Oncologie

Oncologie
PdJ
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Oncologie
PdJ

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zit je er aan het begin van deze les bij?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het eind van de les kun je vertellen:
  • Wat kanker is en welke tumoren er zijn
  • Wat de algemene verschijnselen en
    behandelingen bij kanker zijn
  • Wat borstkanker, darmkanker en longkanker is

  • Wat zijn je eigen leervragen over kanker?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb je zelf wel eens te maken gehad met kanker?
A
Nee
B
Ja, zelf
C
Ja, in mij n familie
D
Ja, in mijn omgeving

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al van oncologie?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Oncologie of kanker
Ongeremde celdeling, gevolg: tumor of gezwel:
  • Benigne = goedaardig
  • Maligne = kwaadaardig
  • Metastase = uitzaaiing.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een wrat is een tumor
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Een wrat is een benigne (goedaardige) tumor of gezwel.
Aan een benigne tumor kun je wel overlijden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Wanneer een benigne tuomr gezond weefsel kapotdruk, bijvoorbeeld in de hersenen, kan iemand er wel door overlijden.
Metastasen - uitzaaiingen
  • Botten
  • Zenuwstelsel
  • Organen  → ascites (vocht in buikholte).

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Metastasering
Tumorcellen (A)  laten los van primaire tumor (B)
Via bloed- of lymfevaten (C) naar andere organen/weefsels
Gevolg: secundaire tumoren = metastasen = uitzaaiingen
 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende tumoren
  • Sarcoom: steunweefsel, weke delen, bot (maligne)
  • Carcinoom: epitheelcellen (maligne)
  • Glioom: hersencellen (kan benigne of maligne zijn)
  • Lipoom: vetweefsel (benigne)
  • Myoom: spierweefsel (benigne).

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alarmsymptomen

  • Blijvende hoest met bloed/slijm
  • Slikproblemen
  • Afwijkende moedervlekken
  • Knobbeltje ergens in het lichaam


  • Ongewoon vaginaal bloedverlies
  • Zaadbalklachten
  • Verandering van ontlasting(spatroon)
  • Problemen bij plassen
  • Ongewild gewichtsverlies.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem zoveel mogelijk manieren waarop kanker behandeld kan worden:

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling curatief of palliatief
  • Chemotherapie - cytostatica
  • Radiotherapie - bestraling (uitwendig of inwendig)
  • Chirurgisch - operatie 
  • Immunotherapie - stimuleert eigen afweer
  • Hormoontherapie - bijv. bij borst- en prostaatkanker
  • Doelgerichte therapie - blokkeert deling kankercellen.

Slide 16 - Tekstslide

Doelgerichte therapie, ofwel targeted therapie, is een behandeling met medicijnen die de groei en deling van kankercellen blokkeren doordat ze de werking tegengaan van specifieke moleculen die de kankercellen nodig hebben voor hun groei en overleving.
Wat is de oorzaak dat mensen met kanker vaak kaal worden?
A
Haren groeien niet meer omdat de tumor de energie gebruikt
B
Als gevolg van de behandeling met cytostatica

Slide 17 - Quizvraag

Een wrat is een benigne (goedaardige) tumor of gezwel.
Bijwerkingen cytostatica
  • Vermoeidheid
  • Misselijkheid
  • Haaruitval
  • Tekort aan  bloedcellen
  • Diarree of obstipatie
  • Slijmvliesdefecten.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijwerkingen radiotherapie
  • Huidproblemen
  • Vermoeidheid
  • Misselijkheid
  • Haaruitval
  • Diarree 
  • Slijmvliesdefecten.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TNM classificatie tumoren 
  • T = Tumorgrootte, de diameter of mate van ingroei (T1-4)
  • N = Node (lymfeklier), aantal/plaats van lymfeklieruitzaaiingen (N0-2)
  • M = Metastasen (uitzaaiingen) op afstand van de tumor in bv andere organen, botten etc.(M0-1).

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke groep mensen groeien tumoren het langzaamst?
A
Kinderen van 0-12 jaar
B
Pubers van 12-18 jaar
C
Volwassenen van 18-65 jaar
D
Ouderen ouder dan 65 jaar

Slide 21 - Quizvraag

Een wrat is een benigne (goedaardige) tumor of gezwel.
1

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Mammacarcinoom
  • Bevolkingsonderzoek: mammografie 
  • Vrouwen 50 - 75 jaar iedere 2 jaar.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mammacarinoom is altijd:
A
benigne
B
maligne

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling mammacarcinoom
  • Operatie: tumor verwijderen of mastectomie met okselkliertoilet
  • Chemotherapie met cytostatica
  • Radiotherapie, bestraling
  • Hormoontherapie.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een zorgvrager heeft een gemetastaseerd coloncarcinoom.
Wat betekent dat?
A
Goedaardige dikkedarmtumor
B
Goedaardige longtumor
C
Kwaadaardige dikkedarmtumor
D
Kwaadaardige longtumor

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

00:08
Wat is de Latijnse naam voor borstkanker?
A
Basaalcelcarcinoom
B
Bronchuscarcinoom
C
Mammacarcinoom
D
Melanoom

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Coloncarcinoom
  • Risico bij meerdere benigne poliepen in de darm en ongezonde leefstijl
  • Bevolkingsonderzoek 55 - 75 jaar iedere 2 jaar
  • Bij bloed in ontlasting: coloscopie.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling darmkanker
  • Operatie, tumor verwijderen, zonodig stoma
  • Chemotherapie met cytostatica
  • Radiotherapie, bestraling.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Longcarcinoom

  • Wordt vaak laat ontdekt
  • Daardoor slechte prognose
  • Niet-kleincellig:  5-jaars-overleving 23%
  • Kleincellig: 5-jaars overleving 8%.
Rokerslong en gezonde long

Slide 31 - Tekstslide

Niet-kleincellig komt veel vaker voor dan kleincellig
02:49
Hoe heet het kijkonderzoek van de luchtwegen?
A
Bronchoscopie
B
Pneumothorax
C
Thoracotomie
D
X-thorax

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd over oncologie?

Slide 33 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Vertel in eigen woorden:
  • Wat kanker is en welke tumoren er zijn
  • Wat de algemene verschijnselen en
    behandelingen bij kanker zijn
  • Wat borstkanker, darmkanker en longkanker is

  • Wat zijn je eigen leervragen over kanker?

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk cijfer geef je deze les?
110

Slide 35 - Poll

Deze slide heeft geen instructies