Begeleidende vaardigheden les 6 2021

Les 5 Begeleidende vaardigheden
Communiceren
Feedback hst 1.6

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
begeleidende vaardighedenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les 5 Begeleidende vaardigheden
Communiceren
Feedback hst 1.6

Slide 1 - Tekstslide

Wat is feedback?

Slide 2 - Woordweb

Positieve feedback

Feedback is informatie die de ene persoon aan de andere geeft.

Positieve feedback is een reactie die is bedoeld als bevestiging of ondersteuning van de woorden of daden van iemand.

Slide 3 - Tekstslide

Negatieve Feedback
Negatieve feedback is een reactie die is bedoeld als kritiek op de woorden of daden van iemand.

Slide 4 - Tekstslide

Opbouwende en afbrekende kritiek
Kritiek kun je op een opbouwende manier of afbrekende manier geven.

Opbouwend: “knap hoor, bijna alles goed!

Afbrekend: ‘heb je nu nog twee fouten?’

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Geef een voorbeeld van opbouwende kritiek zoals jij hem graag zou willen ontvangen over bijv. een werkstuk dat je hebt gemaakt.

Slide 7 - Woordweb

Geef een voorbeeld van feedback wat niet bij jou werkt. Ineffectieve feedback.

Slide 8 - Woordweb

Ineffectieve feedback
Kritiek die de ander niet accepteert noemen ineffectief.
Voorbeeld:
Je moet eens wat eerder naar je bed gaan, dan voel je je de volgende dag veel beter.
‘Kom op we hebben allemaal weleens een slechte dag’

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 
Zorgpad: Communiceren de basis
Feedback
Soorten Feedback
Schrijf bij alle soorten feedback een voorbeeld

Slide 10 - Tekstslide

Vormen van ineffectieve feedback: (toetsvraag)
zorgpad: communiceren 1.6

Veroordelen
Generaliseren
Moraliseren
Goede raad geven
Bagatelliseren
Psychologiseren
Bevoogden
Vast houden aan eigen standpunt
Examineren
Aftroeven

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Effectieve feedback

Hoe vergroot je de kan dat je feedback overkomt?
  • Moment van feedback geven
  • De manier waarop
  • De juiste woordkeuze
  • Wees duidelijk in je feedback
  • Geef feedback waar iemand wat mee kan

Slide 13 - Tekstslide

Tips bij het geven van feedback


Noem de ander bij de naam.
 
  • Zeg over welke concrete informatie het gaat en benoem daarbij wie, wat, waar, wanneer, hoe en hoe vaak
  • Wacht niet te lang met feedback geven.
  • Gebruik een ik-boodschap.
  • Zeg wat je gedachten en gevoelens zijn bij het gedrag van de ander.
  • Vraag of de ander de situatie herkent en jouw gevoel begrijpt.
  • Geef aan welk gedrag je wenselijk vindt.

Slide 14 - Tekstslide

Ontvangen van feedback
  • Ontvangen van positieve feedback zeg:“dank, je wel’ of ‘dat vind ik fijn om te horen’.
  • Ontvangen van negatieve feedback:
  • Schiet niet in de verdediging
  • Luister goed naar een ander ga na of een ander jou goed begrepen heeft.
  • Je hoeft het niet met de feedback eens te zijn
  • Jij bepaalt of jij uiteindelijk je gedrag verandert

Slide 15 - Tekstslide

Tips bij het ontvangen van feedback


  • Neem een kort moment na het ontvangen van feedback. 
  • Geef dan aan of je de feedback herkent of vraag om verduidelijking.
  • Geef aan wat de feedback met je doet.
  • Laat blijken dat je accepteert dat de ander er zo over denkt.


Slide 16 - Tekstslide

Tips bij het ontvangen van feedback


  • Vraag aan de feedbackgever of hij jou wil wijzen op herhaling van het gedrag.
  • Realiseer je dat de feedback over een deel van je gedrag gaat.
  • Bepaal of je het gedrag wil veranderen.
  • Vraag zo nodig bij anderen of zij ook over jouw gedrag denken.

Slide 17 - Tekstslide

Maken Zorgpad

Communiceren de basis 1.6 Feedback
1) Casus Tim en Laura
3) Casus Mr. Blom (A)
4) Casus Mevr. van Breukelen (A)
5) Pas je kennis toe

Slide 18 - Tekstslide