Kapitel 4 Fantastische Freizeit

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Herzlich Willkommen H2B

Programm

• Probeprüfung: Wörterliste A und B
• E-Mail Aufgabe 16.1

Ken je de woorden van Kapitel 4 al goed? Door antwoord te geven op de volgende slides, kom je daarachter. Daarna lees je de e-mail in je TB op blz. 50 en vertaal je de vragen. 

Viel Erfolg!

Wörterliste A und B (K.4)

(D-N) Waar staat de juiste vertaling?
üben

1. oefenen
2. boven
3. maken
4. onder

(D-N) Waar staat de juiste vertaling?
der Wettkampf

1. de strijd
2. de wedstrijd
3. het sportveld
4. het veld

(D-N) Waar staat de juiste vertaling?
stolz auf

1. stort op
2. trots met
3. sportief
4. trots op

(D-N) Waar staat de juiste vertaling?
in den Ferien

1. in de vereniging
2. op de camping
3. in de vakantie
4. in de tuin

(N-D) Waar staat de juiste vertaling?
de kracht

1. der Wettkampf
2. das Spiel
3. die Kraft
4. die Freizeit

(N-D) Waar staat de juiste vertaling?
paardrijden

1. Pferd reiten
2. reiten
3. in der Reithalle
4. ein eigenes Pferd

(N-D) Waar staat de juiste vertaling?
vermoeiend, inspannend

1. enttäuscht
2. schnell
3. sportlich
4. anstrengend

(N-D) Waar staat de juiste vertaling?
de sportschoenen

1. die Schuhe
2. die Sportkleidung
3. Sport machen
4. die Sportschuhe

(N-D) Waar staat de juiste vertaling?
fietsen

1. Ski fahren
2. fahren
3. Rad fahren
4. Schlittschuh laufen

(D-N) Noteer de juiste vertaling.
brauchen

(D-N) Noteer de juiste vertaling.
am Mittwoch

(D-N) Noteer de juiste vertaling.
Ich treffe mich mit Freunden.

(D-N) Noteer de juiste vertaling.
in meiner Freizeit

(N-D) Noteer de juiste vertaling.
uitgaan

(N-D) Noteer de juiste vertaling.
in het weekend

(N-D) Noteer de juiste vertaling.
een uur

(N-D) Noteer de juiste vertaling.
tv kijken

Und?

Wist je veel woorden al goed te vertalen? Gut gemacht!

Wist je er nog veel niet, dan kun je met bijvoorbeeld Quizlet nog eens goed de woorden gaan oefenen.

Lees nu de e-mail op blz. 50 van je TB en ga daarna verder met de opdracht. Kijk ook eventueel in je AB op blz. 31

Hoe schrijft Matthias, dat:
1. hij tien minuten geleden thuis is gekomen?

Hoe schrijft Matthias, dat: jouw team uit Nederland ook naar het toernooi komt?

Hoe schrijft Matthias, dat: jullie alle wedstrijden hebben gewonnen?

Hoe schrijft Matthias, dat: het een spannende wedstijd wordt als zijn team tegen het jouwe speelt?

Hoe schrijft Matthias, dat: zijn team altijd van half zeven tot kwart voor acht traint?

Hoe schrijft Matthias, dat: zijn favoriete team Schalke '04 is?

Hoe schrijft Matthias, dat: je de groeten aan je zus moet doen?

Hoe vond je deze Lesson Up?
Kies een antwoord dat bij jou past.

1. Erg fijn om de woorden zo te overhoren en de e-mail opdracht te maken.
2. Op zich wel fijn om zo de woorden te overhoren en de e-mail opdracht te maken.
3. Niet fijn om zo de woorden te overhoren en de e-mail opdracht te maken
4. Totaal niet fijn om zo de woorden te overhoren en de e-mail opdracht te maken.