3.8 Sterke ww

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Welkom 1A

Start met 10 minuten stillezen.

Spullen klaarleggen: werkboek, schrift, etui, agenda, blokje

Doel van deze les

Je leert het verschil tussen sterke en zwakke werkwoorden

Je kunt de sterke werkwoorden spellen in de verleden tijd.

Hoeveel sterke werkwoorden zijn er?

Ik - de ander - samen nog meer

Ik - 2 minuten -

schrijf zoveel mogelijk sterke ww op.

Doe het zo:

lopen - liep

De ander

Vergelijk jouw woorden met je buur.

Schrijf de woorden die je niet hebt ook op jouw blad.

samen nog meer

Bedenk samen nog meer sterke werkwoorden

Schrijf ze beiden op.

Welk 2-tal heeft de meeste sterke werkwoorden?

Huiswerk

maandag 28-2, 4e

H 3.8 - Spelling

opdracht 1 t/m 6

Je kunt het verschil tussen sterke en zwakke werkwoorden uitleggen.

Welkom 1A

Start met 10 minuten stillezen.

Spullen klaarleggen: werkboek, schrift, etui, agenda, blokje

Doel van deze les

• Herhalen: het verschil tussen sterke en zwakke werkwoorden. Je kunt de sterke werkwoorden spellen in de verleden tijd.
• Je leert hoe je het meervoud op -en van zelfstandig naamwoorden schrijft.

Huiswerk

maandag 28-2, 4e

H 3.8 - Spelling

opdracht 1 t/m 6

Je kunt het verschil tussen sterke en zwakke werkwoorden uitleggen.

huiswerk nakijken

Hoe kijk je na?

1. Werk geconcentreerd en in stilte.
2. Vergelijk je eigen antwoord met het bord.
3. Zet een krul of kruisje met een andere kleur. Verbeteren!
4. Snap je het niet? Vragen!

Uitleg

talent.secure.malmberg.nl

Aantekeningen

Pak je schrift en een pen

H3.8 - zelfstandig naamwoord

Een zelfstandig naamwoord is een woord voor een mens, een dier, een plant of een ding.

Meervoud: zet  -en achter het woord.

 - de leerling – de leerlingen

- het boek – de boeken

- Soms moet je een extra letter opschrijven.

de kat – de katten

- Soms moet je een letter weglaten.

de muur – de muren

- Bij sommige meervouden moet je een letter veranderen.

de neus – de neuzen

de brief - brieven

Aan het werk - huiswerk

H3.8 - Opdracht 8 en 9

Klaar? Nakijken

opdracht 10 maken en leren. Opdracht 11 - 12 maken.

Welkom 1A

Tafels uit elkaar. Pen op tafel.

Luister naar het verhaal.

Maak het SO

 

Toets nakijken

Hoe kijk je na?

1. Werk geconcentreerd en in stilte.
2. Vergelijk je eigen antwoord met het bord.
3. Zet een krul of kruisje met een andere kleur.
4. Snap je het niet? Vragen!

Aantekeningen

Pak je schrift en een pen

H3.8 - zelfstandig naamwoord

Een zelfstandig naamwoord is een woord voor een mens, een dier, een plant of een ding.

Meervoud: zet  -en achter het woord.

 - de leerling – de leerlingen

- het boek – de boeken

- Soms moet je een extra letter opschrijven.

de kat – de katten

- Soms moet je een letter weglaten.

de muur – de muren

- Bij sommige meervouden moet je een letter veranderen.

de neus – de neuzen

de brief - brieven

Aan het werk - huiswerk

H3.8 - Opdracht 8 en 9

Klaar? Nakijken

opdracht 10 maken en leren.

Opdracht 11 - 12 maken.

klaar? Nakijken

Huiswerk

vrijdag 4-3, 3e

H3.8 - Spelling

opdracht 8 t/m 12

SO dictee

Test jezelf H3.8

Welkom 1A

Dictee - H3.8

Tafels uit elkaar

Pen op tafel, verder is je tafel leeg

Wat gaan we deze les doen?

• SO woorden H3.8
• Jeugdjournaal kijken

Doel van deze les:

ken ik de dicteewoorden? Kan ik uitleggen wat sterke werkwoorden zijn?

Huiswerk

vrijdag 4-3, 3e

H3.8 - Spelling

opdracht 8 t/m 12

SO dictee

Test jezelf H3.8

Toets nakijken

Hoe kijk je na?

1. Werk geconcentreerd en in stilte.
2. Vergelijk je eigen antwoord met het bord.
3. Zet een krul of kruisje met een andere kleur.
4. Snap je het niet? Vragen!

spannend
het avontuur	de avonturen
bereiken
de uitdaging	de uitdagingen
aangeven
onvoorspelbaar
ontvangen
de angst	de angsten

Wat zijn sterke werkwoorden?

Werkwoorden waarbij in de verleden tijd de klank van de stam verandert. 

Noem drie sterke werkwoorden

Doel van de les - evaluatie

ken ik de dicteewoorden?

Kan ik uitleggen wat sterke werkwoorden zijn?

Hoofdpersoon