5.2-1 Energie uit je voedsel 4H 2122

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
5.2 Energie uit je voedsel deel 1
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
5.2 Energie uit je voedsel deel 1

Slide 1 - Tekstslide

Energie uit voedsel
Meestal gebruikt je lichaam koolhydraten als energiebron.
Ook vetten en eiwitten zijn te gebruiken.

Het proces om uit voedingsstoffen energie te halen heet dissimilatie (= verbranding).
Dissimilatie vindt plaats in de mitochondriën.

Slide 2 - Tekstslide

Energie
Je eet niet precies op de momenten dat je energie nodig hebt.
Je lichaam slaat energie dus (tijdelijk) op.

Glycogeen (korte termijn)
Vet (lange termijn)


Slide 3 - Tekstslide

Glycogeen - in lever en spieren

Slide 4 - Tekstslide

Vet - in botten en onder de huid
Je hebt altijd vet in je lichaam/ onder je huid.
Mannen: 12-25%
Vrouwen: 21-36% (bouw en behoefte)

Belangrijk als reservebrandstof, bouwstof en als isolatie.


Slide 5 - Tekstslide

Lever
Je lever kan:
  • koolhydraten omzetten in vetten
  • aminozuren omzetten in koolhydraten of vetten
  • vetten omzetten in koolhydraten.


Slide 6 - Tekstslide

Leg uit dat je ook dik kan worden als je heel weinig vet eet

Slide 7 - Open vraag

Evenwichtige voeding
Samenstelling:
Voedingsstoffen: ADH: aanbevolen dagelijke hoeveelheid Additieven (toegevoegde stoffen): ADI: aanvaardbare dagelijkse inname

Slide 8 - Tekstslide

Dissimilatie van 1 g koolhydraat of eiwit levert 17 kJ en van 1 g vet 38 kJ. Een trekvogel vliegt 2000 km. Licht toe dat vogels vooral vetten als reservestof opslaan voor ze aan de trek beginnen.

Slide 9 - Open vraag

Welk ander voordeel heeft deze voedingsstof?

Slide 10 - Open vraag

Doel 5.2
Je leert wat de functie is van ATP
Je leert hoe cellen nieuwe ATP maken
Je leert welke afvalstoffen vrijkomen bij de aanmaak van ATP

Slide 11 - Tekstslide

Dissimilatie in mitochondriën
Voedingsstof (meestal glucose) + zuurstof
levert
warmte + koolstofdioxide + ATP

ATP is een energierijke stof die de cel voor alle processen kan gebruiken die energie kosten

Slide 12 - Tekstslide

ATP/ ADP

Slide 13 - Tekstslide

ATP/ ADP
Dissimilatie van voedingsstoffen
Energie beschikbaar voor celprocessen

Slide 14 - Tekstslide

Stappen vrijmaken energie
1. de in de cel beschikbare
ATP wordt gebruikt
BINAS 90A

Slide 15 - Tekstslide

ATP voorraad
Als je je gaat inspannen gebruikt een (spier)cel eerst de al aanwezige ATP in de cel. Maar die is vrij snel op......

Slide 16 - Tekstslide

Stappen vrijmaken energie
2. Creatinefosfaat vormt
nieuwe ATP
BINAS 90A

Slide 17 - Tekstslide

Creatinefosfaat
In de cel is ook een hoeveelheid Creatinefosfaat aanwezig. De Fosfaatgroep hiervan kan snel aan ADP worden gekoppeld voor nieuwe ATP.

Slide 18 - Tekstslide

Fosfaat

Slide 19 - Tekstslide

Fosfaataccu
De hoeveelheid ATP + CP in je cel noemen we ook de fosfaataccu.

Slide 20 - Tekstslide

Stappen vrijmaken energie
3. Vorming ATP uit anaerobe 
dissimilatie
BINAS 90A

Slide 21 - Tekstslide

Anaerobe dissimilatie
Omdat na 10 seconden na de start van de inspanning de ademhaling en hartslag nog niet hoog genoeg zijn om alle cellen van genoeg zuurstof te voorzien begin je met het verbranden van glucose zonder zuurstof = anaeroob.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Anaerobe dissimilatie
Bij de anaerobe dissimilatie van glucose ontstaat 2 ATP per molecuul glucose + melkzuur.
Dit heet melkzuurgisting.
Het vindt plaats in het grondplasma.
Door het melkzuur verzuren je spieren.

Slide 24 - Tekstslide

Anaerobe dissimilatie
Een deel van het gevormde melkzuur kan in je lever weer omgezet worden in glucose (dit kost daar energie).

De rest wordt, als er eenmaal zuurstof voldoende is, omgezet naar pyrodruivenzuur en kan worden gebruikt in de aerobe dissimilatie.

Slide 25 - Tekstslide

Doel 5.2
Je hebt geleerd wat de functie is van ATP
Je hebt geleerd hoe cellen nieuwe ATP maken
Je hebt geleerd welke afvalstoffen vrijkomen bij de aanmaak van ATP

Slide 26 - Tekstslide

Doel 5.2
BINAS 90A Energiebronnen van een spier 

Slide 27 - Tekstslide

Begrippen 5.2
energie, ATP, creatinefosfaat, fosfaataccu, glucose, grondplasma, melkzuurgisting, anaerobe dissimilatie

Slide 28 - Tekstslide

Huiswerk
In de online methode/ boek
Kies een leerweg (default B).
Mkane opdrachten 5.1


Slide 29 - Tekstslide