§3.3 de bouw van atomen

§3.3 leerdoelen
Je leert uit welke drie soorten deeltjes heen atoom is opgebouwd.
Je leert de lading en de massa van deze deeltjes.
Je leert welk deeltje het atoom nummer bepaalt.
Je leert wat ionen zijn.

Je leert wat isotopen zijn
Je leert over kernreacties
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

§3.3 leerdoelen
Je leert uit welke drie soorten deeltjes heen atoom is opgebouwd.
Je leert de lading en de massa van deze deeltjes.
Je leert welk deeltje het atoom nummer bepaalt.
Je leert wat ionen zijn.

Je leert wat isotopen zijn
Je leert over kernreacties

Slide 1 - Tekstslide

 §3.3
Nu gaan we in een atoom kijken.

Slide 2 - Tekstslide

metalen geleiden stroom.

zouten geleiden alleen stroom als ze zijn opgelost of als ze vloeibaar zijn.

moleculaire stoffen geleiden nooit stroom.
Hoe kun je het verschil op macroniveau onderzoeken?

Slide 3 - Tekstslide

Het zout zinkchloride ZnCl2 opgelost in water.

Slide 4 - Tekstslide

Rond 1900: wel bekend dat er in atomen plus en min deeltjes zaten.

Rutherford "schoot" met positief geladen deeltjes op een heel dun plaatje goud en zag het volgende.....
Hoe zijn atomen opgebouwd?
  • atomen hebben verschillende massa's
  • soms met een + of een - lading

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

idee over atoom voor het experiment (krentenbol)
 
idee over atoom na het experiment (kern en elektronen wolk)

Slide 7 - Tekstslide

In een atoom zijn er 3 soorten deeltjes

elektronen: negatief (-) geladen deeltjes in een wolk (lading 1-)

neutronen: ongeladen (neutrale) deeltjes in de kern

protonen: positief geladen deeltjes in de kern (lading 1+)
het atoom helium

Slide 8 - Tekstslide

Lading wordt bepaald door de protonen en de elektronen.

lading nul:  evenveel elektronen als protonen


Elektronen: in een schil/wolk om de kern heen. Elektronen kunnen vrij gemakkelijk weggehaald en toegevoegd worden.
Protonen en neutronen zitten stabiel in de  kern. (kunnen niet zo maar weg)



2 protonen   2+
2 elektronen  2-

Slide 9 - Tekstslide

Lading wordt bepaald door de protonen en de elektronen.

lading nul: evenveel elektronen als protonen

Atomen met een + of - lading noemen we ionen (ion)

lading +   : er zijn elektronen weggehaald
lading -   : er zijn elektronen toegevoegd
protonen blijven stabiel op hun plek.



2 protonen   2+
2 elektronen  2-

Slide 10 - Tekstslide


Wat gebeurt er met de lading van dit atoom als er een elektron bijkomt?
A
van lading 0 naar lading +1
B
van lading 0 naar -1
C
van lading +2 naar lading +1
D
van lading 2- naar 3-

Slide 11 - Quizvraag


Wat gebeurt er met de lading van dit  atoom als er 2 elektronen afgaan?
A
van 0 naar +2
B
van 0 naar -2
C
van +2 naar 0
D
van -2 naar 0

Slide 12 - Quizvraag

De massa van een atoom

elektronen:
deeltjes zonder massa in een wolk

neutronen: deeltjes met massa 1 u in de kern

protonen: deeltjes met massa 1 u in de kern
het atoom helium

Slide 13 - Tekstslide

Wat is de massa van dit atoom?

