1.2 Onderzoeken

1.2 Onderzoeken
Introductie
Waarnemen
Onderzoek doen
Begrippen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

1.2 Onderzoeken
Introductie
Waarnemen
Onderzoek doen
Begrippen

Slide 1 - Tekstslide

herhaling 


Wat weten we nog van de vorige les? 

Slide 2 - Tekstslide

leerdoelen
1 Je kunt benoemen wat je met je zintuigen kunt waarnemen.
2 Je kunt beschrijven hoe je voorzichtig aan onbekende stoffen moet ruiken.
3 Je kunt uitleggen waarom je bij natuurkunde en scheikunde nooit mag proeven van een stof.
4 Je kunt beschrijven wat de onderzoeksvraag en de conclusie van een onderzoek zijn.

Slide 3 - Tekstslide

timer
2:00
Waarnemen doe je met je zintuigen.

Wat zijn dat?




Welke waarnemingen mag je altijd doen bij een onderzoek?


welke waarneming mag je altijd doen tijdens een onderzoek?















Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Tekstslide

Welke waarnemingen mag je altijd doen bij een onderzoek?
A
horen en zien
B
ruiken en zien
C
proeven en voelen
D
alles mag

Slide 6 - Quizvraag

Voorzichtig ruiken doe je zo:
• Houd de fles een beetje van je af.
• Haal de dop van de fles.
• Wuif met je hand boven de fles, zodat de damp wordt verdeeld in de lucht.
• Snuif een beetje van die lucht op.
Zo adem je nooit te veel van een schadelijke stof in 

Slide 7 - Tekstslide

Giftige stoffen 
De damp van sommige stoffen is giftig. Als je giftige dampen inademt, kun je ziek worden of je longen beschadigen. Daarom mag je nooit zomaar ruiken aan een stof, maar moet je dat altijd voorzichtig doen. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Waarnemen
Je bewust worden van prikkels uit je omgeving.



Slide 10 - Tekstslide

Zintuigen

Onderdelen van je lichaam waar je mee kunt waarnemen.

Slide 11 - Tekstslide

Onderzoeksvraag

  • Een onderzoek begint met een onderzoeksvraag. Daarin staat wat je wilt ontdekken.
  • Een voorbeeld van een onderzoeksvraag is: Wat is de temperatuur van kokend water? 


Slide 12 - Tekstslide

Conclussie 
  • Na het onderzoek heb je iets ontdekt. 
  • Je hebt dan een conclusie. De conclusie van het onderzoek is het antwoord op je onderzoeksvraag. 

  • Een conclusie kan zijn: de temperatuur van kokend water is 100 graden Celsius.



Slide 13 - Tekstslide

conclusie van het onderzoek

Wat je hebt ontdekt tijdens het onderzoek, het antwoord op de onderzoeksvraag.

Slide 14 - Tekstslide

Onderzoeksvraag

Wat je wilt ontdekken tijdens het onderzoek.

Slide 15 - Tekstslide

Zelfstandig werken
- Maak zelfstandig 1.2.
-Maak zelfstandig een samenvatting van paragraaf 1.2
klaar lever dit in bij de juf.  
timer
20:00

Slide 16 - Tekstslide