bs 5 - aerobe dissimilatie

VWO 5
Thema 3 - Stofwisseling in de cel
Bs 5
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

VWO 5
Thema 3 - Stofwisseling in de cel
Bs 5

Slide 1 - Tekstslide

Welk molecuul zie je hier?
A
ATP
B
H2O
C
Glucose
D
Glycogeen

Slide 2 - Quizvraag

Hiernaast zie je de vorming van sacharose. Naast sacharose ontstaat er nog een molecuul. Welk molecuul is dit?
A
H+
B
CO2
C
ATP
D
H2O

Slide 3 - Quizvraag

Hiernaast zie je twee moleculen die met elkaar verbonden zijn met een peptidebinding. Wat voor soorten moleculen vormen samen een peptidebinding?
A
Sachariden
B
Aminozuren
C
Lipiden
D
Glycerolen

Slide 4 - Quizvraag

Hiernaast zie je een vetmolecuul. Uit welke groepen zijn vetmoleculen opgebouwd?
A
Glycerol en vetzuurstaarten
B
Aminozuren en vetzuurstaarten
C
Glycerol en peptidestaarten
D
Aminozuren en peptidestaarten

Slide 5 - Quizvraag

Dissimilatie

Slide 6 - Tekstslide

Aerobe dissimilatie

Vier fases:
  1. Glycolyse
  2. Productie acetyl-coA
  3. Citroenzuurcyclus
  4. Oxidatieve fosforylering

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Hoeveel moleculen pyrodruivenzuur kunnen er maximaal ontstaan er uit één molecuul glucose?
A
1
B
2
C
3
D
0

Slide 12 - Quizvraag

Als één molecuul glucose de glycolyse in gaat, hoeveel ATP ontstaat er netto?
A
2
B
4
C
6
D
0

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Hoeveel acetylgroepen worden gemaakt uit één molecuul glucose?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 16 - Quizvraag

Hoeveel C-atomen bevat het acetylmolecuul dat de citroenzuurcyclus in gaat? Tip: kijk nogmaals naar binastabel 68A.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 17 - Quizvraag

Na de glycolyse ontstaan er twee moleculen pyrodruivenzuur. Elk molecuul bevat 3 C-atomen, dus er zijn 6 C-atomen in totaal. Toch ontstaan er 2 moleculen acetyl-coA, die ieder 2 C-atomen bevat. Dat zijn dus 4 C-atomen in totaal die ontstaan. Waar zijn de andere 2 C-atomen gebleven?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

We zien twee nieuwe moleculen tevoorschijn komen in de citroenzuurcyclus, namelijk GTP en FADH2. Wat is hun functie?

Slide 21 - Open vraag

Hoeveel moleculen CO2 worden er tijdens de citroenzuurcyclus gemaakt uit één molecuul glucose?
A
1
B
2
C
4
D
6

Slide 22 - Quizvraag

Waar vindt de citroenzuurcyclus plaats?
A
In het cytoplasma, los van het mitochondrium
B
In het cytoplasma, aan het mitochondrium vast
C
In het mitchondrium

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Wat is het doel van oxidatieve fosforylering?

Slide 26 - Open vraag

Bij de oxidatieve fosforylering verliezen de elektronen hun lading. Dit komt o.a. doordat ze het verliezen aan hun eigen transport. Maar ze verliezen het ook nog ergens anders aan. Waar wordt die energie voor gebruikt?

Slide 27 - Open vraag

Hoeveel ATP-moleculen kan één NADPH,H+ genereren tijdens de oxidatieve fosforylering?
A
0
B
1
C
3
D
6

Slide 28 - Quizvraag

Opdracht glycolyse
  1. Maak een schema van de glycolyse
  2. Gebruik bolletjes voor de C-atomen
  3. Gebruik een rondje met een P erin voor fosfaatgroepen
  4. Laat in het schema ook zien wanneer er ATP erin en eruit gaat (inclusief ADP) --> voor ATP en ADP hoef je niet een bolletje met een te gebruiken, simpelweg 'ATP' of 'ADP' volstaat
  5. Doe dit met pen en papier
  6. Maak er een foto van en upload deze bij de volgende opdracht


Slide 29 - Tekstslide

Opdracht glycolyse: maak een schema van de glycolyse. Doe dit met pen en papier. Maak een foto en upload 'm in deze opdracht. Gebruik binastabel 68B.

Slide 30 - Open vraag

Opdracht citroenzuurcyclus
  1. Maak een schema van de citroenzuurcyclus 
  2. Gebruik bolletjes voor de C-atomen
  3. Gebruik een rondje met een P erin voor fosfaatgroepen
  4. Laat in het schema ook zien wanneer er ATP erin en eruit gaat (inclusief ADP) --> voor ATP en ADP hoef je niet een bolletje met een te gebruiken, simpelweg 'ATP' of 'ADP' volstaat
  5. Laat ook zien wanneer CO2 en H2O ontstaat / wordt gebruikt
  6. Doe dit met pen en papier
  7. Maak er een foto van en upload deze bij de volgende opdracht

Slide 31 - Tekstslide

Opdracht glycolyse: maak een schema van de citroenzuurcyclus. Doe dit met pen en papier. Maak een foto en upload 'm in deze opdracht. Gebruik binastabel 68C.

Slide 32 - Open vraag