Thema 3 blok Grieken en Romeinen

Tijd van Grieken en Romeinen
3000 v.chr- 500 n.chr
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
mens en maatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met tekstslides en 10 videos.

Onderdelen in deze les

Tijd van Grieken en Romeinen
3000 v.chr- 500 n.chr

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen:
- Je weet aan het einde kan je uitleggen wat een stadsstaat is.
- Je weet aan het einde van de les kan je uitleggen hoe democratie werkt in Athene
- Je kan 3 goden en zijn kenmerken benoemen.
- Je weet aan het einde wat het een mythe is
Je weet aan het einde van de les welke rol wetenschap speelde in de Griekse stadstaten.

Slide 2 - Tekstslide

Wat kennen we van de Grieken?

Slide 3 - Tekstslide

Griekse stadstaat:

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Stadstaten
Griekenland was verdeeld in stadstaten (polis)
Kenmerken:
- stad met omringend met platteland.
- Kleine stad, met weinig inwoners.
- Zelfvoorzienend(eten en drinken)
- Eigen bestuur en regels

Slide 6 - Tekstslide

Wie beslist in de stadstaat?
Besluiten werden genomen door:
- Politici (wijze mannen)
- Burgers(mannen)
= Dit noemen we de Raad van 500
Slaven,vrouwen en buitenlanders beslissen niet mee.
Het mee beslissen door de bevolking noemen we Democratie. Dat betekent het volk regeert. 

Slide 7 - Tekstslide

Ostracisme
Als iemand teveel macht kreeg in de raad dan werd er een stemming gehouden.

Iedere burger van de raad mocht zijn stem uitbrengen
 op een scherf. (schervengerecht=Ostracisme)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Directe of Indirecte democratie?
Oude grieken = Directe democratie.

De bevolking koos direct een wet of regel



Slide 10 - Tekstslide

Directe of Indirecte democratie?
Nederland = Indirecte democratie

De bevolking kiest een volksvertegenwoordiger en zij maken de wetten en regels.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Griekse Goden
De Grieken konden natuurverschijnselen en dingen uit het dagelijks leven niet begrijpen. 
Wie veroorzaakte de bliksem en waarom werd ik verliefd?

De Grieken hadden maar een antwoord: DE GODEN.
Zij waren een familie en ontsterfelijk
De verhalen over de goden noemen we Mythen.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Griekse kolonisatie
- Door de hoge bergen was er weinig landbouw mogelijk. En handelde in olijfolie, wijn en potten.
- Om beter handel te drijven, verhuisde grieken naar de kust van andere landen.
- Zo'n gebied was een kolonie van Griekenland. Ze spraken en leefde als Grieken

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Histoclips De oude Grieken
Bekijk de histoclip en maak bijbehorend werkblad.

Dit werkblad vind je in Teams Bestanden

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Tijd van Grieken en Romeinen
3000 v.chr- 500 n.chr

Slide 21 - Tekstslide

Lesdoelen
- Je kan aan het einde van de les het ontstaan van het Romeinse Rijk uitleggen

- Je kan uitleggen welke 3 bestuursvormen het Romeinse Rijk heeft gehad.

- Je kan aan het einde van les uitleggen wat Romanisering is en je kan daarbij voorbeelden noemen

- Je kan aan het einde van les het ontstaan van het christendom uitleggen

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Het Romeinse Rijk
753 v.Chr. - 476 n.Chr.

Slide 24 - Tekstslide

Het Romeinse Rijk
Het Romeinse Rijk begon als een kleine stadstaat Rome.

Oorzaken Groei:
- Grootgrondbezitters willen meer grond.
- Overnemen van gebied van vijanden.
De aanval is de beste verdediging


Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Bestuur:
Monarchie: 
- Bestuurd door de koning
- De macht is in handen van een persoon
- Leiderschap is erfelijk

ca. 753-509 v.Chr.

Slide 27 - Tekstslide

Bestuur:
Republiek:
- Macht is in handen van 2 Consuls (leiders)
- De 2 consuls worden bij gestaan door het Senaat (raadgevende rijke burgers)
- Leiderschap is niet erfelijk

Slide 28 - Tekstslide

Bestuur:
Keizerrijk:
- Bestuurd door de koning
- De macht is in handen van een persoon
- Leiderschap is erfelijk
ca. 753-509 v.Chr.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Overname Griekse cultuur
De Romeinen bewonderende de Griekse cultuur.

Zij namen het volgende over:
-Gebouwen(architectuur)
- Wetenschap(filosofen, wiskunde)
- Kunst (beelden)
- Godsdienst (goden met andere namen)

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Romanisering
Betekent letterlijk het overnemen van de Romeinse cultuur.
- Taal: Latijn
- Godsdienst: zelfde goden vereren
- Kleding: Toga

Slide 33 - Tekstslide

Verspreiding Romeinse cultuur
De overwonnen volkeren mochten hun eigen cultuur behouden. Maar moesten wel de Romeinse Keizer vereren en zich aan de Romeinse wetten houden.
Voordeel voor het overnemen van de Romeinse Cultuur:
- Je krijgt het Romeins burgerrecht
Na 25 jaar diensttijd in het leger kreeg je een stuk grond en Romeins burger recht

Slide 34 - Tekstslide

Een nieuw geloof
In Palastina (nu Israel) woonden de Joden.
Zij geloven in een God (monotheïsme)

Romeinen geloven in meerdere goden
(polytheïsme)

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Een nieuw geloof
Jezus trok rond en vertelde dat je na de dood in de hemel kon komen als je een goed leven had geleid.
Bijvoorbeeld: Gij zult niet doden of stelen

Omdat de christenen in een god geloofden waren de Romeinen bang dat hun Goden boos zouden worden. Daarom vervolgden/vermoorden zij hun.

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Christendom
Ondanks de vervolgingen bekeerden steeds meer mensen zich.

In 313 n.chr. besloot Keizer Constantijn om zich te bekeren en stopte de vervolgingen.

De christelijke kerk kon daardoor snel groeien.

Slide 40 - Tekstslide