H4 Scheikunde 1.4 Moleculaire stoffen

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Welkom Havo 4

Zorg dat je startklaar zit:

• Geen kauwgom of ander eten
• Boek op tafel, papier of digitaal
• JDW Map
• Telefoon in het zakkie
• Pen op tafel

Huiswerk bespreken

Het huiswerk was opdracht 33 t/m 39 van paragraaf 1.3.

Waren hier grote problemen?

Welke vragen moeten we bespreken?

Geef de samenstelling van het meest voorkomende isotoop van Ga.
Protonen, neutronen en elektronen.

Welke van deze elementen heeft dezelfde stofeigenschappen als Molybdeen?

1. Gallium
2. Seaborgium
3. Calcium
4. Zuurstof

1.4 Moleculaire stoffen

Leerdoelen:

Je leert over het verschil tussen een atoombinding en een vanderwaals binding vanderwaalsbinding.

Je leert rekenen met de molecuulmassa.

Wat weten jullie al van moleculaire stoffen?

Moleculaire stoffen

In de wereld bestaan een heleboel stoffen, de overgrote meerderheid zijn moleculaire stoffen.

Deze moleculen kunnen heel klein zijn, H2O, of heel groot zoals een autoband.

Bij faseovergangen van moleculaire stoffen veranderen de moleculen niet.

Vanderwaalsbinding

Ionen hebben een ionbinding, metalen hebben een metaalbinding.

Moleculaire stoffen hebben een vanderwaalsbinding, molecuulbinding.

Deze verzwakt in een vloeistof en verbreekt bij het kookpunt.

Atoombinding

In de scheikunde worden er bindingen binnen moleculen verbroken en gevormd. Hierdoor ontstaan er nieuwe moleculen.

De binding die deze atomen binnen een molecuul bij elkaar houden heten atoombindingen.

Deze bindingen zijn gedeelde elektronenparen

Molecuulmassa berekenen

Alle moleculen hebben een massa. Veel van deze massa's kan je vinden in binas tabel 98, maar niet allemaal....

Maar die kan je wel berekenen.

Dit doe je door de massa van alle aanwezige atomen in het molecuul bij elkaar op te tellen.

Probeer het nu van Water.

Zo doe je dat

Snappen jullie de leerdoelen?
Je leert over het verschil tussen een atoombinding en een vanderwaals binding vanderwaalsbinding.
Je leert rekenen met de molecuulmassa.

1. JA
2. Nee
3. Een beetje.....

Aan die Arbeid!

Ga aan de slag met de opdrachten 41 t/m 47 van paragraaf 1.4.

Je mag zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw.

Als je vragen hebt steek je je vinger op.