Werken met je lichaam les 2
1 / 25
Lesduur is: 100 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Als je tilt met een ronde rug, kun je sneller rugpijn krijgen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Je moet een zwaar voorwerp altijd zo ver mogelijk van je lichaam houden.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Je buik- en rugspieren helpen je om rechtop te staan.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Je knieën horen naar binnen te zakken als je een squat doet.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Spieren worden sterker als je ze regelmatig traint.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Zware tassen draag je het beste over één schouder.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Zware tassen draag je het beste over één schouder.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Als je veel zit, is het belangrijk om soms even te bewegen of te rekken.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waar hebben we het vorige les over gehad?
Slide 11 - Open vraag
Laat leerlingen op een papiertje tekenen hoe zij nu zitten (stickman).
Laat drie leerlingen even voor de klas zitten → de rest benoemt wat opvalt: rug, voeten, schouders.
Doel: bewustwording van houding.
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Hoe fit voel jij je momenteel?
Slide 14 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Waarom is slaap zo belangrijk?
Slide 15 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Tekstslide
Kies een beroep.
Bedenk:
Welke houdingen komen veel voor?
Waar kun je snel klachten krijgen?
Hoe kun je die voorkomen?
Laat elke groep 1 minuut presenteren.
Slide 18 - Tekstslide
Belang van een vast ritme
Wat maakt ploegendienst zwaar?
Wat gebeurt er als je te weinig slaapt?
De 4 slaapfases
1. Inslaapfase (N1) – lichte slaap
Je valt net in slaap.
Je hoort soms nog geluiden.
Spieren ontspannen.
Duurt maar een paar minuten.
2. Lichte slaap (N2)
Je slaapt, maar nog niet diep.
Hartslag en ademhaling worden rustiger.
Je wordt niet meer van elk geluid wakker.
Dit is de langste fase van de nacht (ongeveer de helft van je slaap).
3. Diepe slaap (N3)
Je lichaam herstelt.
Spieren en hersenen rusten goed uit.
Het is moeilijk om je wakker te maken.
Heel belangrijk voor groei, gezondheid en energie.
4. Droomslaap (REM-slaap)
REM = Rapid Eye Movement (je ogen bewegen snel onder je oogleden).
Je droomt het meest in deze fase.
Hersenen zijn actief (bijna alsof je wakker bent).
Belangrijk voor geheugen, leren en emoties.
Slide 19 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Waarom slapen mensen?
Slide 20 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoeveel uur slaap jij gemiddeld per nacht?
Slide 21 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 22 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Welke beroepen hebben last van een ander slaapritme?
Slide 23 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 24 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 25 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
