Les 29: Engelse werkwoorden

Welkom H2A!

  • Stillezen
  • Terugblik
  • H2 Spelling werkwoorden: Engelse werkwoorden
  • Evaluatie


1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom H2A!

  • Stillezen
  • Terugblik
  • H2 Spelling werkwoorden: Engelse werkwoorden
  • Evaluatie


Slide 1 - Tekstslide

Stillezen
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
H2 Spelling: leenwoorden (blz. 64)
-> opdracht 1 t/m 3 


Snap jij het nu?

Slide 3 - Tekstslide


Welke uitspraak is niet waar?
A
Leenwoorden zijn Nederlandse woorden die in andere talen voorkomen.
B
Leenwoorden zijn woorden uit andere talen die in het Nederlands voorkomen.
C
Leenwoorden komen alleen in het Nederlands voor.
D
Je kunt de herkomst van een leenwoord in een etymologisch woordenboek opzoeken.

Slide 4 - Quizvraag

Hoeveel procent van onze taal bestaat uit leenwoorden?
A
10%
B
25%
C
50%
D
75%

Slide 5 - Quizvraag

Welk woorden zijn leenwoorden?
(geef meer dan 1 antwoord.)
A
restaurant
B
spareribs
C
barbecuesaus
D
jurk

Slide 6 - Quizvraag

Welk woorden zijn leenwoorden?
(geef meer dan 1 antwoord.)
A
dessert
B
gadgets
C
huiskamer
D
e-reader

Slide 7 - Quizvraag

Hoeveel procent van onze leenwoorden komt oorspronkelijk uit het Frans?
A
9,3%
B
17,2%
C
31,4%
D
42,8%

Slide 8 - Quizvraag

Kies de juiste spelling van dit Frans leenwoord.

Na het [...] van het bedrijf stonden alle werknemers op straat.

A
faillissement
B
fallissement
C
failissement
D
faillesement

Slide 9 - Quizvraag

Kies de juiste spelling van dit Frans leenwoord.

Mijn vaste kapsalon heeft altijd wel een [...] in dienst
A
stageair
B
stagiaire
C
stageaire
D
stageaiir

Slide 10 - Quizvraag

Waarom schrijf je 'lay-out' met een koppelteken ertussen?
A
Het is een Engels leenwoord en dan moet dat.
B
Het is een Engels leenwoord met een voorzetsel als tweede deel.
C
Het is een Engels leenwoord dat je op zijn Engels uitspreekt.
D
Het streepje moet er staan omdat anders de klinkers botsen.

Slide 11 - Quizvraag


A
ja
B
een beetje
C
alleen met hulp
D
ik snap er niks van

Slide 12 - Quizvraag

Vul de juiste spelling in:

Amelie ........ (lunchen) vandaag alweer met haar beste vriendin Lente.
A
lunchet
B
lunchd
C
luncht
D
lunched

Slide 13 - Quizvraag

Vul de juiste spelling in:

Wanneer heb je de uitnodigingen ......... (mailen)?
A
gemailt
B
gemailet
C
gemailed
D
gemaild

Slide 14 - Quizvraag

Vul de juiste spelling in:

Lucas ............ (interviewen) de straatkrantverkoper bij de ingang van het winkelcentrum.
A
interviewt
B
interviewet
C
interviewd
D
interviewed

Slide 15 - Quizvraag

Vul de juiste spelling in:

Met zijn vriendin uit Engeland ........... (chatten) Jim gisteravond urenlang.
A
chat
B
chatte
C
chatde
D
chatete

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Lesdoel

Slide 18 - Tekstslide

Nu jullie!
Wat: bestudeer de uitleg nogmaals en maak opdracht 1 t/m 4 
Waar: NN Online (zie planning)
Hoe: individueel
Hulp: leerboek blz. 66
Tijd: rest van de les
Uitkomst: controle lesdoel

Klaar?: lees verder in je leesboek!

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk donderdag 21 januari
  • Leer de theorie over Engelse werkwoorden op blz. 66 of bekijk het uitlegfilmpje op NN online hierover.
  • Maak opdracht 1 t/m 4 (af) op NN Online (zie planning).







Slide 20 - Tekstslide