herhaling H2

herhaling H2
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

herhaling H2

Slide 1 - Tekstslide

1. Als de dikkedarm ontstoken is kun je diarree
krijgen
2. Als de maag geen maagsap produceert, blijven
slechte bacteriën in je maag leven
A
Beide waar
B
Beide niet waar
C
1 Waar 2 Niet waar
D
1 Niet waar 2 Waar

Slide 2 - Quizvraag

1. De dunne darm kan wel 6 meter lang zijn
2. Dunnedarm-sap helpt bij de vertering van alle
soorten voedingsstoffen
A
beide waar
B
beide nietwaar
C
1 waar 2 nietwaar
D
1 nietwaar 2 waar

Slide 3 - Quizvraag

Het voedsel komt door de alvleesklier?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Geef aan wie de meeste energie in kcal nodig heeft:
A
Annie (78 jaar) maakt een foto-album
B
Jos (44 jaar) werkt de hele dag op kantoor
C
Dion (14 jaar) op school en moet 10 km fietsen
D
Lara (13 jaar) is de hele dag aan het netflixen

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de slokdarm?
A
a
B
b
C
c

Slide 6 - Quizvraag

Je tong is een onderdeel van je verterignsstelsel
A
Onjuist
B
Juist

Slide 7 - Quizvraag

De alvleesklier wordt aangegeven met letter ...?
A
P
B
Q
C
R
D
S

Slide 8 - Quizvraag

Je lichaam heeft bouwstoffen nodig. Wat zijn de bouwstoffen?
A
Eiwitten, koolhydraten, vetten, water, vitamines en mineralen
B
Eiwitten, koolhydraten, vezels, mineralen en vitamines
C
Eiwitten, zetmeel, koolhydraten, suikers en vitamines
D
Eiwitten, zetmeel, vezels, vetten, vitamines en mineralen

Slide 9 - Quizvraag

Voedingsmiddelen zijn levensmiddelen. Voedingsstoffen zijn bestanddelen van voedingsmiddelen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Wat zijn mogelijke oorzaken van eetstoornissen?
A
Te weinig sporten
B
Te veel groenten eten
C
Te veel slapen
D
Sociale media en culturele druk

Slide 11 - Quizvraag

kJoule en kCal zijn beiden maten voor energie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag


Gal wordt gemaakt in:
Gal wordt opgeslagen in:
A
Galblaas - Lever
B
Galblaas - Galblaas
C
Lever - Lever
D
Lever - Galblaas

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een reservestof?
A
water
B
eiwitten
C
vitamines
D
vetten

Slide 14 - Quizvraag

"Vertering met behulp van enzymen valt onder mechanische vertering."
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Voedingsstoffen zijn ..
A
water, vitaminen en mineralen
B
eiwitten, vetten en koolhydraten
C
belangrijke stoffen uit voedingsmiddelen die je lichaam nodig heeft
D
eten en drinken

Slide 16 - Quizvraag

BMI =
A
Body Mess Indicatie
B
Bad Mass Index
C
Body Mess index
D
Body Mass Index

Slide 17 - Quizvraag

beschermende stof
A
Alle voedingsstoffen, deze heb je nodig om bijvoorbeeld nieuwe cellen te maken
B
Stoffen die je lichaam heeft opgeslagen om later te gebruiken.
C
Deze stoffen heb je nodig om gezond te blijven.
D
Stoffen die energie kunnen leveren.

Slide 18 - Quizvraag

Eetstoornissen kunnen leiden tot een beschadigde slokdarm.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Gezonde voeding...
A
bevat vooral eiwitten
B
is vooral gevarieerd
C
bevat vooral granen
D
bevat geen vet

Slide 20 - Quizvraag

Wat doet de alvleesklier?
A
kleuren van verteringssap
B
produceren van verteringssap
C
schoonmaken van verteringssap
D
produceren van voedingsstoffen

Slide 21 - Quizvraag

Wat is vertering?
A
Energie in voedingsstoffen gebruiken om te bewegen.
B
Voedingsstoffen gebruiken om cellen te bouwen.
C
Voedingsstoffen klein maken zodat ze in het bloed kunnen worden opgenomen.
D
Voedingsstoffen onbruikbaar maken

Slide 22 - Quizvraag

De lever maakt gal. Gal is belangrijk voor ..
A
eiwitvertering
B
vetvertering
C
koolhydraatvertering
D
vitaminevertering

Slide 23 - Quizvraag

Wat gebeurt er in de maag?
A
De maagspieren kneden maagsap door het eten voor vertering
B
De maag verplaatst eten naar de slokdarm

Slide 24 - Quizvraag

Wat is de schijf van 5?
A
5 vakken met minder goede producten waar je niets uit mag nemen
B
5 vakken met alleen maar vette dingen waar je 1 keer per week iets uit mag kiezen
C
5 vakken vol goede producten waar je ieder dag iets uit kiest. Uit het ene vak wat meer dan het andere
D
5 vakken met goede en minder goede producten door elkaar Je kiest zelf de goede producten

Slide 25 - Quizvraag


Een voorbeeld van een beschermende stof is...
A
Eiwitten
B
Koolhydraten
C
Water
D
Vitaminen

Slide 26 - Quizvraag

Wat is geen brandstof?
A
water
B
eiwitten
C
koolhydraten
D
vetten

Slide 27 - Quizvraag

Bs 4
bs 4 gaat over 
de schijf van 5: leer alle vakken
kcal en met energie rekenen oefen dit!


Slide 28 - Tekstslide

De schijf van 5
Wat is de schijf van 5?

Slide 29 - Tekstslide

Energiebehoefte
- De eenheid van energie wordt aangegeven in kilojoule (kJ).
- Energie wordt vaak aangegeven met kilocalorie (kCal).

- kCal -> kJ = x 4,2
- kJ -> kCal = : 4,2

Slide 30 - Tekstslide

Als ik met een teststrookje glucose aantoon welke kleur laat dan zien dat er glucose in eten zit?
A
blauw
B
paars
C
geel
D
groen

Slide 31 - Quizvraag

3. Zetmeel is een indicator voor jodium
A
ja
B
nee

Slide 32 - Quizvraag

Jos wil graag zetmeel aantonen. Hij doet dat met jodium. Jodium is een..
A
Hulpstof
B
Additief
C
Conserveermiddel
D
Indicator

Slide 33 - Quizvraag