HTML review
1 / 13
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is er mis met deze code:
<img https://example.com/laptop.jpg />
A
<img> moet <image> zijn
B
De URL moet in hoofdletters
C
<img> kan alleen png en gif afbeelden
D
De url moet tussen "" als src attribuut zijn toegewezen
Slide 2 - Quizvraag
Welke tag bevat het zichtbare deel van een website?
A
<body>
B
<html>
C
<head>
D
<main>
Slide 3 - Quizvraag
De volgende code toont niets in de browser. Waarom niet?
<ol></ol>
A
<ol> is geen geldige HTML tag
B
Er moeten <li> items worden toegevoegd.
C
<ol> staat voor 'old' en wordt niet weergegeven
D
<ol>moet met <ul> worden vervangen
Slide 4 - Quizvraag
Welke HTML code wordt door de meeste browsers scheef weergegeven?
A
<strong>hello</strong>
B
<div>hello</div>
C
<p>hello</p>
D
<em>hello</em>
Slide 5 - Quizvraag
Welke tag toont de kleinst mogelijke kop?
A
<h1>
B
<h9>
C
<h6>
D
<small>
Slide 6 - Quizvraag
Waar staat HTML voor?
A
HyperTransfer Markdown Language
B
HyperText Markdown Language
C
HyperTransfer Markup Language
D
HyperText Markup Language
Slide 7 - Quizvraag
Waarom werkt dit niet?
<video src="myVid.mp4" controls >
A
Breedte en hoogte zijn niet gegeven
B
Een geldige zelf-sluitende tag eindigt met />
C
src= klopt niet voor deze tag
D
Video is geen zelf-sluitende tag, het moet een sluitende tag hebben.
Slide 8 - Quizvraag
Welk element is de ouder van
<p>My Paragraph</p>?
<p>My Paragraph</p>?
A
<div>
B
<a>
C
<p>
D
<body>
Slide 9 - Quizvraag
Maak van mij een paragraaf
Sleep de juiste tags naar de juiste locatie
<\p>
</p>
<p>
<p/>
<!p>
Slide 10 - Sleepvraag
Waar bestaat een HTML element uit?
A
de eerste, openende html-tag
B
Een HTML tag en diens inhoud
C
de tweede, ofwel sluitende html-tag (met de /)
D
HTML code dat niet geopend of gesloten hoeft te worden
Slide 11 - Quizvraag
Welke code klopt?
A
<p>Ik ben een paragraaf<\p>
B
<p>Ik ben een paragraaf</p>
C
<p>Ik ben een paragraaf<p/>
D
<p/>Ik ben een paragraaf<p>
Slide 12 - Quizvraag
Wat verandert er als je <ul> met <ol> verandert?
A
Er verandert niets
B
Stippen worden getallen
C
Nummers worden streepjes
D
Het element zou onzichtbaar worden
