De indirecte vraag met een vraagwoord
1 / 7
Lesduur is: 5 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Waar is de winkel?
A
Weet u waar de winkel is?
B
Weet u waar is de winkel?
C
U weet de winkel is?
Slide 3 - Quizvraag
Waneer is het museum open?
A
Waneer is het museum open?
B
Weet u waar is het museum open?
C
Weet u waneer is het museum open?
Slide 4 - Quizvraag
Welke bus gaat naar het station?
A
Kun u me zeggen welke bus naar het station gaat?
B
Kun u zeggen me welke bus naar het station gaat?
C
Kun u me zeggen wie bus naar het station gaat?
Slide 5 - Quizvraag
Wat kun je in dit museum zien?
A
Kun u me zeggen wat je in dit museum kunt zien?
B
Kunt u me zeggen waar je in dit museum kunt zien?
C
Kunt u zeggen me wat je in dit museum kunt zien?
Slide 6 - Quizvraag
Wie heeft dit schilderij gemaakt?
A
Weet jij waaroom dit schilderij heeft gemaakt?
B
Weet jij wie dit schilderij heeft gemaakt?
C
Weet jij wie heeft gemaakt dit schilderij?