2  elektronen: massa nul

2  neutronen:  massa 2 u

2  protonen:  massa 2u

totaal 2 + 2 = 4 u
Dus de massa van dit heliumatoom is 4 u
het atoom helium

Slide 14 - Tekstslide

Overzicht



waar?
deeltje
lading
massa
elektronen- wolk
elektron
1-
0
kern
proton
1+
1u
kern
neutron
0
1u

Slide 15 - Tekstslide

Een ongeladen zuurstof atoom heeft 8 protonen en 8 neutronen.
Wat is de massa(in u)?
En hoeveel elektronen zijn er?
A
massa 8 u 16 elektronen
B
massa 8 u 8 elektronen
C
massa 16 u 16 elektronen
D
massa 16 u 8 elektronen

Slide 16 - Quizvraag

Het aantal protonen noemen we het atoomnummer.

Het aantal protonen bepaalt welke atoomsoort (element) het is.

helium atoomnummer 2 (heeft 2 protonen)
zuurstof atoomnummer 8 (heeft 8 protonen

Slide 17 - Tekstslide

Een Natrium atoom heeft atoomnummer 11 en een massa van 23 u

Hoeveel protonen en neutronen?
A
11 protonen 23 neutronen
B
11 protonen 12 neutronen
C
12 protonen 11 neutronen
D
23 protonen 11 neutronen

Slide 18 - Quizvraag


Een atoom heeft een massa van 20 u en 11 neutronen. Wat is het atoom nummer en welke atoomsoort is het?
A
9 Fluor
B
31 Gallium
C
11 Natrium
D
20 Calcium

Slide 19 - Quizvraag

Een Natrium-ion met een lading 1+ heeft atoomnummer 11 en een massa van 23 u
Hoeveel elektronen en hoeveel protonen?
A
10 elektronen 11 protonen
B
12 elektronen 11 protonen
C
10 elektronen 12 protonen
D
12 elektronen 12 protonen

Slide 20 - Quizvraag

Een Natrium-ion met een lading 0 heeft atoomnummer 11 en een massa van 23 u
Hoeveel elektronen en hoeveel neutronen?
A
10 elektronen 11 neutronen
B
11 elektronen 12 neutronen
C
10 elektronen 12 neutronen
D
11 elektronen 11 neutronen

Slide 21 - Quizvraag

De massa van een atoom

elektronen:
deeltjes zonder massa in een wolk

neutronen: deeltjes met massa 1 u in de kern

protonen: deeltjes met massa 1 u in de kern
het atoom helium

Slide 22 - Tekstslide

In een atoom zijn er 3 soorten deeltjes

elektronen: negatief (-) geladen deeltjes in een wolk (lading 1-)

neutronen: ongeladen (neutrale) deeltjes in de kern

protonen: positief geladen deeltjes in de kern (lading 1+)
het atoom helium

Slide 23 - Tekstslide

Overzicht



waar?
deeltje
lading
massa
elektronen- wolk
elektron
1-
0
kern
proton
1+
1u
kern
neutron
0
1u

Slide 24 - Tekstslide

vragen?

  dan naar magister studiewijzer §3.3
  simulatie opdracht atomen bouwen

Slide 25 - Tekstslide

Vorige les?
waar?
deeltje
lading
massa
elektronen- wolk
elektron
1-
0
kern
proton
1+
1u
kern
neutron
0
1u

Slide 26 - Tekstslide

vandaag

  • isotopen
  • kernreacties/kernsplijting

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

isotopen hebben hetzelfde atoomnummer, maar verschillende atoommassa. (verschillende aantallen neutronen)

Slide 29 - Tekstslide

in het periodiek systeem

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Kernreacties: er vinden veranderingen plaats in de kern.
Het aantal protonen en of neutronen verandert.




Vaak komt er energie bij vrij (kernenergie)
in de vorm van radioactieve straling.

Slide 32 - Tekstslide

Uranium, een natuurlijke radioactieve stof

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

neutron + uranium 235
--> afval + 2 neutronen

               kettingreactie

Slide 35 - Tekstslide

Radioactieve straling

  • alfa-straling: 2 protonen + 2 neutronen = heliumkern (zonder elektronen)
  • bèta-straling   elektronen
  • gamma-straling

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Vragen?

Dan methode §3.3 bestuderen, opgaven maken.





Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video