Les 2: Balans

Herhaling 1.1, 1.2 & 1.3
1.1 Administratie en Boekhouding
1.2 Functies van de Boekhouding
  • Waarom een onderneming een boekhouding heeft
  • Handelsonderneming & Eenmanszaak
1.3 De Inventarislijst


1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Praktische economie

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Herhaling 1.1, 1.2 & 1.3
1.1 Administratie en Boekhouding
1.2 Functies van de Boekhouding
  • Waarom een onderneming een boekhouding heeft
  • Handelsonderneming & Eenmanszaak
1.3 De Inventarislijst


Slide 1 - Tekstslide

1.4 De Balans

Slide 2 - Tekstslide

Balans
Creditkant (vermogen):
  • EIGEN VERMOGEN
  • SCHULDEN
Debetkant: BEZITTINGEN
BEIDE KANTEN MOETEN IN EVENWICHT STAAN

Slide 3 - Tekstslide

Bezittingen Balans

Gebouw/pand
bedrijfsauto/bestelauto
Inventaris
Debiteuren (klanten/afnemers)
Voorraad goederen
Kas
Bank

Schulden balans

Eigen vermogen
Hypotheek Lening
Lening bank
Crediteuren (leverancier)


Slide 4 - Tekstslide

De balans
< de verkorte inventarislijst

Slide 5 - Tekstslide

Balans
wat doe ik met mijn geld?

- Ik koop spullen die langer dan 1 jaar meegaan = VASTE ACTIVA (winkelpand, Bestelauto, Inventaris)
- Ik koop spullen die korter dan een jaar meegaan = VLOTTENDE ACTIVA (Voorraad Goederen, Debiteuren)
-Kasgeld en banktegoeden van een onderneming = 
LIQUIDE MIDDELEN -> vallen onder de vlottende activa (Kas, Bank -> te goed bij de bank)

Slide 6 - Tekstslide

Balans
waar haal ik mijn geld vandaan?

Hiervoor zijn 2 mogelijkheden:
  • je eigen spaargeld
  • EIGEN VERMOGEN
  • geld van iemand anders
  • VREEMD VERMOGEN

Slide 7 - Tekstslide

1.4 De Balans
Definitie Balans: een overzicht van de bezittingen en schulden en het eigen vermogen op een bepaald moment. (Balans is een weegschaal)
  • Met het eigen vermogen en vreemd vermogen kan niet worden betaald.

Liquide Middelen: De bedragen op de kas en bank.
(Betalen kunnen we alleen met geld).

Slide 8 - Tekstslide

1.4 De Balans
Op de balans kunnen we zien:
  1. Welke bezittingen door de onderneming zijn aangeschaft (Activa-> Debetzijde);
  2. Hoe de onderneming aan het geld is gekomen om de bezittingen te kunnen aanschaffen.


Slide 9 - Tekstslide

1.4 De Balans
  • De bronnen waaruit de activa wordt betaald-> Vermogen (Eigen vermogen en Vreemd vermogen
  • Eigen Vermogen en vreemd vermogen -> Schulden van de onderneming (rechterkant)
  • Eigen vermogen en vreemd vermogen -> Passiva

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Rekening-courant krediet
Bij rekening-courant krediet krijgt de onderneming toestemming van de bank om tot een bepaald maximumbedrag rood te staan, het kredietplafond. 

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld 2 
pag. 16
Voorbeeld 2
pag. 17

Slide 13 - Tekstslide

In welke 3 groepen kun je de debetzijde van de balans verdelen?
A
Activa, Passiva en Liquide middelen
B
Vaste activa, Vlottende activa en Passiva middelen
C
Vaste activa, Vlottende activa en Liquide middelen
D
Activa, Vaste activa en Vlottende middelen

Slide 14 - Quizvraag

Het vreemd vermogen is hetzelfde als
A
de kortlopende schulden van een bedrijf
B
de langlopende schulden van een bedrijf
C
alle schulden van een bedrijf
D
het eigen vermogen

Slide 15 - Quizvraag

Rekening-courant is:
A
Vreemd vermogen lang
B
Schuld op lange termijn
C
Vordering op een debiteur
D
Dagelijks opzegbaar krediet

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Video

Slide 18 - Link

Huiswerk
Huiswerk: H1 opgaven 2
Huiswerk: H1 opgaven 6 en 7

Slide 19 - Tekstslide

vragen?

Slide 20 - Tekstslide

Tot volgende week!

Slide 21 - Tekstslide