2v WH modale hulpwerkwoorden en ESTTENTEN, instructie rangtelwoorden/datum

lesdoelen
  1. Je kan lastige modale hulpwerkwoorden vervoegen.
  2. Je kunt woorden die op een d of t eindigen correct vervoegen.
  3. Je kunt een rangtelwoord opschrijven.
  4. Je kunt een datum opschrijven.
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

lesdoelen
  1. Je kan lastige modale hulpwerkwoorden vervoegen.
  2. Je kunt woorden die op een d of t eindigen correct vervoegen.
  3. Je kunt een rangtelwoord opschrijven.
  4. Je kunt een datum opschrijven.

Slide 1 - Tekstslide

In het Duits kennen we de volgende modale hulpwerkwoorden:

Slide 2 - Tekstslide

vertaal: hij wil

Slide 3 - Open vraag

vertaal: jullie weten

Slide 4 - Open vraag

vertaal: ik weet

Slide 5 - Open vraag

vertaal: jullie mogen (geen bier drinken)

Slide 6 - Open vraag

Ik weet dat ik op classroom oefeningen en een uitlegvideo vindt.
ja
nu wel, bedankt voor de herinnering :-)

Slide 7 - Poll

Stam op -d of -t?
Ja: (fe)esttenten-uitgang met eventueel extra -e
Nee: (fe)esttenten-uitgang

Slide 8 - Tekstslide

finden (er....)
A
findt
B
findet
C
weet het niet

Slide 9 - Quizvraag

einladen - ihr ...
A
einladt
B
einladet
C
ladt ein
D
ladet ein

Slide 10 - Quizvraag

leben - sie
A
lebt
B
lebet

Slide 11 - Quizvraag

sich streiten - du ..... dich mit
A
streitst
B
streitest

Slide 12 - Quizvraag

Rangtelwoorden en datum

Slide 13 - Tekstslide

Rangtelwoorden
1e
2e
3e
1.
2.
3.
In het Duits gebruik je een punt!! om aan te geven dat het om een rangtelwoord gaat.

Slide 14 - Tekstslide

Rangtelwoorden

Rangtelwoorden t/m 19 = het Duitse getal + te 

Maak de volgende rangtelwoorden: 
2e -                   9e -       
4e -                   13e - 
6e -                   18e- 




Slide 15 - Tekstslide

Rangtelwoorden

Rangtelwoorden vanaf 20 = het Duitse getal + ste 

Maak de volgende rangtelwoorden: 
22e -                   29e -       
24e -                   23e - 
26e -                   30e - 




Slide 16 - Tekstslide

Rangtelwoorden

Slide 17 - Tekstslide

Maak een rangtelwoord:
29.

Slide 18 - Open vraag

Rangtelwoorden
30e

Slide 19 - Open vraag

Maak een rangtelwoord:
44.

Slide 20 - Open vraag

Rangtelwoorden
70e

Slide 21 - Open vraag

Maak een rangtelwoord:
97.

Slide 22 - Open vraag

Rangtelwoorden
23e

Slide 23 - Open vraag

Ik ken de rangtelwoorden nu...
heel goed
goed
een beetje
ik heb hulp nodig

Slide 24 - Poll

rangtelwoord 

De regel heb je net leren kennen.

getal + te (t/m 19)
getal + st (vanaf 20)
rangtelwoord bij een datum
Vergelijk:

Heute ist der dreiundzwanzigste Dezember.

Am vierundzwanzigsten Dezember ist Weihnachten.

Slide 25 - Tekstslide

rangtelwoord 

De regel heb je net leren kennen.

getal + te (t/m 19)
getal + st (vanaf 20)
rangtelwoord bij een datum
Vergelijk:

Heute ist der dreiundzwanzigste Dezember.

Am vierundzwanzigsten Dezember ist Weihnachten.

Slide 26 - Tekstslide

Schrijf op:
"Ich habe Geburtstag am ..... "

Slide 27 - Open vraag