. Als de OA zijn gedrag negeert, gooit hij de stoel van zijn klasgenoot Jos keihard op de grond, zodat Jos begint te huilen. Vervolgens breekt Tim ook de potloden van Jos en smijt ze in het rond.

1. Internaliserend probleemgedrag
2. Internaliserend en externaliserend probleemgedrag
3. Algemeen voorkomend probleemgedrag horend bij de leeftijdsfase
4. Externaliserend probleemgedrag

We kunnen pas spreken van een gedragsstoornis wanneer het gedrag.....

1. Niet past bij de ontwikkelingsfase van het kind en tenminste 6 maanden aanhoudt
2. Niet past bij de ontwikkelingsfase van het kind en minimaal 2 weken aanhoudt
3. Past bij de ontwikkelingsfase van het kind maar extreem ernstig is
4. Past bij de ontwikkelingsfase van het kind en 6 maanden aanhoudt

Het in ernstige mate en langdurig verzetten tegen regels, veel ruzie maken met volwassenen en anderen met opzet ergeren zijn kenmerken van een antisociale gedragsstoornis. Welke?

1. CD
2. ODD
3. ADHD
4. ADD

Keuze

• Je volgt de les

1. 10.1 Ontwikkelingsachterstand en –stoornis
2. 10.2 Signalen
3. 10.3 Oorzaak en gevolg 
    

• Zelfstandig of in tweetallen vragen beantwoorden over de theorie 10.1 t/m 10.3

Thema 10

Achterstanden en stoornissen

10.1 Ontwikkelingsachterstand en –stoornis

10.1 Ontwikkelingsachterstand en –stoornis

Een ontwikkelingsachterstand kun je waarnemen in vergelijking met andere kinderen. Kan verholpen worden of verdwijnt bij volwassenwording. (later rollen, praten, lopen, etc.)

Medische benaming: retardatie

Ontwikkeling verloopt trager

10.1 Ontwikkelingsachterstand en –stoornis

Een ontwikkelingsstoornis blijft een leven lang. De ontwikkeling verloopt anders. Een kind leert met zijn eigen stoornis omgaan.

 

(Bijvoorbeeld: ADHD, Autisme, Gilles de la Tourette, Dyslexie, etc.) 

10.1 Ontwikkelingsachterstand en –stoornis

Ernstige achterstanden of stoornissen zijn vaak eerder zichtbaar dan lichtere vormen.

 

Ze kunnen ook gedrag beïnvloeden!!

Diagnosticeren kan (vanaf bepaalde leeftijd) op elke leeftijd.

Thema 10

Achterstanden en stoornissen

10.2 Signalen

10.2 Signalen

Niet elk signaal geeft direct een link naar een stoornis.

Onderzoek?

- Gerichte observaties in verschillende situaties

10.2 Signalen

Voorbeeld:

• Slappe of hoge spierspanning - stoornis op motorisch ontwikkelingsgebied
• Boosheid, verdriet, angst om fouten te maken, slecht geheugen, moeite met logisch denken -> achterstand leervermogen

Thema 10

Achterstanden en stoornissen

10.3 Oorzaak en gevolg

10.3 Oorzaak en gevolg

Erfelijke factoren: hiermee wordt het kind geboren (DNA). Bijvoorbeeld: stofwisselingsziekte, neurlogische ziekte.

Omgevingsfactoren: omgeving speelt rol bij ontwikkeling:

• te weinig stimulans op ontwikkeling 
• onopgemerkte problemen met horen en/of zien 
• gezins- of familieproblemen 
• hechtingsstoornis (relatie kind en opvoeder) 
• mishandeling / verwaarlozing

10.3 Oorzaak en gevolg

Problemen rondom geboorte:

• zuurstoftekort, infectie, middelengebruik tijdens zwangerschap, vroeggeboorte, laag geboortegewicht etc.
  

Wat heeft een stoornis met een gedragsprobleem te maken?

Wat heeft een stoornis met een gedragsprobleem te maken?

Door een stoornis kan een kind een gedragsprobleem ontwikkelen.

Volgende week oefentoets

Alvast fijn weekend!