Domein 1 H3 decimale getallen les 9

Domein 1
Hoofdstuk 3 Decimale getallen
Les 9
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 6

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Domein 1
Hoofdstuk 3 Decimale getallen
Les 9

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- Je leert decimale getallen vermenigvuldigen door de som eerst zonder komma uit te rekenen. 
- Je leert decimale getallen vermenigvuldigen door splitsen, veranderen en vergroten en verkleinen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4 × 0,9 =

Slide 4 - Tekstslide

3,6
8 × 0,8 =

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

6 × 0,7 =

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1,2 × 5 =

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

0,2 × 0,8 =

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

0,6 × 0,4 =

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3,1 × 6 =

Slide 12 - Tekstslide

18,6
7 × 5,8 =

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

8 × 1,5 =

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

4,9 × 5 =

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

9 × 2,3 =

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

0,6 × 50 =

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Juul koopt 7 flessen van 1,5 liter cola. Hoeveel liter cola koopt Juul?
Schrijf op met welke berekening je dit kunt uitrekenen en reken uit.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ed parkeert 5 uur in een parkeergarage. Het tarief van de parkeergarage is € 1,80 per uur.
Hoeveel moet Ed betalen?


Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Nederlands
Taalverzorging

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- Je oefent met het vervoegen van werkwoorden in de tegenwoordige tijd wanneer je of jij achter het werkwoord staat. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

...?...(vinden) je shoppen ook zo leuk?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je ...?... (worden) fitter als je elke dag sport.

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Jij ...?... (bepalen) zelf hoe vaak je gaat trainen.

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Op die etage ...?... (vinden) je de klantenservice.

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Jij ...?... (begrijpen) de regels, dus jij mag ze uitleggen.

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je ...?... (bieden) Monica geen kans om mee te spelen.

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

...?... (houden) jij meer van uitgaan of van thuis tv kijken?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

toelaten
toegelaten
houdt
houd
word
wordt
wort
kunnen
kunt

Slide 30 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

maken
maakt
verdienen
verdient
wordt
word
verwacht
verwachtt
tref
treft

Slide 31 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat ging goed en wat kon beter?

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies