Thema: Slim met geld - les 3

Slim met geld-les 3
Hoofdrekenen - rekenmachine?
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slim met geld-les 3
Hoofdrekenen - rekenmachine?

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan wij doen?
- Terugblik vorige les
- Wat gaan we vandaag leren?
- Waarom gaan we dit leren?
- Filmpje 
- Korte Quiz 
- Werkblad hoofdrekenen of rekenmachine?
- Wat hebben we geleerd?




Slide 2 - Tekstslide

Terugblik vorige les

- Afronden
- Totaalbedragen inschatten
- Rekenen met een rekenmachine
- Geld koppelen aan je eigen leven

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we leren?
In deze les leren wij: 
- Wanneer het handig is om zelf te rekenen of de rekenmachine te gebruiken.
- Een berekening met geldbedragen goed uitvoeren (zowel met als zonder rekenmachine).
- Rekenen in herkenbare situaties: werk, loon, korting, abonnementen.

Slide 4 - Tekstslide

Waarom gaan we dit leren?
Soms moet je iets uitrekenen om te kunnen bepalen of je er wel genoeg geld voor hebt. 
Dan is is het fijn om te weten hoe je dat kunt doen met een rekenmachine. 

Bijvoorbeeld een korting uitrekenen (10% van €50 voor een nieuwe broek). 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Zelf rekenen of een rekenmachine gebruiken?
We doen een korte quiz!
Reken uit je hoofd uit OF gebruik de rekenmachine. 

Welke som is makkelijk om snel uit je hoofd uit te rekenen en voor welke som kan je beter een rekenmachine gebruiken? 

Slide 7 - Tekstslide

€5,00 + €2,50 =

Slide 8 - Open vraag

€239,45 + €146,30 =

Slide 9 - Open vraag

€15,00 + €5,25 =

Slide 10 - Open vraag

€18,00 + €37,50 =

Slide 11 - Open vraag

€31,20 - €12,30=

Slide 12 - Open vraag

€251,10 - €85,30 =

Slide 13 - Open vraag

Aan de slag 
Vul het werkblad zelfstandig in. 
Kies zelf voor hoofdrekenen OF de rekenmachine. 
We kijken het samen na!
timer
15:00

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Lesdoelen
In deze les is het ons gelukt om: 
- Te bedenken wanneer het handig is om zelf te rekenen of de rekenmachine te gebruiken.
- Een berekening met geldbedragen goed uit te voeren (zowel met als zonder rekenmachine).
- Rekenen in herkenbare situaties te kunnen plaatsen: werk, loon, korting, abonnementen.

Slide 16 - Tekstslide