H9.1-2 Zouten herkennen Naamgeving



Wat is een zout?


  • Een verbinding tussen een metaal en een niet-metaal
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les



Wat is een zout?


  • Een verbinding tussen een metaal en een niet-metaal

Slide 1 - Tekstslide

Welke deeltjes zijn de positieve ionen en welke de negatieve?



  • de positieve deeltjes zijn metaalionen
  • de negatieve deeltjes zijn niet-metaalionen


Slide 2 - Tekstslide

Wat is de formule van het calciumion?

  • Ca2+
  • gebruik tabel 33, 34 en 35

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een zout?
A
Een verbinding van een metaal en een nietmetaal
B
een verbinding van twee metalen
C
een verbinding van twee nietmetalen

Slide 4 - Quizvraag

Gebruik je BINAS.
Wat is de lading van het chloride ion
A
1-
B
2-
C
3-
D
0

Slide 5 - Quizvraag

Gebruik je BINAS
Wat is de lading van het aluminium ion?
A
0
B
1+
C
2+
D
3+

Slide 6 - Quizvraag

H9.1-2 Zouten herkennen

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen
Ik kan de naam van verschillende zouten opnoemen

Slide 8 - Tekstslide

rationele en triviale namen
rationele naam = scheikundige naam
triviale naam = naam bij dagelijks gebruik

voorbeeld:
rationele naam = natriumchloride
triviale naam = keukenzout

Slide 9 - Tekstslide

Zoek de namen op in de BINAS.

Slide 10 - Tekstslide

aantal atomen hebben meerdere ion-soorten
voorbeeld:
ijzeroxide schrijf je als volgt:
IJzer(II)oxide (FeO)
IJzer(III)oxide (Fe2O3)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Hoe weet je hoeveel lading een ion heeft?

Slide 13 - Tekstslide

Opdrachten
Wat: maak opgaven 21 t/m 29
Hoe: zelfstandig
Hulp: boek en docent en medeleerling
Tijd: tot 5 min voor einde les
Klaar: lees H9.1 door en maak de rest van de opgaven

Slide 14 - Tekstslide