DNA les 1

DNA
les 1
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
HoogbegaafdheidBiologieBasisschoolGroep 4-8

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

DNA
les 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe komt het dat deze familieleden zo op elkaar lijken?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Alle organismen (mensen, dieren, planten) hebben DNA
Alle mensen
hebben DNA
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



DNA is een soort code die alle erfelijke informatie bevat
DNA bevat alle erfelijke informatie die bij jou hoort
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



DNA is de afkorting van Desoxyribonucleïnezuur (acid)
DNA is de
afkorting van
"Doe je niets aan"
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



Iedereen heeft uniek DNA
Broers hebben dezelfde ouders, dus hetzelfde DNA
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


DNA uit bijv. haar of bloed kan als bewijsmateriaal dienen
De politie gebruikt DNA, omdat iedereen uniek
DNA heeft
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke kenmerken kunnen erfelijk zijn?
kromme pink
astma
dyslexie
humor
lang haar
kleur ogen

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Placemat
Wat weet jij al van DNA? 
Schrijf het in jouw vakje

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Begin met zijn allen in het midden van de klas. Steeds zal de groep zich splitsen. Zij gaan dan uit elkaar staan.  Stel achtereenvolgens de volgende vragen:
  • ‘Ben je een meisje?’
  • Heb je bruin haar? 
  • Kun je tongrollen? 
  • Schrijf je met rechts?
  • Heb je kuiltjes in je wang?
  • Heb je sproeten?
Jij bent uniek!

Slide 13 - Tekstslide

1. Kijk eens naar de andere leerlingen in je groep. Wat is er hetzelfde aan jullie? Wat zijn verschillen?
2. Wat maakt jou uniek in de groep waarin je nu staat? Welk kenmerk of welke eigenschap heb jij
die niemand anders in jouw groep heeft?
3. Wat heb je ontdekt door dit spel te spelen? 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat heb jij vandaag geleerd?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

DNA

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies