T3_Les 13_SE Oefenles 3
1 / 15
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Homozygoot dominant
Heterozygoot
Homozygoot recessief
Aa
AA
Bb
Rr
gg
Dd
Hh
ee
QQ
Slide 2 - Sleepvraag
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Welke persoon, A of B, is een vrouw?
A
XX
B
XY
Slide 5 - Quizvraag
Is dit een lichaamscel van een man of vrouw?
A
Man
B
Vrouw
C
Kun je niet zien
Slide 6 - Quizvraag
Hoeveel % kans heb je bij bevruchting dat er een jongen ontstaat?
A
25%
B
50%
C
75%
Slide 7 - Quizvraag
Homozygoot
Heterozygoot
Slide 8 - Sleepvraag
Homozygoot dominant
Homozygoot recessief
Heterozygoot
Aa
BB
Gg
ee
EE
Hh
DD
rr
Rr
aa
Slide 9 - Sleepvraag
Bij hoeveel % van de nakomelingen komt het dominante gen tot uiting?
A
25%
B
50%
C
75%
Slide 10 - Quizvraag
Hoeveel % van de nakomelingen is homozygoot recessief?
A
25%
B
50%
C
75%
Slide 11 - Quizvraag
Hoeveel % van het nageslacht is homozygoot?
A
0%
B
25%
C
50%
D
100%
Slide 12 - Quizvraag
Hoeveel % van het nageslacht zal minimaal 1 dominant gen hebben?
A
0%
B
25%
C
50%
D
100%
