Verkeersborden
1 / 22
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Hoe herken je een "Je moet hier.. bord"?
A
Vierkant en blauw
B
Rond en blauw
C
Driehoek en rood
D
Rond en rood
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Hoe herken je een "Je mag hier niet.... bord"?
A
Rond met een rode rand
B
Rood en driehoekig
C
Vierkant en blauw
D
Rond met een blauwe rand
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Hoe zit een "Kijk hier is.... bord" eruit?
A
Driehoekig en rood
B
Rond en blauw
C
Rond en rood
D
Vierkant en blauw
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Hoe zit een "Pas op.... bord" eruit?
A
Driehoekig met de punt omhoog
B
Driehoekig met de punt omlaag
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Mag je deze weg
inslaan als fietser?
inslaan als fietser?
A
Ja
B
Nee
Slide 15 - Quizvraag
Mag je deze weg
in met de auto?
in met de auto?
A
Ja
B
Nee
Slide 16 - Quizvraag
Wat betekent dit bord?
A
Je mag hier niet rechtsaf
B
Dit is een eenrichtingsweg
C
Je moet hier rechtsaf
D
Pas op! Scherpe bocht naar rechts!
Slide 17 - Quizvraag
Wat betekent dit bord?
A
Pas op! Ouderen!
B
Verboden voor ouderen
Slide 18 - Quizvraag
Wat betekent dit bord?
A
Je hebt geen voorrang
B
Pas op!
C
Je moet hier stoppen
D
Je rijdt op een voorrangsweg
Slide 19 - Quizvraag
Wat is waar over dit verkeersbord?
A
De dikke lijn heeft voorrang
B
De dunne lijn heeft voorrang
Slide 20 - Quizvraag
Wie mag eerst?
A
De rode pijl
B
De witte pijl
