H8.2

Ga zitten op de plek van je plattegrond
Pak je schrift, rekenmachine en kom in de lesson up
timer
1:30
Zorg dat je spullen op tafel liggen. Kom in de lesson up

Zit je niet klaar om te beginnen = te laat briefje halen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ga zitten op de plek van je plattegrond
Pak je schrift, rekenmachine en kom in de lesson up
timer
1:30
Zorg dat je spullen op tafel liggen. Kom in de lesson up

Zit je niet klaar om te beginnen = te laat briefje halen

Slide 1 - Tekstslide

Ga zitten op de plek van je plattegrond
Pak je schrift, rekenmachine en kom in de lesson up
timer
1:30
Zorg dat je spullen op tafel liggen. Kom in de lesson up

Zit je niet klaar om te beginnen = te laat briefje halen

Slide 2 - Tekstslide

Planning
  • 8.2
  • Aan de slag
  • Terugblik en afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Geef zoveel mogelijke muntsoorten die je kent

Slide 4 - Woordweb

Leerdoelen

  • Je kunt uitleggen dat je soms geld moet wisselen om in het buitenland te betalen.
  • Je kunt de wisselkoers van een valuta berekenen.
  • Je kunt uitleggen waarom een wisselkoers kan stijgen of dalen

Slide 5 - Tekstslide

Betalen in andere landen
  • Buitenlandse muntsoorten noem je ook vreemde valuta

  • Voor het wisselen van valuta brengen banken kosten in rekening

  • Als je vreemde valuta pint in het buitenland dan wissel je ook:
    In Engeland pinnen →  de bank wisselt euro's om voor ponden

Slide 6 - Tekstslide

Wat kost de vreemde valuta
De wisselkoers is de prijs van een munteenheid uitgedrukt in een andere munteenheid.
De wisselkoers kun je op twee manieren noteren:

  • directe notering: je drukt de eigen valuta uit in vreemde valuta
    € 1 = £ 1,10

  • Indirecte notering: je drukt vreemde valuta uit in je eigen valuta
    £ 1 = €0,909

Slide 7 - Tekstslide

Wat kost de vreemde valuta
De wisselkoers is: € 1 = £ 1,10

  • Hoeveel £ krijg je wanneer je €40 gaat wisselen?

  • Na een vakantie in Engeland heb je nog £80 over. Je gaat het inwisselen tegen euro's. Hoeveel euro krijg je terug?

Slide 8 - Tekstslide

Waarom stijgt of daalt de wisselkoers
  • De wisselkoers van een munt wordt bepaald door vraag naar valuta en aanbod van valuta.


  • Als jij bijvoorbeeld naar de Verenigde Staten gaat, heb je dollars nodig. Hierdoor stijgt de vraag naar dollars. Je koopt die dollars met euro’s. Het aanbod van euro’s stijgt dus. In dat geval stijgt de koers van de dollar en daalt de koers van de euro

Slide 9 - Tekstslide

Waarom stijgt of daalt de wisselkoers
  • Vraag en aanbod kun je weergeven in een grafiek.


  • De prijs op de valutamarkt is de wisselkoers, die staat op de verticale as.


  • Het aantal verhandelde valuta is weergegeven op de horizontale as.


  • Waar vraag en aanbod elkaar kruisen, ontstaat de wisselkoers.



Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
Wat ga je doen?
  • Opdrachten paragraaf 8.2
Hoe ga je aan het werk?
  • Werk alleen of in tweetallen
  • Let op de tijd!
  • Heb je een vraag? Steek dan je hand op
Ben je klaar?
  • Lees paragraaf 8.3
  • Bezig met ander huis- en leerwerk

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen

  • Je kunt uitleggen dat je soms geld moet wisselen om in het buitenland te betalen.
  • Je kunt de wisselkoers van een valuta berekenen.
  • Je kunt uitleggen waarom een wisselkoers kan stijgen of dalen

Slide 12 - Tekstslide

In welke mate zijn de leerdoelen behaald
-2100

Slide 13 - Poll

Afsluiting & terugblik
Huiswerk:
  • Maak de opdrachten 8.2

Volgende les:
  • werken aan PO

Slide 14 - Tekstslide