8.3

WELKOM
HW controle
herhaling/hw nakijken
lezen 
8.3
afsluiten
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

WELKOM
HW controle
herhaling/hw nakijken
lezen 
8.3
afsluiten

Slide 1 - Tekstslide

Communicatie

Slide 2 - Tekstslide

Communicatie

iedere vorm van informatie doorgeven  tussen mensen of dieren

Als je met mensen samenleeft is het belangrijk dat je met elkaar comminuceert. Ook dieren die in groepen leven wisselen voordurend signalen met elkaar uit. 

Slide 3 - Tekstslide

Lichaamstaal
Meestal communiceren mensen met woorden. Door te praten of te schrijven. Maar net als dieren kunnen mensen ook zonder woorden communiceren. Dit heet lichaamstaal.

Bij lichaamstaal vertel je iets met gebaren. Op je voorhoofd tikken betekent bijvoorbeeld ‘Ben je gek!’. Je kunt ook iets vertellen met je hele lichaam. Je kunt aan haar lichaamshouding zien dat ze zich aan haar moeder ergert.

Slide 4 - Tekstslide

verbale en non-verbale communicatie
Verbale communicatie : je  uiten met woorden en/of geluiden. gesproken en geschreven.




Non verbale communicatie: communiceren zonder woorden. zoals gebaren/ oogcontact


Slide 5 - Tekstslide


Verbale communicatie: dat is communiceren met woorden, via spraak, papier, chat.

Non verbale communicatie: dit is communiceren zonder woorden. Via je lichaamstaal geef je aan wat je denkt of wil. 
                                                     

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video


A
geschrokken
B
bang
C
blij
D
boos

Slide 8 - Quizvraag


A
Moe
B
boos
C
hoofdpijn
D
nadenken

Slide 9 - Quizvraag


A
Boos
B
Blij
C
Hoofdpijn
D
verward

Slide 10 - Quizvraag

Communicatiestoornissen

Als de informatie niet goed overkomt dan is er een communicatiestoornis.
Dit kan ontstaan door niet goed luisteren maar ook door onduidelijk zijn. 

Communicatiestoornissen kunnen ook ontstaan 
door verschillende culturen.
Denk aan  het verschil van eetgewoonten, taal of handgebaren die iets anders betekenen in een andere cultuur. 

Slide 11 - Tekstslide

Communicatiestoornissen
Oorzaken:
  • niet goed naar elkaar luisteren
  • onduidelijk praten
  • een andere taal spreken
  • verschillen in culturen ( bv. iemand wel of niet aankijken)
  • verschillen in lichaamstaal tussen mannen en vrouwen

Slide 12 - Tekstslide

Uitstraling 
Hoe iemand eruit ziet, heeft ook met non verbale communicatie te maken.
- Mensen vormen hun mening 
   aan de hand van wat ze zien.

Voorbeeldje > Die dikke zal wel te veel en ongezond eten.... 
                                            .... maar het blijkt door een ziekte te komen.

Slide 13 - Tekstslide

Uitstraling
De indruk die je op anderen maakt door
  • gezichtsuitdrukking
  • je lichaamshouding
  • je kleding
  • je verzorging
  • karaktereigenschappen
  • je eerste indruk is belangrijk!

Slide 14 - Tekstslide

Vooroordelen 
oordeel= een mening over iemand of iets hebben


Bij communiceren spelen verwachtingen ook een rol. 
Soms kan het zijn dat je een vooroordeel hebt: Je hebt een mening over iets of iemand wat niet gebasseerd is op feiten.


Slide 15 - Tekstslide

Vooroordelen
een mening die niet op feiten is gebaseerd
kan positief zijn maar vaak negatief

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

onthouden;
• Communicatie: berichten doorgeven. Bijv. door middel van gebaren, geluiden, geuren, kleuren, taal.
• Communiceren met woorden: praten, schrijven
• Communiceren zonder woorden: lichaamstaal.
• Communicatiestoornis: als een ander niet begrijpt wat je bedoelt.
– Mogelijke oorzaken: niet goed luisteren, afgeleid zijn, een andere taal spreken, cultuurverschillen.
• Uitstraling: de indruk die je maakt op anderen.
• Oordeel: een mening over iets of iemand.
• Vooroordeel: een mening over iemand van wie je bijna niets weet.

Slide 18 - Tekstslide

KB= 8.3- opdr 1 tm 10 (4,8 overslaan)
BB=8.3-opdr 1 tm 9 (3 overslaan)
Klaar? Samenvatting maken 8.1 tm 8.3

Slide 19 - Tekstslide