H9.1-2 Zouten herkennen Naamgeving

Wat is een zout?
A
Een verbinding van een metaal en een nietmetaal
B
een verbinding van twee metalen
C
een verbinding van twee nietmetalen
1 / 11
volgende
Slide 1: Quizvraag
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat is een zout?
A
Een verbinding van een metaal en een nietmetaal
B
een verbinding van twee metalen
C
een verbinding van twee nietmetalen

Slide 1 - Quizvraag

Gebruik je BINAS.
Wat is de lading van het chloride ion
A
1-
B
2-
C
3-
D
0

Slide 2 - Quizvraag

Gebruik je BINAS
Wat is de lading van het aluminium ion?
A
0
B
1+
C
2+
D
3+

Slide 3 - Quizvraag

H9.1-2 Zouten herkennen

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
Ik kan de naam van de zout opnoemen

Slide 5 - Tekstslide

rationele en triviale namen
rationele naam = scheikundige naam
triviale naam = naam bij dagelijks gebruik

voorbeeld:
rationele naam = natriumchloride
triviale naam = keukenzout

Slide 6 - Tekstslide

Zoek de namen op in de BINAS.

Slide 7 - Tekstslide

aantal atomen hebben meerdere ion-soorten
voorbeeld:
ijzeroxide schrijf je als volgt:
IJzer(II)oxide (FeO)
IJzer(III)oxide (Fe2O3)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Hoe weet je hoeveel lading een ion heeft?

Slide 10 - Tekstslide

Opdrachten
Wat: maak opgaven 21 t/m 29
Hoe: zelfstandig
Hulp: boek en docent en medeleerling
Tijd: tot 5 min voor einde les
Klaar: lees H9.1 door en maak de rest van de opgaven

Slide 11 - Tekstslide