11.1 Het zintuigenstelsel

• Biologie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

11.1 Het zintuigenstelsel

Wat gaan we doen?

Nakijken 10.6

Uitleg 11.1

Opdrachten maken

Quiz

Evaluatie

Leerdoelen

Je kunt de werking van zintuigen beschrijven.

Als het koud is, ga je rillen en krijg je kippenvel. En als je tegen de zon in kijkt, doe je vanzelf je ogen een beetje dicht. Je lichaam reageert op de veranderingen in je omgeving.

Zintuigen

Een zintuig is een orgaan dat reageert op prikkels uit je omgeving.

Alle zintuigen samen noem je het zintuigenstelsel.

Ontstaan van impulsen

Er ontstaan alleen impulsen in een zintuig als een prikkel sterk genoeg is.

• De drempelwaarde moet bereikt worden
• Als een prikkel zwakker is dan de drempelwaarde, ontstaan er geen impulsen.

Impulsfrequentie

Hoe sterker de prikkel, hoe meer impulsen worden doorgegeven;  De impulsfrequentie wordt groter.

Adequate prikkel

Niet adequate prikkel ?????

Adequate prikkel

Adaptie

De drempelwaarde voor een prikkel is niet altijd even hoog. Na een sterke prikkel wordt de drempelwaarde voor een volgende prikkel hoger.

Als een bepaalde prikkel heel lang aanhoudt, ontstaan er in de zintuigcellen soms minder impulsen. Dit noem je adaptie (gewenning).

Motivatie 

Aan het werk

Maak van basisstof 11.1

Opdracht 1 t/m 7

Opdracht  3 hoeft niet

Wat gebeurt als de drempelwaarde niet wordt bereikt?

1. Er ontstaan zwakkere impulsen
2. De zintuigen worden sterker
3. De prikkel wordt sterker
4. Er ontstaan geen impulsen

Definitie	Begrip
Onderdelen in zintuigen die reageren op een bepaalde prikkel zoals licht, temperatuur, druk, pijn
De prikkel waarvoor de zintuigcel speciaal gevoelig is
Zintuigcellen ontvangen langer dezelfde prikkels, dus ontstaan minder impulsen
Prikkels vanuit het inwendige milieu
Prikkels vanuit de omgeving
De waarde die bepaald of een prikkel sterk genoeg is om een impuls te maken in een zintuigcel.

Begrippen

Drempelwaarde

Gewenning

Adequate prikkel

Zintuigcellen

Interne prikkel

Externe prikkel

Wat is adaptie?

1. Verlies van een zintuig
2. Gewenning aan een constante prikkel
3. Aanpassing van een zintuig
4. Een tijdelijke prikkeling van zintuigen

Wat gebeurt er bij een sterke prikkel?

1. De drempelwaarde wordt lager
2. De impulsen worden minder frequent
3. De zintuigen stoppen met werken
4. Er ontstaan meer impulsen

Verhoogt de drempelwaarde

Verlaagt de drempelwaarde

Motivatie

Gewenning

Wat is een zintuig?

1. Een zenuw die impulsen doorgeeft
2. Een orgaan dat reageert op prikkels
3. Een spier die bewegingen maakt
4. Een bloedvat in het lichaam

Motivatie

Gewenning

Kleren voel je na een tijdje niet meer op je huid

In een drukke kamer naar een vriend luisteren

Een warme kamer voelt na een tijdje niet meer warm. 

Kan je nu?

Je de werking van zintuigen beschrijven?